Met de lijn zou je er al zijn

De afgelopen twee dagen hebben we ons bezig gehouden met bussen nemen. Onze tocht startte zondagochtend om 5U30 op Utila. Nadat we onze rugzakken weer maar eens hadden volgeladen waggelden we naar het huis van Ronie, onze kapitein van die ochtend. Hij moest eerst nog vier Chileense of waren het nu Argentijnse dames gaan wekken in het hotel 500m verderop en dan konden we vertrekken. Toevallig hadden we dat viertal de dag voordien een kwartier zien spenderen aan het afrekenen aan de kassa. We hielden ons hart dus al vast. Na een 20 minuten zoeken kwam Ronie terug met de mededeling dat de meiden een vlucht hadden geboekt en dus niet meer met de boot mee wilden. (Dat belooft voor onze reis in het puntje van Zuid-Amerika!) De overzet naar het vasteland verliep uiterst vlot en was zelfs veel aangenamer dan de ferry die we in de heenreis hadden genomen. Bovendien kwam er op een gegeven moment zelfs een dolfijn uit de golven gesprongen vlak naast onze boot om ons eens van dichterbij te bekijken. In La Ceiba mistten we op een kwartier na onze bus dus moesten we anderhalf uur wachten. Op het moment zijn de meeste wegen in Honduras niet wat ze zouden moeten zijn. Sinds de nieuwe regering (na de coup van vorig jaar, hoewel de president ondertussen wel officieel verkozen is) is de infrastructuur er niet op vooruit gegaan. De bus deed er dus ook enkele uren langer over dan gepland om in Tegucigalpa toe te komen.
De hoofdstad van Honduras is niet meteen de veiligste stad van Centraal Amerika, maar wij ondervonden er geen problemen. Onze tweede reisdag moest ons van Tegucigalpa naar Matagalpa in Nicaragua brengen. Bleek dat er geen bussen vanuit Honduras die stad zouden passeren. Dus hebben we dan maar een ticket richting Leon gekocht. We hadden opnieuw veel geluk met het transport. Dat blijkt nu in het regenseizoen echt niet al te betrouwbaar. Deze keer vertrokken we met een vertraging van 2 uur en een beetje. Met een blij gemoed want Honduras was ons buiten Copan minder meegevallen dan Guatemala. En we hadden wel wat verwachtingen van Nicaragua. 
Ondertussen zitten we in het ViaVia café van Leon. Wat wil zeggen dat we veilig zijn toegekomen. Toch niet zonder ook op het laatste stuk in Nicaragua de sporen van het regenseizoen te hebben mogen ervaren. Over een afstand van zeker 5 km maakte de weg immers deel uit van een rivier die dwars over de weg stroomde. Zoiets hadden we nog nooit gezien. De weinige huizen langs de kant stonden zeker 1,5 m onder water en op één plaats had de stroming een vrachtwagen van de weg gespoeld. Maar we zijn er met traag en voorzichtig rijden toch door geraakt. Het is hier wel het beste hotel dat we tot nu toe hebben gevonden. Bovendien worden we op dit moment getrakteerd op een gratis optreden van een plaatselijke beginnende groep. Viva la musica!

Het welkomstcomité

Over Utila

We hebben een tijdje vastgezeten in Utila door een tropische storm (Matthew ofziets), vervelend want veel was er niet te beleven. De duikcursus hebben we moeten stopzetten, de verkoudheid van Maarten werd weer erger en door de storm mochten we 2 dagen het water niet in. Het zou te lang geduurd hebben om de cursus af te werken, en dan konden we niet meer naar Nicaragua gaan. Niet dat ik er spijt van heb, want erg plezant vind ik duiken niet. De leraar wou ook alles te veel forceren, en had maar weinig geduld als ik voor iets meer tijd nodig had.
We hebben onze tijd verdaan met koffie drinken, lezen, slenteren door dit toch wel bizarre eiland, luisteren naar de verhalen over de storm, eten maken, in de hangmat hangen... De stank en de vuiligheid begonnen me na verloop van tijd tegen te steken. Hier is maar 1 straat (die niet eens zo lang is) en waar iedereen met z’n brommer, quad of golfkar oversjeest. Dus als je je van de ene plaats naar de andere wil begeven stik je bijna in de uitlaatgassen. In de riolen kruipen honderden krabben, de ‘tuinen’ zijn hier en daar proper, maar meestal een veredeld stort. Ik heb op het hele eiland niemand zien vegen (nochtans een centraal-amerikaanse hobby). Wat de mensen hier feitelijk doen, heb ik op al die dagen geen antwoord gevonden. Echt niks. De hele tijd op hun terras zitten. Zo’n lui volk heb ik nog nergens anders gezien. De gepensioneerde Amerikanen zijn nog het ergst. De jonge Amerikanen (die hier meestal duikles geven) hebben het drukst. Zij moeten de baan op en af lopen om te showen met hun blote gespierde borstkas.
En dan te zeggen dat zoveel mensen hier soms maanden langer blijven dan ze gepland hadden. Wij vonden een week wel genoeg. In de finca El Cisne daarentegen, daar zouden we ons wél een paar maand geamuseerd hebben.
Maar ondertussen zitten we gelukkig in Nicaragua!

Duikcursus bij Gunther's Place

Vandaag was de grote dag, de dag waar ik al 3 dagen met schrik naar uitkeek. Ik heb zelfs al die tijd geen foto's genomen. Zolang ik kan zwemmen in een zwembad dat ik ken, waar niet te veel rond mij gespatterd wordt en ik zéker weet dat ik niet zal moeten onder water gaan is er geen probleem. Maar zodra ik in onbekend water moet springen of onder water moet duiken, is dat wel wat anders. Ik heb een speciaal soort schrik van water. Vandaag was het dat allemaal ineen, met nog een hoop gewichten en een BCD ding om me heen (zo'n rugzakje met lucht in), een masker en een rotvervelend snorkelding, nog vervelender flippers en een heleboel slangen. Bovendien moest je dat nog allemaal aankrijgen in het water terwijl de golven over je heen spoelen. Gelukkig is opgeven niet mijn ding.
Toen de duikleraar in diep water wou gaan oefenen hield ik me koppig aan een paal vast tot hij toegaf om naar ondieper water te gaan :-). Toen ging het wel beter. Geleidelijk aan lukte het om onder water te ademen en de druk onder controle te krijgen. Zelfs de oefeningen waarbij je je masker moet uitdoen en je mondstuk gingen redelijk. Niet dat ik het leuk vertoeven vind onder water, geef mij liever een paard of zelfs een luchtballon. Dus de opluchting is ENORM groot dat ik de eerste sessie overleefd heb. Het idee binnenkort schildpadden en allerlei prachtige vissen te kunnen zien houdt me verder op de been.
Maarten bracht het er natuurlijk heel wat makkelijker vanaf. Hij had zelfs geen last van zijn verkoudheid. Die is goed op weg een nieuwe hobby te vinden.
Morgen voorspellen ze hier een storm, dus het zou kunnen dat we niet in het water kunnen voor 1 of 2 dagen. Als het weer mee zit gaan we morgen tot 12 meter. We zullen zien.



Het strandje iets verder dan het hotel

De hel en de hemel

Gisteren zaten we in de minst aangename plek waar we tot nu toe zijn geweest. De havenstad la Ceiba aan de Noordkust van Honduras. Een vuile, hete stad, waar weinig te beleven valt en je niet op je gemak bent 's avonds omdat zelfs de inwoners zeggen dat bepaalde plekken niet veilig zijn. Hoewel je die niet altijd kon geloven want er liepen er wel wat rond met een serieuze zonneslag. Het was echter een plek waar we langs moesten om naar het mooie eiland vlakbij te kunnen komen: Utila. Het is hier zoals je het je voorstelt van een Caribisch eiland: palmbomen, witte stranden, koraalriffen met kleurrijke vissen, houten hutten op palen en vriendelijke mensen die een mengelmoesje van Engels en Spaans spreken. Het leven is er wel iets duurder dan op het vaste land. Morgen beginnen we met een duikcursus. Afwachten wat dat wordt. Zal het ons wel liggen om zomaar (diep) onderwater rond te drijven? Kunnen onze oren de druk aan? Zal ik voldoende verlost zijn van mijn verkoudheid om er zelfs maar aan te kunnen beginnen? We houden jullie zeker op de hoogte. Foto's van al het moois onderwater zitten er niet in. We hebben geen onderwaterbehuizing voor de camera, maar van het eiland zal er zeker nog wel eentje volgen.



Onze duikclub in de valavond.

De Finca

Het paardrijden was fantastisch. Zwerven over bergen en weiden, door koffieplantages en kleine dorpjes, tussen bamboe en kwetterende vogels, door beekjes en modderputten (hoewel de paarden ook niet graag in die modder liepen), volledig vrij én met goed verzorgde prachtige paarden. Josefina was mijn heldin, Bonito die van Maarten. Beiden waren goed in snel galopperen dus we reden de hele tijd ver vooraan. Het leukst was toen Josefina zich met een gigantische sprong in de beek wierp en vandoor daverde, het water spatte over mijn oren en mijn cowboyhoed viel er bijna af. Ik voelde me helemaal in een westernfilm.
De rest van de dag kregen we een rondleiding op de finca door de zoon des huizes, met interessante uitleg over hoe ze koffie en kardemon oogstten en bewerkten. En hoe ze dat (gelukkig maar) zo ecologisch mogelijk doen.
Maar was ons het meest zal bijblijven is waarschijnlijk het eten. Het was veruit het lekkerste dat we tot nu toe al op ons bord kregen, met allemaal verse geplukt fruit en groenten van de meest exotische soort. S avonds hadden we de lokale hotspring voor ons alleen. Nadeel was wel dat het erg donker was waardoor we bijna de rivier niet uitgeraakten. Maar kom, alles is goed gekomen en we zijn nu klaar om naar onze volgende bestemming te gaan: La Ceiba.

Copan en de ruïnes

We hebben hier internet, dus we moeten ervan profiteren! Op aanraden van de eigenaar van het ViaVia Café ben ik dan toch naar de Mayasite van Copan gegaan. Eerst dacht ik dat niet te doen want we hebben ondertussen al héél wat van die sites gezien, maar deze was toch wel veruit de mooiste. Ik zou iedereen aanraden om speciaal tot hier te vliegen om de site te bezoeken. Maarten heeft ze 3 jaar geleden al gezien en hij beaamt dit volmondig. Samen met Monte Alban in Mexico absolute aanraders.


Daarna zijn we een Centraal Amerikaanse riksja (die noemen ze hier tuc tuc) naar een papegaaienpark in de buurt gegaan. Over 2 dagen gaan we zeker nog eens terug want het was er fantastisch, kabbelend beekje, ara's die over je hoofd vliegen, leuke paadjes door het regenwoud, hangmatten... Ik heb 3 ara's tegelijk vastgehouden, een hoogtepunt :-)


Morgen gaan we onszelf verwennen met een verblijf in een typisch Hondurese finca, waar er (naar ze ons beloofd hebben) het lekkerste eten van Honduras geserveerd wordt. We gaan er ook paardrijden en in warmwaterbronnen zwemmen, enfin, het klinkt allemaal prima!
Wie nog jaloerser wil worden, dit is hun site: http://www.fincaelcisne.com/
Over 2 dagen zullen we dan berichten of het zo goed was als het eruit ziet.
Tot dan!

Lago de Atitlan

Vanuit het ViaVia Café in Copan knalt Lady Gaga uit de luidsprekers. Niet meteen wat ik er me van had voorgesteld, maar we zullen het hier toch een nacht moeten uithouden. De vorige bestemming kon niet tegengestelder zijn; een hangmat aan een prachtig meer omgeven door bergen en leuke kleine stadjes. We zijn er een dag vroeger dan voorzien vertrokken omdat ik wegens kniepijn en Maarten wegens verkoudheid toch niet konden wandelen. Dus dachten we een dag buszitten is ideaal. Maar ik mis Guatemala nu al.

We logeerden in San Pedro aan Lago de Atitlan, bleek dat nu wel net dé bestemming voor Israeli te zijn. Maar die zijn we na 2 weken Guatemala al wel gewoon. Eindelijk wist iemand waarom de voltallige Israelische jeugd z'n vakantie in Guatemala spendeert. Ze willen gewoon ergens naartoe waar veel landgenoten zijn. Natuurlijk, logisch... Waar zouden de Palestijnen naartoe gaan vraag ik me (stilletjes) af.

15 september was nationale feestdag. En in een land waar patriotisme hoog staat aangeschreven kan dat tellen. 2 dagen werden er gigantische stoeten door de stad gehouden, met orkesten die in tegenstelling tot de Mexicaanse heel goed speelden, met dansende Britney Spears schoolmeisjes in uniform, met als cowboy(in) verkleedde schattige peuters, zelfs met opvoedende slogans. En iedereen kwam kijken. En iedereen deed mee. En wij genoten ervan.

Op het meer, dat trouwens minstens een meter hoger stond dan normaal, hebben we geprobeerd te kayaken. Dat ging niet zo gemakkelijk, de onderhandelingen om er een te huren waren nogal moeilijk. Uiteindelijk vonden we een zatte San Pedroaan die ons er wel een wou verhuren voor een eerlijke prijs, maar we moesten bijna alles zelf doen (gezien zijn toestand). Toen na een hele tijd we een extra roeispaan te pakken kregen begon het te overtrekken en hard te waaien. We zaten precies op zee, onze kayak sloeg tegen de golven. Een uur later begon het te gieten. Niet echt een succes dus, maar voor diegene die hier ooit naartoe willen komen: een aanrader (bij goed weer, neem de kayakverhuur UITERST LINKS). Leuk is dat je langs de indianen passeert die zich in het meer aan het wassen zijn -:)

Die avond hebben we superlekkere vis gegeten en dat maakt veel goed.

Ook ons hotel was een aanrader, al had het geen naam. De conciërge was ook wel wat raar, hij zat de ganse dag in de gang met z'n neus tegen het glas van een zo goed als lege kamer te staren. Daar stond wel een tv maar die stond niet aan.

Zoals gezegd, mis ik Guatemala. Het land van de mannen met gouden tanden, chickenbussen, prachtige natuur, lekkere eten, leuke cafeetjes, goeie muziek. Het land van zoetekauwen en supervriendelijke (zelfs geen opdringerige) mensen. Ik had er een veel beter gevoel dan in Mexico. Nochtans is het een armer land, maar er waren veel minder straatkinderen, en ook een minder erge kloof tussen arm en rijk. Iedereen is er arm, en iedereen helpt elkaar. Ze zijn ook ongelooflijk trots, wat wel ontroerend is. Trots op hun huis, hun land, hun erfgoed, hun producten. Ik zag zelfs gehandicapten die goeie verzorging kregen. En op de muren staat geschreven dat de natuur respect verdient! De indianenvrouwen zijn overal quasi identiek gekleed, en das ook wel speciaal. Ook Toto zal ik niet vergeten, de man met de meest gehoorzame hond die ik ooit heb gezien. En onze gids op de Pacaya met zijn zoon. De vele lachende en zwaaiende kindjes. De talloze grappige buschauffeurs. En zovele anderen.




Maarten in de chickenbus, gelukkig springt hij er steeds tussenuit omdat hij 2 keer zo groot is als de gemiddelde mens hier.

Antigua, de oude

De hoofdstraat van Antigua
We hebben een tijdje geen internet gehad. De berichtjes die nu volgen zijn dus van plekken die we al bezocht hebben. Het verst in het verleden ligt ons bezoek aan Antigua. Dit was vroeger de hoofdstad van de provincie Guatemala tot ze grondig verwoest werd door een aardbeving op het einde van 18e eeuw. Nog steeds ligt een groot deel van de kerken in ruïnes. Niet dat de Guatemalteken ze niet willen heropbouwen, het is eerder een aandenken aan de wispelturigheid van de natuur. Dankzij Marijke en Dirk zijn we ook de Pacaya vulkaan in de buurt gaan bezoeken. Nog eens heel hard bedankt daarvoor. Het was echt heel hard de moeite. Op 27 mei is de vulkaan onverwachts uitgebarsten met desastreuze gevolgen voor de directe omwonenden. Drie doden vielen er en de meeste huizen in de omgeving zijn volledig verwoest en afgebrand. Ook onze gids zijn huis ging in de vlammen op. Hij had enkel tijd om zichzelf en zijn gezin in veiligheid te brengen. Al zijn bezittingen is hij kwijt. Hij slaapt nog steeds in de school in de buurt, want geld om zijn huis opnieuw op te bouwen heeft hij niet en steun van de regering hoeft hij niet te verwachten. Die is corrupt een heeft enkel oog voor zaken waar ze zelf direct beter van worden. Normaal zou hij met toeristische bezoeken wel heel wat kunnen verdienen, maar na de uitbarsting werd het park rond de vulkaan voor 2 maand gesloten en het is pas sinds 2 weken dat er terug toeristen op de flanken tot in de buurt van de krater mogen komen, maar het toeristisch seizoen is ondertussen afgelopen, veel komen er dus niet meer. Tot overmaat van ramp heeft de uitbarsting ook nog eens alle oogsten verwoest. Het is een harde tijd voor de mensen hier. Toch blijft Rodolfo er de moed in houden en maakt hij de ene grap na de andere.

Semuc Champey...



...zal herinnerd worden als het paradijs op aarde. Het zwemmen in de poelen was heerlijk! De visjes kwamen er aan je tenen knabbelen zoals in de dure wellnesscentra. Aanrader is ook hostel ‘El Postal’, niet om de bedden en al zeker niet om het eten, maar omdat het zo dicht bij de poelen en de grot ligt. Op 2 min wandelen ben je er, dus dan moet je niet eerst een uur op een bus zitten vanuit de stad. Op deze manier hadden we in het begin het paradijs voor ons alleen!
Het hostel ligt midden in de jungle, maar we kwamen er wel opnieuw 3 Leuvenaars tegen. Leuven, eeuwenoud, springlevend: wereldstad!

Na Semuc hebben we een tussenstop in Coban gemaakt, op weg naar Antigua (waar we nu zijn). De rit was nogal speciaal, eerst moesten we lang wachten eer de bus vol was, en toen zijn we door alle kleine baantjes van Coban geraced want de buschauffeur wou eerst nog es bij hem thuis langsgaan. Coban zelf was erg tof, jammer dat zoveel mensen hier voobij rijden. Er is een heel leuk cafeetje waar ze supergoeie koffie en taartjes hebben. Die koffie kostte wel meer dan ons middageten, maar het was het waard. Coban ligt ook heel mooi gelegen tussen de bergen, het klimaat is er ideaal en er heerst een ontspannen sfeer. In het hostel hadden we weer geluk: we hadden een dorm voor ons alleen, net als in Semuc Champey. Het heeft zijn voordelen om in het laagseizoen te reizen! (en eigenlijk geen nadelen)

Morgen gaan we Antigua verkennen, we hebben al gezien dat ze hier veel boekenwinkels hebben dus ik denk dat we ons goed gaan kunnen bezighouden :-)

Tikal

We zijn dan wel om 4u opgestaan om de zonsopgang vanop de site te kunnen zien, en het is dan wel mislukt omdat ons busje veel te laat was, toch was Tikal heel erg de moeite. Prachtig gelegen in het oerwoud, met de bijhorende geluiden en dieren. Vooral de aapjes waren grappig, en we hebben ook een vossenfamilie gezien die een soort kalkoen aanviel. De kalkoen kon ontsnappen. Jammer voor ons en de vossen...

Extra pagina's

Omdat we niet alles in berichtjes kunnen publiceren hebben we ook twee extra pagina's toegevoegd. Het gaat over België in de rest van de wereld en toppers en floppers. Links naar die pagina's vind je net boven de berichten op de startpagina.

Palenque

Ondertussen zitten we al in Guatemala, maar ik wil toch nog graag berichten over onze laatste dagen in Mexico. Onze laatste bestemming daar waren de Mayaruïnes van Palenque. Een eerste obstakel dat we moesten overwinnen was er te geraken. Vlakbij een stad op de hoofdweg tussen San Cristobal en Palenque waren er al verscheidene dagen protesten en blokkades van ontevreden leerkrachten. Om zeker te zijn dat we plek hadden op de bus was ik al 's ochtends tickets gaan kopen. We waren een half uur voor vertrek (18:00) zoals hoort in het busstation. De bus zelf bleek een half uur te laat. Toen uiteindelijk iedereen was opgestapt kwam iemand van de maatschappij aankondigen dat de bus werd afgeschaft en dat we allemaal op de volgende bus, die al stond te wachten moesten overstappen. Daar bleek al gauw dat er 2 plaatsen te kort waren. Je raadt al voor wie! Gelukkig kregen we steun van een vriendelijke Fransman en Spanjaard in ons beklag bij de maatschappij. Na meer dan een half uur discussie werd dan toch beslist om de eerste bus ook te laten rijden. Met anderhalf uur vertraging zijn we dan uiteindelijk kunnen vertrekken.
Door alle vertraging bij vertrek en het feit dat de bus een andere route moesten nemen door de protesten, kwamen we tenslotte met drie uur vertraging om 3u 's ochtends in Palenque stad aan. Samen met het Spaanse koppel besloten we een taxi te nemen richting de hotelletjes in de jungle vlakbij de site. Al gauw bleek dat er geen enkel nog open was, en behalve een barman die zelf in een hangmat onder een afdakje sliep kregen we niemand wakker. Dankzij hem vonden we een 'kampeerplaats' (= een betonnen vloer met afdek). Gelukkig hebben we een slaapzak en een muskietennet mee zodat we ons min of meer konden installeren. Het Spaanse koppel had dat niet, en om 4u hadden ze nog steeds niks gevonden. Eigenlijk was de plek waar we sliepen best nog charmant en werden we, wel wat vroeg na onze korte nacht, gewekt door de luide kreten van een brulaap.
De volgende dag hebben we dan de site bezocht. Die was op zich wel mooi maar was toch niet zo magisch als Teotihuacan of Monte Alban. Bij het verlaten van de site hebben we de interessantste ontdekkingen gedaan. In een overgebleven gewelf van de oude stad verscholen tussen de bomen stootten we op een kelder met vleermuizen! Die zie je hier 's nachts wel meer rondvliegen, maar het was leuk om ook eens hun slaapplaats te zien. Even verder bergafwaarts kwamen we bij een prachtige waterval. Zo eentje als we bij jou, Frederik, ooit op zentv hebben gezien. We hebben ze ook gefilmd, maar het bestand is te zwaar om door te sturen. Het zal zeker te bewonderen zijn bij een van de presentaties die we zullen geven na onze thuiskomst.

San Cristobal!

Ondertussen zijn we al een tijdje in San Cristobal de las Casas. Er is opvallend minder politie op straat, maar ook hier is het heel veilig. Gisteren waren we wel even 2000 pesos (ongeveer 200 euro) kwijt, en we konden maar niet geloven dat het gepikt was. Even later bleek inderdaad dat we gewoon niet goed in onze rugzak gekeken hadden... San Cristobal is rustiger dan Oaxaca, iets minder mooi maar naar ons gevoel wel toffer. Geen dagelijks feestgedruis, meer het ‘gewone’ leven. Het heeft zelfs iets van Leuven. Gisteren ontmoetten we trouwens 2 sympathieke meisjes uit Leuven, de eerste Belgen die we hier tegenkwamen (Mexico kent 4 bevolkingsgroepen: Mexicanen en Indianen uiteraard, maar daarnaast Fransen en Duitsers). Straks gaan we samen met hen enkele authentieke Mayadorpen verkennen.

De blijvers zijn uiteraard de vele winkeltjes met kleren, kralen, zelfgemaakte poppetjes en dingskes, mezcal, kussenslopen, onderleggers en dekens. De kussende koppeltjes in de parkjes. De mannen die denken macho te zijn in sportschoenen. Hun op hoge hakken balancerende schminkpopjes. De modetrend van met pyjama (zo’n sponsen training) of zeer erg gescheurde jeans alle rondingen te tonen (hoewel dat hier in Cristobal wel minder is). De kinderen die ver na bedtijd nog komen bedelen en die je hart in twee scheuren. De iets ouderen, twaalf jaar meestal, die je hier overal tegenkomt waar je eigenlijk een volwassen persoon zou verwachten. Gisteren werden we op onze paardrijdtocht nog begeleid door Ever, een twaalfjarige dus, die niet kon lezen of schrijven maar wel op z’n eentje zorgde voor 9 paarden. Het paardrijden was heel leuk, en we bezochten onderweg een heel interessante lokale Maya katholieke kerk in Chamula. Voor ons ogen werd een kip eerst bijna geroosterd in een tiental brandende kaarsen, vervolgens nog half levend en hard kakelend over een biddende vrouw gewreven, en dan pas de nek omgewrongen. Behalve kippen hangen ze ook nog spuitwater en cola in de vlammen. Waarom zijn de vieringen bij ons niet zo? De sfeer in de kerk was magisch met vele honderden brandende kaarsen, en allemaal prevelende piepkleine indianen met hun mooie haar en kleren.

Na veel vallen en opstaan weten we ondertussen al goed wat we wél en zeker niet moeten eten of drinken. In Mexico City vonden we vooral veel vettig fastfood, maar ondertussen bestellen we al als echte Mexicanen de lekkerste dingen. De kookcursus heeft daarin ook wel geholpen. En na talloze ondrinkbare koffies lukt het me zelfs nu elke morgen een lekker kopje te bestellen. Al dan niet begeleid door die geweldige ochtendshows hier, waarin miss verkiezingen overvloeien in kookprogramma’s (hoe maak je provencaalse saus) en vervolgens weer meer op een modeshow lijken.

Morgen zijn we in Palenque, onze laatste stop in Mexico voor we naar Guatemala gaan. En ik moet nog postkaartjes vinden oei oei. -:)



De Maya (Tzotzil) vrouw die voor ons gekookt heeft.