Rincon de la vieja

Terwijl Maarten bezig is aan het avondeten (Irene en ik zijn al aan het likkebaarden) zal ik proberen onder woorden te brengen hoe mooi Rincon de la Vieja was: heel mooi! We waren ernaartoe getrokken met onze complete campinguitrusting, maar toen we er waren bleek dat de camping al 3 jaar dicht was... De accuraatheid van de Rough Guide is echt grenzeloos. In het park kan je 2 wandelingen doen, maar gezien we nu maar 1 dag meer hadden (heen en terug naar het park kost 40 dollar) moesten we kiezen. Het werd de zwaarste natuurlijk, 17 km naar de krater en terug. Tegen 15u waren we terug beneden en hadden we nog een uurtje voor de taxi ons kwam halen dus hebben we er nog een stukje van de tweede wandeling bijgedaan. Die avond zijn we om 18u30 gaan slapen, zo moe waren we! Vandaag was rustdag en morgen gaan we nog wat vrienden van Maarten in San José bezoeken. We gaan ook ons certificaat ophalen, want een paar dagen geleden hebben we een schildpaddennest gesponsord. Door de klimaatopwarming worden de stranden waar de schildpadden kunnen nesten steeds schaarser, maar het heeft nog veel ergere problemen voor de schildpadden (en andere dieren natuurlijk) tot gevolg. We zijn blij dat we toch dit kleine beetje hebben kunnen bijdragen en zijn van plan nog veel meer te doen.

Wat Maarten niet verteld heeft:

- dat hij touch had op het strand van Manzanillo: deze kleine meneer was niet van hem af te slaan: 'I you like forever!'


- dat we een mooie fietstocht hebben gedaan tot dit dorpje vanuit Puerto Viejo, en een hele mooie wandeling in het nabijgelegen Gandoca en Manzanillo Wildlife Refuge Park. Een aanrader!



- dat we in Puerto Viejo niet veel geslapen hebben wegens feestende mensen zonder respect voor andermans nachtrust. Toen Jan op de muur klopte om stiller te zijn kreeg hij zelfs agressief muurgeklop terug.

- dat Panamezen heel muzikaal zijn, in een boekenwinkel werden we getrakteerd op een zelfgemaakte versie van Beethoven mét Caribische beat. Het was alleszins beter dan de verschrikkelijke muziek in Puerto Viejo!

- dat onze terugkeer naar Costa Rica aan de grens niet van een leien dakje liep. We moesten zelfs terug naar Panama omdat we een stempel vergeten waren.

- dat we nog steeds elke dag genieten van deze schitterende reis!!

een weekendje Panama

Nadat we ongeveer de ganse Caribische kust van Costa Rica zijn afgedaald, besloten we om ook even een kijkje te nemen over de grens in Panama. De bestemming: de archipel in het noordwesten, Bocas del Torro. Dit is vooral voor feestvierders een bekende stek. Wij hebben ons echter op meer serieuze zaken gestort. Met een bootje maakten we een tocht doorheen de archipel. We zagen dolfijnen uit het water springen achtervolgd door toeristenbootjes. Vervolgens gingen we snorkelen in kristal helder water. De koralen zagen paars, geel, oranje, bruin, wit... en de visjes die er tussen zwommen hadden net zo veel kleuren. Spijtig genoeg voor Jan zaten er ook kwallen. De beet was 's avonds gelukkig al verdwenen. Rond de middag zaten we op het "rode kikkerstrand". De kikkers die hier zitten komen nergens anders in de wereld voor. We hadden echter niet veel hoop om zo een kikkertje te zien. Een Amerikaan zei ons al grappend dat er twee mogelijkheden waren om ze te vinden: een ganse dag alle bomen en planten afzoeken of een lokaal kindje met een blad zoeken. En net op dat moment stapt er zo'n kereltje op ons af met op het blad zo'n minuscuul, maar heel mooi kikkertje. De dag werd afgesloten met nog eens snorkelen. We waren nog niet lang in het water of het begon te krioelen van de kwallen. Eline kroop dus snel weer de boot in, maar ik snorkelde als enige rustig door. Net op het moment dat ze mij uit het water kwamen halen zag ik een haai langszwemmen. Het was maar een kleintje van zo'n 50 cm, maar toch leuk om gezien te hebben!
De rode kikker van Bastimentos

Cahuita

De laatste dagen zie ik veel plaatsen waar Maarten 4 jaar geleden gewoond heeft, en das wel fijn. Op Cahuita ben ik het meest jaloers. Het is er net een postkaart, met koraalriffen en mooie stranden, omgeven door prachtige jungle. We onderbraken onze wandeling door het park met een paar uur luieren op zo'n strand en dat is ons niet slecht bekomen :-). We zagen ook vele aapjes, van wel heel dichtbij, want eentje slaagde erin een koek uit de rugzak van Jan te pikken. Ze zijn erg snel en je moet constant op je hoede zijn. Gezien de hoteleigenaar een creeperig figuur was zijn we 's avonds verhuisd naar Puerto Viejo waar we deze voormiddag een handje hebben geholpen bij het opknappen van een schooltje. Een koppel sympathieke CanaHollanders hielpen ook mee.
Puerto Viejo is een surfersstadje en heeft net als Cahuita een echte Caribbische sfeer. De bevolking is er authentieker dan op de andere plaatsen die we tot nog toe gezien hebben. Het is er alleszins wel leuk, én ze hebben hier ongelooflijk luid snurkende honden. Momenteel ligt er eentje aan mijn voeten en ik hoor het geluid van het toetsenbord niet.


Op het strand in Cahuita NP
Een schooltje aan het renoveren

En andere beestjes

Zoetwaterschildpad tijdens een kayaktocht in Tortuguero
Mannelijke basilisk
Vrouwelijke basilisk
Zonnende kaaiman
Groenerug reigertje
Brulaap klimt via trap in de boom
en 2 beestjes in het water

Een strand vol schildpadden

Tortuguero is in de eerste plaats bekend als dé nestplaats voor de groene zeeschildpad. Die komt er tussen juni en november haar eitjes leggen. Op het hoogtepunt komen er op een nacht zo'n 3000 dieren nesten en dat op een strand van ongeveer 39 km lang. In oktober loopt het seizoen op z'n einde, maar heb je toch nog gemakkelijk enkele honderden schildpadden per nacht op het strand. Zelf heb ik een jaar voor een project gewerkt in Cahuita en Gandoca in het zuiden van de Caraïben (daar trekken we later nog naar toe). Dus ik wist al wel hoe dat dit allemaal in z'n werk gaat, maar voor Eline en Jan was het allemaal nieuw. Ik ga hier niet gans het nestproces uitleggen. Dat zou op zich al een ganse website vol zijn. Ik houd het dus bij wat we gezien hebben. We zijn overdag een paar keer op het strand geweest om babytjes naar de zee te zien lopen. We hebben ook een havik eentje zien opeten, maar zo is de natuur. En er lag ook ergens het schild en de beenderen van een volwassen exemplaar. Waarschijnlijk opgegeten door een jaguar. Jaarlijks eten die ongeveer 300 schildpadden die komen nesten. Spijtig genoeg hebben we de jaguar zelf niet gezien.
We wilden natuurlijk ook zelf een nestend exemplaar zien. Dus zijn we ook 's nachts onder begeleiding het strand op gegaan. Na de inleidende uitleg zagen we al gauw het spoor van eentje. Terwijl we zaten te wachten tot die klaar was met het graven van het nest en zou beginnen leggen kwam er 20m verderop een andere de zee uitgekropen. Best indrukwekkend! Uiteindelijk begon de eerste dan toch met leggen. En hoeveel eitjes waren het wel niet. Zeker 120! Toen ze klaar was begon ze handig en voorzichtig de eitjes met zand te bedekken met haar achterste flippers. Voor ons spijtig genoeg het moment om te vertrekken, want we hadden haar graag naar de zee zien lopen.
Net uitgekomen babytjes

1 week Costa Rica

We zijn hier ondertussen een week, en hebben al veel mooie dingen gezien. Monteverde was uitzonderlijk droog, dus van het bekende rainforest was niet veel te merken. Maar we hebben er wel een tarantula gezien en hier en daar zaten we in de wolken. Toen we naar de vulkaan Arenal gingen trok het regenseizoen aan, dus was van de vulkaan zelf niet veel te zien. 1 keer een paar seconden wel, toch volgens Jan en Maarten (ik heb het natuurlijk gemist). Ondertussen hoorden we dat je echt wel héél veel geluk moet hebben om de vulkaan en de lava die eruit stroomt te zien. We deden er wel een mooie wandeling naar de top van een nabij gelegen en uitgedoofde vulkaan, de Cerro Chato. Af en toe hoorden we de Arenal rommelen toen we door de dichte mist naar boven klommen. Het zat er vol met kolibries en we hebben er een gordeldier en 2 soorten toekans gezien. In het kratermeer zat het vol kleine kikkers, die een mooi concert gaven. We zijn ook naar een soort van kikker - en slangenzoo geweest, dus nu weten we perfect welke giftig zijn en welke niet. De hotsprings (die ze ons veel te duur hebben aangesmeerd) waren een heel goeie en warme massage, maar zijn feitelijk gratis toegankelijk. Je moet het alleen weten zijn: onder de brug op de weg naar het meer.

Samen met Jan op de flanken van de Cerro Chato
Een persoonlijk concert van de kikkertjes

Pura vida, Costa Rica!

We zijn eindelijk aangekomen in mijn tweede vaderland. Natuurlijk is de eerste plek waar we hier naar toe trekken mijn gastfamilie. Ik wist nog perfect welke bus we moesten nemen naar het huis van Irene. Er is wel wat veranderd. Mijn gastouders zijn gescheiden vorig jaar. Het was niet zo'n al te beste scheiding, dus Irene heeft dan ook geen contact meer met Rigo. Irene heeft ondertussen een nieuwe vriend, Guillermo. Mijn oude kamer daar is ondertussen verhuurd aan een studente en ook de oude werkplaats van Rigo is een studentenkamer geworden. Toen we toekwamen werden we warm onthaald door Lincy, de liefste hond van de wereld.
Irene en Guillermo zijn helemaal in de ban van een soort Bulgaarse hippiedans, Paneuritmica. Ze hebben er ons op zaterdag mee naar toe gelokt. We hebben braaf meegedaan al hadden we het soms moeilijk om onze lach in te houden. Geef mij maar yoga. Na dit sportief intermezzo zijn we naar de vallei van Orosi getrokken. Het is een mooie plek, met de ruïnes van het oudste kerkje van Costa Rica omgeven door velden chayote (een soort kruising tussen pompoen en courgette).
Ondertussen zijn we ook niet meer alleen op stap. De komende maand trekt Jan met ons mee door het land. Hij heeft onze voorraad chocolade weer aangevuld. Want die was al lang verdwenen. En hij had voor Eline ook het nodige nieuws en roddels mee over het werk. We zijn blij dat hij er is.
De zonnegroet bij paneurtimica

Blij weerzien met mama Irene

Hasta la vista, Nicaragua!

Gisteren, pas over de grens in Costa Rica, was het al duidelijk: dit wordt helemaal anders. Onze taxichauffeur knipperde met zijn sleutel, alle portieren gingen open, de kussens waren niet weggezakt en de versnellingsbak werkte naar behoren. In Nicaragua gaat het als volgt. De taxichauffeur steekt zijn hand door het raampje, waardoor hij de deur aan de chauffeurszijde open krijgt. Vervolgens rekt hij zich naar de enige andere deur die open kan (gemiddeld werken er maar 2), slaat er een paar keer op, en we kunnen instappen. Gezien de eerste versnelling niet werkt gaan we er al piepend vandoor. Soms wel pijnlijk op een kapotte zetel met een kapotte vering.

Een paar tips voor de Nicaragua-reiziger of immigrant. Check de vertrekuren en vertrekplaatsen van bussen en boten met verschillende personen. Ze bedoelen het allemaal goed, dus als ze het niet weten zeggen ze zo maar iets. Als je uiteindelijk de juiste bus vindt, neem je dan zodra je instapt héél goed vast (als je al geluk hebt dat ze stoppen). Vergeet ook niet dat alle voertuigen een hobbelige weg aankunnen. Zelfs al is die weg te nauw en zijn de putten een halve meter diep. Bereid je voor. Als je in een boot stapt, doe zoals de Nica's en ga allemaal aan dezelfde kant zitten. Das leuk.
Slik alle s-klanken in. Zeg dus niet 'gracias', maar 'gracia', etc. Niet aan te raden voor de beginnende leerling Spaans. Hoewel, als je op alles 'Que bueno!' zegt komt het ook wel goed.
Maak de meest verschrikkelijke dranken, want alleen het kleur is belangrijk. Roze verkoopt goed. En oja, lust je eigen nationale gerecht niet, maar geef wel kookles aan toeristen.
Verkoop alles wat je maar kan vinden en bedenk er een goeie reden voor. Of open een winkel, maar verkoop er zo goed als niks. Een andere mogelijkheid: werk een jaar of 5 erg hard, dan hoef je de rest van je leven niks meer te doen.
Ga zeker naar Nicaragua op feestdagen, want dan mag je je openbaar bezatten en mensen slaan.
Wil je graag zwemmen, zoek dan een bord waarop staat 'verboden te zwemmen' en zwem daar.
Bellen doe je altijd en overal, op de top van een vulkaan, midden in het oerwoud, op zee. Babbelen kan immers best tijdens de werkuren.
Toeristen zijn heilig, dus alleen, maar dan ook alleen voor hen, knap je je huis op. Dit wil zeggen, schilder over alle barsten en kapotte dingen heen.

Maar vooral: wees gelukkig.
Nicaragua: een top-bestemming. Net als Guatemala. We love it!

Lieve kindjes tonen trots hun hondje

El Castillo

Onze laatste bestemming in Nicaragua is een die door niet al te veel toeristen bezocht wordt: El Castillo. Langs de rivier San Juan die de verbinding vormt tussen het meer van Nicaragua en de Caribische zee liggen de ruïnes van dit oude fort. De bedoeling was om Granada te beschermen tegen de aanvallen van piraten. Echt lang heeft het echter niet gediend. Na enkele tientallen jaren werd het verwoest door de Engelsen onder aanvoeren van Nelson, de latere aanvoerder van de slag bij Gibraltar. De ligging van het fort is magnifiek en er ligt een slaperig dorpje rondom. Toen wij toekwamen vertrokken er net 3 toeristen, wat van ons op een slag de enige buitenlanders maakte. De natuur is er prachtig, het dorpje rustig en de mensen super vriendelijk. Het begint stilaan de gewoonte te worden: we hebben er te paard de omgeving verkend. Eline ging er vaak vandoor als een echte Amazone. Mijn paard, el pajaro (de vogel), was eerder koppig en maakte zijn voeten liever niet vuil dan dat hij over de velden en heuvels vloog. Ondanks alle pracht en de rust die er heerst is het niet helemaal verwonderlijk dat er weinig toeristen komen. Om El Castillo te bereiken ben je al gauw meer dan een dag onderweg. Maar de boottocht er naar toe is echt wel de moeite. Wij vertrokken met de ferry vanuit Isla de Ometepe. Die tocht was 's nachts over het meer en we hingen onze hangmat op het dek zodat we van de sterren konden genieten. De volgende ochtend namen we dan een kleinere boot. Na twee uur op de rivier omgeven door oerwoud en hier en daar een paalwoning langs de oever kwamen we dan uiteindelijk aan. 
Zicht vanuit ons hotel

Isla de Ometepe

Muggen, muggen en nog eens muggen. Daaruit bestaat het eiland, naast 2 hele mooie vulkanen. Eentje hebben we beklommen, de Maderas, en het was een zware tocht. 8 km klimmen (en vaak op handen en voeten) en dan weer 8 km steil naar beneden. Mijn knieën hebben het als bij wonder heel goed gedaan, maar vandaag zijn ze wel aan rust toe! Halverwege dacht ik dat ik nooit tot boven zou geraken, maar ik wilde het onderspit niet delven tegen de 5 mannen die ook mee waren. Ik was dan wel als laatste boven, maar als eerste beneden. We hadden ook niet genoeg eten mee omdat we niet wisten dat het zo zwaar zou zijn. Gelukkig kregen we van een Duitser en een Amerikaan (die natuurlijk veel te veel koeken mee had) genoeg krachtvoer om de tocht te overleven. De camera hebben we de hele tijd meegesleept, maar geen enkele foto gemaakt. Nadien konden we wel een frisse duik nemen in het grootste meer van Centraal-Amerika. Op naar El Castillo!

Op weg naar Isla de Ometepe

Granada

We zijn alweer verhuisd, richting Granada deze keer. Drie keer werden we doornat, drie keer zongen we Panpanamericano op de bus, drie keer vroeg dezelfde vrouw ons of we toch maar geen cashewnootjes wilden...?
Granada is een mooi stadje, maar veel te toeristisch. Dat merkte ik daarjuist aan de levende lijve. Verblind door het mooie koloniale gebouw met een prachtige patio werden we een (veel te duur bleek achteraf) restaurant binnengezogen. Ze beloofden ons live-muziek, hoewel we de enige gasten waren en dat voor ons niet nodig was. Toen de rekening kwam, bleek dat we 2 dollar te kort mee hadden en dat het live orkest net toen eindelijk in gang schoot. Maar Maarten moest geld afhalen en bleef wel even weg, dus zat ik daar helemaal alleen in een erg grote gallerij met een 7 koppig orkest en een charmezanger. Was ik even beschaamd zeg. We zijn nog blijven zitten tot er andere mensen kwamen, want je kon die mannen toch niet voor een helemaal lege zaal laten spelen he?
Schuilen onder een palmblad

En we strekten de beentjes

Tijdens een van onze strooptochten door Leon ontdekten we de 'Quetzaltrekkers', een vrijwilligersorganisatie die trektochten organiseert in de prachtige natuur van Nicaragua en met de opbrengst een schooltje financiert. We werden er meteen op koffie getrakteerd door deze vriendelijke en enthousiaste mensen en besloten een dag met hun mee te gaan. Gezien het laagseizoen moesten we wel even wachten, maar gisteren was het zover. We hadden het geluk dat we meekonden op een testwandeling, waarbij ook gestopt werd in het desbetreffende schooltje en een ander dorpje. Eerst werden we met een 4x4 tot het schooltje gebracht. We hebben ondertussen al veel hobbelige wegen meegemaakt, maar dit sloeg wel alles. Vol schrammen en blauwe plekken (maar de rit was wél superleuk) kwamen we aan. Het was heel interessant om zo'n bergdorpje te bezoeken, de mensen die er wonen komen niet vaak buiten hun dorp. Na onze rit begrepen we waarom! Ze zijn er heel arm maar wel ongelooflijk vriendelijk en nieuwsgierig. We gingen ook een kijkje nemen naar een half afgewerkt toilet die ze met geld van Quetzaltrekkers aan het bouwen waren voor het schooltje.
Net toen het hard begon te regenen vertrokken we op onze wandeling naar de Talicavulkaan. Onderweg passeerden we, volledig verzopen, nog een ander dorpje. Ondertussen begon het op te klaren en maar goed ook, we hadden een prachtig zicht op de vulkaan. Onze lunch namen we op de rand van de krater, die nog actief was en rookpluimen in ons gezicht stuurde. De mannen vonden het leuk stenen in de krater te gooien en kleine lawines te veroorzaken. Ik zal maar geen namen noemen van de actiefste onder hen...
Toen volgde nog een lange afdaling terug, waarbij we onze weg letterlijk door het oerwoud moesten kappen. Hierdoor liepen we vertraging op, waardoor we niet om 4u, maar pas om 6u aan de bushalte aankwamen. Geen probleem, want we werden opgehaald door een chickenbus mét TV aan boord, aan ware luxe, terwijl we van ons verdiend pintje aan het drinken waren. Een lange dag, maar wel een van de mooiste van deze reis. Wandelen door prachtige natuur met sympathieke mensen die dozen vol lekkere koekjes en leuke verhalen meehadden is echt een fijne ervaring. En we hebben een plan van alle fijne plekjes in Nieuw Zeeland op zak, dankzij Connor uit Nieuw Zeeland die ontroerend trots was op zijn thuisland en maar niet kon stoppen ons tips te geven :-)
Smullen op de rand van de krater

We koken een potje geschiedenis

Leon is een stad met een rijk verleden. Samen met Granada is het de oudste koloniale stad van het land. Daarom hebben we een historische rondleiding gevolgd. Onze gids was een Nederlander, Harie. Hij woont al vier jaar in Leon en doet al enkele jaren rondleidingen. Hij vertelde ons dat Leon vroeger 20 km verderop lag maar dat in de 17e eeuw de stad naar zijn huidige plek vlak naast een Indiaans dorp verhuisde. Na een vreedzaam samenleven gedurende 4 jaar konden de Spanjaarden zich niet meer beheersen en vermoordden de Indiaanse hoofdman. Toch heeft het Indiaanse deel altijd een zekere onafhankelijkheid behouden, al was die soms wel heel beperkt. Tegenwoordig beslist een raad van 18 wijzen over de meeste zaken.
Leon was ook een belangrijke stad in de start van de Sandinistische revolutie. Die heeft eind jaren zeventig een einde gemaakt aan 35 jaar dictatuur. We zijn een voormalige politieke gevangenis gaan bezoeken. De zaken die daar gebeurden zijn vergelijkbaar met wat de Nazis in de concentratiekampen deden. Alleen heeft de gevangenis 25 jaar dienst gedaan. Aan de dictatuur en de oorlog die volgde op het einde hangt ook een heel vies Amerikaans geurtje. Misschien herinneren sommigen van jullie nog het Iran-Contra schandaal uit de jaren 80.
Voor die serieuze rondleiding hebben een kookcursus gevolgd bij een familie in het Indiaanse deel van de stad. We hebben indio viejo (oude indiaan) gemaakt. Het lijkt een beetje op Nicarguaanse waterzooi. De legende achter het gerecht is dat de Spanjaarden kort na de verovering patrouilleerden door het land. Ze kwamen 's avonds bij een huis aan waar het heerlijk rook. Met honger klopten ze aan en vroegen wat er te eten was. De vrouw des huizes antwoordde dat de oudste indiaan van het dorp net gestorven was en dat ze hem aan het bereiden waren. De Spanjaarden mochten gerust aanschuiven. Maar met een groen gezicht besloten die toch maar verder te trekken.
Ter herinnering aan de burgeroorlog