Laatste bericht - SNIF - uit Zuid Amerika

Ons hostel in Valparaiso (Luna Sonrisa) heeft dan wel een goed ontbijt, maar qua familiariteit is de sfeer maar magertjes. Al onze vorige hostels waren stukken gezelliger (en evenveel stukken goedkoper). Ik kan me niet voorstellen dat we hier bij ons afscheid een stevige omhelzing van de eigenaars zullen krijgen, zoals anders de gewoonte is.
Het wordt uitgebaat door een Chileens-Brits koppel. De Brit Janek (die ooit in een Guinness fabriek werkte) heeft een paar Footprints over Chili geschreven. We dachten dus dat hij de ideale man zou zijn om ons een tip te geven voor een daguitstap. Daar hadden we wel zin in na 2 dagen Valparaiso; het is mooi maar niet zo groot. Hadden we eerder geweten dat er niet zoveel te zien is in de omgeving, waren we wel wat langer in Villarica gebleven.
Op aanraden van de hoteleigenaar vertrokken we naar Quintay. We hadden weer eens stom geluk, de bus had vertraging waardoor we nietsvermoedend op het nippertje de laatste bus haalden. We dachten dat er elk half uur een zou vertrekken, maar dat was blijkbaar niet zo. Janak had ons gezegd dat we er 'zeker wel enkele uren zouden willen doorbrengen'. Echter, na een half uur het hele dorp doorgewandeld te hebben zonder iets interessant te zien, begonnen we ons af te vragen wat we over het hoofd gezien hadden. We keken nog eens heel goed rond, maar zagen niks. Toen Maarten in de bosjes dook voor een sanitaire pauze, vonden we plots een wandelpad, dat even plots weer ophield. Het ging ook nog eens steil naar beneden. Gelukkig hebben we ondertussen al wat ervaring met zo'n dingen, dus klauterden we de heuvel af. En inderdaad, we waren er enkele uren zoet mee. Misschien was dit wat Janek bedoelde. Het zicht op de oceaan was mooi, en we raapten veel mooie schelpen. Die we dan maar terug weggooiden want die mogen niet mee naar Nieuw-Zeeland. Uiteindelijk konden we de tijd toch rekken tot 5u, en daar ging gemakkelijk nog eens 2u bij met het wachten op de bus en een praatje maken met een Chileens echtpaar. Zij waren bevriend met de Belgische Stefanie, die werkt in het Viacafé waar wij gisteren iets zijn gaan drinken. De meeste Chilenen weten altijd iets over België te zeggen (en minder over zichzelf zoals de Argentijnen). Of ze weten dat we er goed bier hebben, of dat we al lange tijd geen regering hebben, of dat Brussel de hoofdstad is. En ze zijn heel geïnteresseerd om meer te weten te komen.

Wat we allemaal niet vonden tussen de rotsen!
Een krab keek mij vanuit het water boos aan
Mooie rotsen met op de achtergrond de oceaan
Beetje vreemd, cactussen langs de oceaan
Een ander verschil met Argentinië vind je in de supermarkt. Hier verkopen ze goed uitziende, verse groeten. Wat ze in Argeninië verkopen ziet er zo verlebberd uit dat wij het aan de kippen zouden geven. De Chileense keuken is ook gevarieerder dan de Argentijnse, al is de kwaliteit van het vlees minder (behalve dan het overheerlijke lamsvlees). Ze maken het ruimschoots goed met de erg lekkere en goedkope zeevruchten. Maarten kon zich niet inhouden en heeft na een Peruaans, een Chileens kookboek gekocht. Gezien we in Nieuw-Zeeland vooral zelf gaan koken, kan ik dat alleen maar toejuichen!

Ik herhaal nogmaals dat Chili de perfecte vakantiebestemming is. In het zuiden spreken ze het beste Engels dat we op onze reis zijn tegengekomen, in het noorden iets minder maar toch nog voldoende. Er is een enorme variatie in het landschap, er zijn stranden en gletsjers, woestijn en bossen. Chilenen zijn enorm gastvrij, grappig en gezellig. Met zowat alles moeten ze lachen, en als je meer kan zeggen dan 'gracias' en 'hola' vallen ze bijna op hun knieën en feliciteren ze je met je 'perfecte' Spaans. Ze zijn realistisch en bescheiden, je zal hun nooit horen opscheppen. In de steden hangt er een leuke, relaxte sfeer. Overal waar we geweest zijn was de lucht erg gezond en de natuur prachtig. Je moet er wel vaak een stevige wind bij nemen, en de Spaanssprekenden zullen moeten wennen aan hun woordenschat. Vele dingen kregen hier een andere naam, ik vermoed puur voor de grap. Ze vinden het telkens weer hilarisch als we fronsend vragen 'manchar'? Oh, dat heten ze in Argentinië dulche de leche, lachen ze dan. Ah, dulce de leche, dát kennen we wel.
Chileense en Argentijnse mannen haal ik ondertussen heel gemakkelijk uit elkaar. De Chileen heeft een klassiek kapsel, met een nette scheidingslijn, en zeker nooit lang. De Argentijn wil liever hip zijn, en doet er alles aan met géén klassiek kapsel buiten te komen. De Boliviaan lijkt op een Chileen, maar dan met gescheurde kleren. Easy.
Chilenen lijken niet alleen uiterlijk meer op Bolivianen dan op Argentijnen (maar Chili is geen ontwikkelingsland zoals Bolivia). Wat ze bijvoorbeeld ook gemeen hebben is hun onkunde om afstanden in te schatten, en hun liefde voor prulgsm's of miniradio's en die dan heel luid te zetten op straat. En hun sentimentaliteit.

Waar je bij de Chilenen wel moet voor opletten is hun 'ikke eerst' gedrag. Telkens weer steken ze je voorbij terwijl je braaf een half uur aan het aanschuiven bent, of nemen ze de beste plaatsen voor zichzelf. Grace had bijvoorbeeld de meeste jassen aan van ons allemaal, maar ging toch iedere keer op de enige -gegeerde- plaats binnen in de camion zitten, terwijl wij klappertandend in de laadbak moesten. Het probleem is, je kan haar dat niet kwalijk nemen. Ze zijn allemaal zo. En ze doen het niet met opzet, ze weten gewoon niet beter.

Het is een raar gevoel weg te moeten uit Zuid Amerika. Gisteren genoten we nog van de gastvrijheid tijdens een feestje, morgen nemen we het vliegtuig. In de 6 maanden dat we hier al rondlopen leerden we Centraal en Zuid Amerika enorm appreciëren. We willen zeker nog eens terugkeren naar Guatemala, Costa Rica, Nicaragua, Bolivia en Chile. En hopelijk gaan we ooit eens naar Panama, El Salvador, Ecuador, Brazilië en Columbia. Landen die nu ook al op ons lijstje stonden, maar met 'slechts' een jaar tijd geschrapt werden.

Tijd om onze koffers te pakken en met een warm gevoel een nieuwe richting in te slaan: Nieuw-Zeeland! De Nieuw-Zeelanders die we zijn tegengekomen waren alle zeer sympathiek, dus ik ben er zeker van dat we ook daar een fantastische tijd tegemoet gaan. Benieuwd of hun wijn even lekker als de Argentijnse, en hun natuur even mooi als de Boliviaanse en de Chileense zal zijn...

Daarover later meer!

Villarica: de allermooiste plaats om tot rust te komen. Een besneeuwde zeer actieve vulkaan aan een helder meer, zo mooi. In de winter kan je er zelfs op skieën, stel je voor. Hier hebben we uren gezeten.

Impressies van Valparaiso met een landloper en een zieke, na een nachtelijke busrit

Gelukkig is Maarten ondertussen geen landloper meer na de tussenkomst van zijn mama. Maar hij stond toch enkele dagen onder die naam in het stadsregister van Leuven. Een mooi staaltje van de Belgische bureaucratie.
Ikzelf ben al enkele dagen verkouden na ons boerenavontuur, maar het mooie weer in Valparaiso heeft deugd gedaan. Toch straks een vroeg het bed in!
Ondanks onze vermoeidheid hebben we al veel mooie plekjes in de stad gezien. 

Landloper in een steegje...

Overal vind je slapende honden (best niet wakker maken he)

De bedrading zit ingewikkeld in elkaar - maar is toch eenvoudig ivgl met wat we in India zagen

Niet alleen honden krijgen een huisje, voor katten wordt ook gezorgd

Originele manier om je fiets op te bergen als je geen plaats hebt

Mondriaan - rood, geel, blauw, zwart én wit!

Spelende kinderen in de wijk die 'museum in openlucht' heet

De was en de plas

In zo'n mooie stad pak je elkaar al eens rapper vast ;-)

Op de boerderij in de schaduw van de vulkaan

Al verscheidene weken proberen we op een estancia of boerderij mee te gaan doen met het Chileense boerenleven. Uiteindelijk is dat dan toch gelukt in Voipir Seco, een gehuchtje in de schaduw van de vulkaan Villarica. Eigenlijk gebeurde dat eerder toevallig. We waren bij het toeristisch kantoor van Villarica langsgegaan om meer informatie over trektochten in de omgeving. Een enthousiaste stagair, Manfred, gaf ons hopen uitleg en bleek net bezig te zijn met de start van een project plattelandstoerisme.
Na een voormiddag rafting, met rapids tot IV, maar niet zo goed of impressionant als in Costa Rica, spraken we met Manfred en zijn vriendin Grace af om naar het platteland te trekken en de tweede dag een wandeling te doen door het Nationaal Park op de flanken van de vulkaan. Zo kwamen we terecht bij Don José en Doña Adelina. Beiden op pensioen en sinds drie jaar bezig met een hobbyboerderij. De boerderij ligt langs 3 kleine riviertjes. Langs een is Don José bezig met een zalmkwekerij te bouwen. De jonge zalmen liet hij ons al trots zien. De bassins moest hij nog bouwen. We zetten onze tent op in een rustige weide. Daarna gaan we mee de kippen, kalkoenen en biggen voeren. Een van de biggen heeft hij van een buur. Het is een kruising van een tamme zeug en een wild varken uit de omliggende bergen. Als de zeugen buiten in de wei staan, gebeurd het soms dat ze gedekt worden door wilde varkens. In de groentetuin groeiden dezelfde groenten als thuis bij mijn ouders. Voor mij niets nieuws, maar voor Manfred en Grace een openbaring.
De kippen voederen terwijl de biggen verlekkerd toekijken
Daarna gingen we de kalveren op stal jagen. Dit is nodig omdat ze anders alle melk opdrinken en de koeien niet meer gemolken kunnen worden. Van de wei gingen we naar de boerderij van buurvrouw Doña Monica. Zij begeleide ons naar een uitzichtpunt op een heuvel in de buurt. Onderweg gaf ze ons uitleg over verschillende kruiden en planten in het bos. Toen we terug beneden aankwamen was haar jongste zoon net de paarden aan het eten geven. Twee ervan bleken racepaarden en ze toonde ons de piste die ze begin december en op kerstmis gebruiken voor races. Het was eigenlijk gewoon een lange smalle weide waar er sprint van 200 of 250 m gehouden wordt. Alle boeren uit de omgeving komen kijken en gokken. Van de opbrengst kopen ze kerstcadeaus voor de kinderen van de plaatselijke school. Zelf mochten we ook een kort tochtje maken op een van hun mooie paarden. De dag werd afgesloten met een op een soort Leuvense stoof bereidde avondmaal van kip en aardappelen begeleid door sla en tomaten, boerenkost die je ook bij ons krijgt.
Als een echte campesino klaar voor een paardrijtochtje
De volgende ochtend bij een ontbijt van warme smoutebolachtige broodjes vertelde Don José over zijn tijd als houthakker en de uitbarstingen van de vulkaan. De laatste serieuze uitbarsting dateert van 1984, maar die van 1972 had meer indruk op hem gemaakt. Hij was toen zelf met zijn broer in de weide op de flanken van een heuvel. Ze zagen de vulkaan rotsblokken, as en lava spuwen naar het noorden en zuiden. Zij stonden gelukkig op een heuvel in het westen. Iets onder de rand van de krater ligt er een gletsjer. De lava deed een deel van het ijs smelten, waardoor de lavastroom wel sneller stolde, maar een lawine/vloedgolf verwoeste wel een groot deel van de lager gelegen bossen. Nadien vertelde Doña Adeline een enorm straf verhaal. Ze woonden in de bergen en ze was zeven maanden zwanger van haar eerste dochter en alleen thuis. Plots hoorde ze buiten de kippen een geweldig lawaai maken alsof de hel was losgebarsten. Ze rende naar buiten en zag dat een wat zij dacht een wilde hond was, zich te goed aan het doen was aan de kippen. Ze graaide naar een tak, liep op de hond af en gaf hem eerst een slag op de rug. Verdwaasd draaide die zich naar haar toe. Daardoor kon Doña Adelina hem een stevige tik midden tussen de ogen geven. De hond zonk neer op de grond. Hoeveel slagen ze hem nadien heeft gegeven weet ze niet meer. Toen ze weer helder kon kijken, zag ze dat het wel een heel vreemde hond was, met ronde oren en gekrulde staart en enorme tanden. Het was geen hond, maar een poema! De dag nadien stond het verhaal in alle kranten van de streek.
Straffe verhalen bij het heerlijke ontbijt
Na onze pogingen om de koeien te melken (met de hand en dat ging verwonderlijk vlot) brachten Don José en Doña Adelina ons naar de ingang van het Nationaal Park en namen we verkleumd van buiten maar warm van binnen afscheid.
De boerin melkt Bella
Het was mistig en klam. Niet het beste weer voor een lange tocht. We klommen langs de oever van een oude lavarivier langzaam omhoog tot we na een half uurtje door de wolken braken. Het zicht dat we daar op de vulkaan voorgeschoteld kregen was prachtig, het was ook de eerste keer dat we hem echt zagen liggen. Zijn mooie kegel omringd door sneeuw en ijs en voortdurend rook aan het uitbraken.

Een mirador, met inderdaad een mooi zicht... 
Eindelijk uit de wolken, zien we de prachtige vulkaan Villarica liggen
Het idee van Manfred was om via een weinig gebruikt pad tot aan de gletsjer te wandelen en dan af te dalen naar een dorp op de zuidflank. Geleidelijk verdween het pad in de indrukwekkende begroeiing van ons onbekende bessenstruiken en 30 m hoge Pehuen-bomen. Dit zijn een soort naaldbomen die van belang waren voor de Mapuche-indianen. Dit waren de bewoners van de streek voor de Spanjaarden het land hier opeisten. Het hout is mooi en stevig en wordt nu nog gebruikt om allerlei souveniers van te maken, van lepels en kommen tot stoelen en tafels. De zaden zijn groot uitgevallen pijnboompitten die een beetje smaken zoals kastanje. Na nog een half uur door de het bos dwalen, bleek dat het pad volledig verdwenen was. We keerden dus maar terug naar het hoofdpad om langs daar onze tocht verder te zetten.
Een bosbewoner opgeschrikt door ons geploeter door het struikgewas
De parasolachtige Pehuen-bomen
Het werd tijd om aan de afdaling te starten. Volgens Manfred was het ongeveer een uur tot aan de enige bus. Dat zou wel lukken. Eline en ik zetten er stevig de pas in, maar tot onze verbazing begonnen Manfred en Grace, die tot dan toe er goed de pas hadden ingehouden, plots te slenteren. De bus hebben we dus gemist. Dan maar 15 km extra stappen tot aan hoofdweg. Typisch Latino manier van doen. We zijn dat ondertussen al gewoon dus we wondden ons er niet in op. Na 3 km konden we gelukkig een lift nemen tot de hoofdweg en een bus. Om onze tweedaagse in schoonheid af te sluiten gingen we een ijsje eten in de lokale badstad aan een koud meer. Het leek wel Blankenberge op een zonnige zomerdag, alleen was de omgeving vele duizenden keren mooier dan Blankenberge.
Geniet van meer, zon, strand en ... een ijsje!
Nu nog een weekendje aan de zee in Valparaiso en ons eerste zes maand en Latijns-Amerika zitten erop. Het vliegt allemaal veel te snel voorbij.

Hoe reageren op onze blog

Beste lezers,
Een aantal onder jullie hebben al, tevergeefs, pogingen ondernomen om op berichten te reageren. Hier een handleiding hoe het zou moeten lukken.
1. Onder elk bericht staat een link naar "reacties". Als je hierop klikt, krijg je het ganse bericht en onderaan een veld waarin je de reactie kunt plaatsen.
2. Onder het veld om een reactie te plaatsen staat een veld met de naam "reageer als". In het veld erachter kan je kiezen uit verschillende mogelijke accounts die je hiervoor kan gebruiken.
3. Als je een google account of een van de andere accounts van die lijst hebt kan je op "reactie plaatsen" klikken. Maar enkel als je op dat moment met die account bent aangemeld op eender welke ander site die je open hebt, zal je reactie geplaatst worden. Zoniet, zal je eerst moeten aanmelden.
4. Als je nog geen van de mogelijke accounts uit het lijstje hebt, is het aanmaken van een google account het eenvoudigst. Je kiest gewoon in de lijst bij "reageer als" voor google account en klikt op "reactie plaatsen"(hetzelfde als in punt 3).
5. Je komt op een pagina waar je kan inloggen, moest je al een account hebben. Onder dat veld is er ook een vakje met "Heb je geen google-account? aan de slag".
6. Klik daar op, en volg de aanwijzingen die op het scherm verschijnen om een account te maken.
7. Als dat gelukt is moet je aanmelden en kan je onze blog openen en reacties plaatsen.
8. Lukt het toch niet dan kan je mij altijd mailen voor meer uitleg.

Chili: van zuid naar noord

We zijn nog steeds onverdeeld enthousiast over Chili. De mensen zijn hier zo schattig, en net als de Bolivianen erg lief. Elk hostel waar we tot nu toe gelogeerd hebben wordt gerund door op z’n minst een overactieve halfgare homo, of een goedlachse grappige omafiguur. In Puerto Natales stonden we ‘s morgens om 9u op om alle deuren open te vinden en het bordje van het kantoor ‘abierto’ (open). Gezien het personeel lag te snurken een paar deuren verder, hebben we maar braaf het bordje omgedraaid naar ‘cerrado’ (gesloten) en de voordeur dicht gedaan. Dat ze de deuren hier niet sluiten is normaal.

Onze gezellige badkamer in Puerto Natales

Soms is deuren sluiten nutteloos
De hostel-homo liep de ene dag rond in zijn boxershort en een soort nonnenkap in een vreselijk kleur, terwijl hij met wijdse gebaren toeristen uitleg gaf over Torres del Paine; de andere dag droeg hij een iets te netjes gestreken hemd met een al even te deftige, zelfs lange, broek. Maar in geen van beide outfits kon hij langer dan 10 seconden blijven zitten. Zijn gezicht – en dito reactie – toen we veel vroeger als verwacht van onze trektocht terug in zijn hostel aankwamen zal ik nooit vergeten. En hij giechelde erbij als een schoolmeisje. Geniale gast.
Het is misschien raar om zeggen maar vele Chilenen lijken homo. Een van de bekendste is de TV advocaat die elke morgen over fait divers op erg overtuigende manier zijn zegje mag doen. Wat er ook gebeurd, ze roepen hem erbij. Zo krijg je beelden van een interview waarbij hij nog vlug zijn haar kamt of in zijn papieren kijkt, de micro van de journalist uit handen neemt en van alles begint uit te leggen. Grappig is dan hoe de Chilenen verrast ah en oh doen, en er onderling over discussiëren.

Na nog even van alle gastvrijheid te genieten in Puerto Natales (trouwens een zeer leuk stadje en dé ideale uitvalsbasis voor de Torres) vertrokken we richting de meest zuidelijke grote stad ter wereld: Punta Arenas.
Zuidelijker, dus kouder, en dat werden we al snel gewaar. De windvlagen bliezen onze bevroren oren er bijna af. We bleven hier 5 dagen (en ik at elke dag zeevruchten :-)). In het begin kon ik niet begrijpen hoe de mensen het uithielden in zo’n bar klimaat te wonen. Maar je wordt het eigenlijk snel gewoon en het buitengewone prachtige landschap, de rust en de gezellige cafeetjes en dito sfeer in de stad maken veel goed. Voor zo’n grote stad is er weinig hoogbouw, de huisjes hebben verschillende kleuren en zoals de andere Chileense steden en dorpen heerst er een Boliviaans tintje. Je voelt je er meteen thuis; je voelt dat er geleefd wordt. Het is er vaak rommelig, maar daar trekt niemand zich iets van aan. Het is nu eenmaal belangrijker een kop thee met vrienden te drinken dan je gazon af te rijden…

In een verlaten estancia zijn nog honderden schapenvellen te vinden
In Punta Arenas kwamen we terug in zo’n gezellig nest terecht. Al was het een beetje een vreemd nest. Er stonden 2 chique zetels die eigendom waren van de 3 poedels des huizes. Er hing een ingekaderde foto met de naam van de familie én met handtekening van de vorige paus aan een schamele muur. In een kast stond de kerstman keurig uitgestald naast een pinguïn. En wij waren de enige niet-Chilenen. Amusement verzekerd! De eerste dagen hadden we onze handen vol aan het op punt zetten van onze nieuwe laptop, die we eindelijk in de taxfree zone hadden gevonden. Er was uiteraard wel tijd voor belangrijke zaken als lekker gaan eten op Valentijn (op reis doe je dingen die je thuis nooit doet) in La Marmita, een begrip in Punta Arenas én terecht. Reserveer wel op voorhand. Op een zonnige dag deden we een daguitstap naar het Pali Aike Park. Met een busje vol Chilenen, dus alweer was amusement verzekerd. Daar konden we nog es onze benen strekken en zagen we na lange tijd terug vulkanen.


Ramon, onze gids in Pali Aike


Vos in Pali Aike


Pali Aike
Kleine vulkaan


Prachtige stenen tijdens een wandeling in Pali Aike

De volgende dag was het hoogtepunt in de krant (die hier El Pinguino heet) dat het 23 graden was geweest (!), met foto’s van hard zwetende mensen als bewijs.


Op Maartens verjaardag wilden we naar de bekende pinguïnkolonie van Isla Magdalena gaan. Helaas bleek de boot sinds de dag ervoor een week in reparatie, dus moesten we het stellen met een paar tientallen ipv een paar tienduizendtallen pinguïns, in Seno Otway. Het was zoeken naar een pinguïn, en ook nog es duwen en trekken op de viewpoints. In duwen en trekken zijn de Chilenen meesters, zoals ik een paar dagen later zou ondervinden in Castro…

Ondanks deze teleurstelling was het toch een fijne verjaardag, want Maarten wilde graag a volonté eten en het gegrilde lamsvlees was subliem lekker. Bovendien kreeg hij bij heuse happy birthdaymuziek applaus en champagne. Ook kregen we nog es 2000 pesos korting (kleine 4 euro). Dat alles omdat ik een kaarsje was gaan vragen om op een stuk taart te zetten, en zelf dacht happy birthday te zingen. Ze lieten me echter niet zomaar gaan, er moest een ober mee en de nodige tierelantijn.

We verlieten Ely Hostel en de 3 poedels om het vliegtuig naar Puerto Montt te nemen. Het was de mooiste vlucht van mijn leven, met zicht op alle gletsjers die we de voorbije weken gezien hadden. Grappig was dat de piloot voor de toeristische uitleg zorgde: ‘aan de rechterkant ziet u Torres del Paine, sky clear’.
Vliegen kon hij naar mijn gevoel minder.

In Puerto Montt vonden we een hotel dat er niet als een hotel uitzag. (Hoe vinden we het toch altijd…?) Voordeel is dat je dan in een gezellig huis logeert, nadeel is dat als de eigenaar niet thuis is en vergeet een sleutel te geven, je niet binnen kan. Gelukkig is Maarten inventief en vond hij een open venster om binnen te breken. Dan kon hij netjes voor mij de voordeur openen. Gelukkig maar, we waren zeevruchten gaan halen aan de haven en anders moesten we die zonder onze gekoelde wijn opeten.
In Puerto Montt zagen we voor het eerst een reuzemossel
Er was nog een Chileense familie te gast die we ontmoetten tijdens het avondeten. Zij overtuigden ons naar Castro op het eiland Chiloë te gaan, waar dit weekend een folklorefestival plaatsvindt. We besloten de volgende dag samen te vertrekken, en zo liep ik een dag later niet alleen met mijn 17 kg aan bagage te sleuren, maar ook nog es op z’n minst met 5 kg van oma Carmen. Ik hoopte dat ze zo wat sneller zou lopen. Aan dit gruwelijke trage tempo zouden we nooit een kamer vinden, er waren er al zo weinig vrij en dat aantal slonk met de minuut. Natuurlijk vonden we niks, behalve bordjes ‘volzet’. Gezien een Chileense familie nooit uit elkaar gaat, zelfs niet als het traagste lid van de familie duidelijk puft en zo snel mogelijk op bed gelegd moet worden, zaten we met een probleem.
Na veel vijven en zessen besloten we onze eigen weg te gaan, kwamen 3 minuten later iemand tegen die kamers had die ‘normaal alleen voor familie waren, muy familiar!’ en bevonden ons in een prachtig huis met zicht op de zee.
Castro ligt dus aan zee, dan moet ik toch wel zeevruchten eten, niet? Voor de 7e dag op rij… We hadden die dag heel wat vertraging opgelopen, dus gingen we maar kort even naar de feesten zien. Het spectaculairst was zonder twijfel de tentoonstelling van een Belgische stier! Iedereen stond zich eraan te vergapen terwijl wij bloosden van trots. Ik moest natuurlijk aan mijn familie denken en ga ze zo snel mogelijk een foto mailen. Ze hadden er ook het grootste varken dat ik ooit gezien heb, een beest dat de hele tijd gepest werd door stomme mensen die aan z’n staart trokken. Voor de rest waren er vele artisanale en biologische producten.

Onze Belgische stier kreeg veel belangstelling (dat wit 'vlekje' op de achtergrond)

Het monsterlijke varken

Na nog wat lekkere empanadas en een stuk (wat anders) lamsvlees gingen we naar het centrale plein. Daar stond een podium dat vreselijke reggaetonklanken brulde, terwijl kleutermeisjes erop stonden te dansen en de sponsor Pf (ja echt, zo heet die) nu en dan ballen in het publiek smeet. Die ballen waren enorm populair en er werd om gevochten. Ik dacht mezelf in veiligheid te stellen door achteraan te gaan staan, maar toen sloeg het noodlot toe. Een bal kwam namelijk recht op mij af, en daarmee ook een hele horde wilde Chilenen. Het was de eerste keer dat ik voor mijn leven vreesde. Ik kreeg stampen langs alle kanten en kon maar net recht blijven staan. Geheel onschuldig en redelijk van slag sleepte ik mezelf nog verder, naar waar ik hoopte er geen ballen zouden vliegen. 1 Chileen kwam zich verontschuldigen, de rest zag terug ballen vliegen…


Achja, Castro is een charmant stadje. En dat was gisteren.


Schattig bruidspaar in Castro

Vandaag deden we een leuke tour naar Dalcahue en het bijgelegen eilandje, Quinchao. Normaal zijn we niet zo voor tours, want dat is vaak weinig persoonlijk en saai. Maar toen Maarten hoorde dat we gingen zien hoe curanto al hoyo (een plaatselijk gerecht dat ze in een put bereiden) gemaakt werd was de beslissing snel genomen.
Het maken van de curanto (gekookt door stenen)

De kok showt trots met zalm

Onze tafelgenoten vonden dat we zo smakelijk van de curanto zaten te eten dat ze er een foto van namen

De hele streek heeft van die mooie gekleurde houten huisjes en kleine dakpannen, een beetje Engels aandoend. En kerken, veel kerken. Blijkbaar is Chiloë hiervoor bekend; wij wisten natuurlijk van niks. Gelukkig zijn ze mooi, en volgens de gids hebben we de oudste houten kerk en de grootste houten kerk ter wereld gezien! Ze zijn alleszins werelderfgoed. Eentje hebben ze ooit versleept met tractors. Dat is hier een gewoonte, huizen verslepen. Minga is een lokale gemeenschapsdienst. Jij helpt mijn huis verslepen en ik geef jou sterke drank en eten. We hebben wel meer grappige verhalen gehoord. Zo was er de spoorlijn waar de locomotief als de sporen glad waren de heuvels niet op kon. Dus dan moest de 2e klasse uitstappen en de trein omhoog duwen. In 1960 eindigde dit, want dan werd Chiloë, samen met gans Chili, getroffen door de zwaarste aardbeving ooit gemeten. Je kan zowat overal in Chile sporen zien van aardbevingen uit verleden tijden. Het hoort bij het leven hier.

2e klasse duwt de trein omhoog

Tot slot wil ik mijn oma graag een hele gelukkige verjaardag wensen, we proberen al 2 dagen te bellen maar het lukt maar niet. Morgen proberen we nog eens, voor we de bus nemen naar Villarica.

We zijn er in geslaagd!

Het hoogtepunt van zowat iedereen die Patagonia bezoekt is een tocht in het Nationaal Park van Torres del Paine. Er zijn veel verschillende tochten mogelijk. De twee meest gekozen zijn de "W" (omwille van de vorm die hij heeft), of het ganse circuit. We hebben heel lang getwijfeld welke we zouden doen. Volgens de reisgidsen duurt de ene 4 a 5 dagen en de andere 7 tot 10 dagen. Bovendien lees je ook overal dat het weer ineens kan omslaan, zelfs in de hoogzomer kan er sneeuw vallen (nu dus). Dan kan je gerust enkele dagen vertraging oplopen. We hadden wel 8 dagen tijd, maar als er iets zou tegenvallen was dat toch nogal krap om de grote tocht te doen. We twijfelden heel lang maar besloten uiteindelijk een uur voor vertrek om toch het ganse circuit te doen. We hadden eten mee voor 5 dagen, 6 als we zuinig zouden zijn. De rest zouden we wel in het park zelf kopen. Zoals iedereen stapten we toch met een beetje schrik en ontzag de bus op richting het park.
Tok tok
Om 17u30 dropte de bus ons om aan onze eerste tocht te beginnen. Volgens de ene kaart 9 km of 3,5 u stappen tot aan de kampplaats, volgens de andere 7,5 km, volgens het bordje aan de start, 10 km of 3,5 u. Niet echt eensgezindheid en verder tijdens de tocht bleken zelfs de verschillende bordjes in het park elkaar tegen te spreken. Het is hier echter licht tot 22u dus echt schrik hadden we niet om in het donker te moeten wandelen. Uiteindelijk waren we na iets minder dan 2,5 u op de camping. Na nog een sprintje van ons bergop kwamen we op het verlaten uitkijkpunt aan. Het was er prachtig: een meer gevormd door het smeltwater van de gletsjer, de toppen verlicht in de gouden en rode avondgloed en de felle en ijle wind die onze kleren tegen ons lijf plakte. Een superstart van de tocht!

De beroemde Torres die aan het Park hun naam gaven
De aliens kwamen speciaal uit Bolivia voor ons
De volgende dagen trokken we in een boog rond het massief van Paine heen langs het zogenoemde grote circuit. De eerste volledige dag deden we 7,5 km meer als de normale trekkers omdat we aan de Torres startten. De laatste 4 km liepen we door bloeiende Patagonische weiden vol margrieten, wuivend gras en heerlijk geurende klaver. Het was wel beuken tegen de wind, die haast onophoudelijk in ons gezicht woei, maar nog voor 17 u waren we op de camping. Daar hingen we onze rugzakken eens aan de weegschaal. We waren verbaasd van het gewicht dat we meezeulden. Eline 12 kg en ik 21 kg. Gelukkig voor een groot deel eten en ook 2 liter water. Dat gewicht zou dus zeker wel slinken in de loop van de tocht.
Het waaide heel hard maar dat kon dromerige Maarten niet deren
Een leuk voordeel aan de ongereptheid van het park is dat je overal water van de rivieren kan drinken. Je hoeft dus nooit met al te veel water te sleuren en ook niet ik weet niet wat van zuiveringsproducten en toestellen. Bovendien zijn er zeer veel riviertjes.
Lekker water!
De tweede dag vertrokken we vroeg. Op de kaart leek het een vlakke tocht maar na een driekwartier ging het toch flink omhoog en toen we de kam overstaken kregen we opnieuw de wind pal in het gezicht. En deze keer dubbel zo hard als ooit tevoren. We moesten vaak even stoppen om niet omvergeblazen te worden. Het zicht op de vallei met de slingerende melkblauwe rivier en de al even felgekleurde meren, besneeuwde toppen en krakende glestjers in de verte deed ons echter veel van de ontbering vergeten. Ondanks al die obstakels waren we al tegen de middag op de volgende stopplaats. Met nog een ganse namiddag voor de boeg besloten we ineens naar de volgende camping aan de voet van de grote pas verder te trekken. Dit was een veel minder mooi deel van de tocht. Uitgeput en met bijna 30 km in de benen ploften we uiteindelijk neer.
Even uitblazen... en uitwaaien
De derde dag bleek achteraf de zwaarste. We startten met de klim naar de pas. Dat ging eigenlijk heel vlot. We staken verschillende andere groepen en koppels voorbij en bereikten uiteindelijk als eersten de top. Daar konden we neerkijken op gletsjer Grey. Het mooiste zicht op een gletsjer dat ik al gehad heb en zelfs voor Eline impressionant. In alle stilte en tegen alle verwachtingen in ook in het zonnetje genoten we van het uitzicht. De afdaling bleek echter enorm zwaar. Het was enorm steil, 800m dalen op minder dan 3 km, met overal uitstekende boomwortels, veel te hoge trappen en slechte knieen werd het een calvarietocht van 3 uur. Na een goede rustpauze en een verkwikkende maaltijd besloten we er tocht nog een tochtje van 6 km bij te doen. Op de steile flanken tussen de granieten pieken en de gletsjer was elk rivierdal een minipas op zich. Op sommige plaatsen was het zo steil dat er ladders geplaatst waren.
Als eerste op de top met zicht op de glacier Grey
Een van de steile ladders die je moet beklimmen als je kiest voor het Big Circuit
Dag vier leidde ons geleidelijk aan langs de oevers van het meer Grey, naar het meer Pehoe en van daar trokken we verder naar de ingang van de vallei van de Frances. Op vier en halve dag hadden we gedaan waar andere mensen zeker zes dagen over doen. We waren wel behoorlijk moe en besloten dus de volgende dag een rustpauze in te lassen. We trokken zonder rugzak naar het uitkijkpunt in de vallei van de Frances. Zo zonder rugzak gaat twee keer zo rap als met, zelfs als je moe bent. Voor we het wisten kwamen we aan een hoop rotsblokken waar een groep het uitzicht stond te bewonderen. Op de twee kaarten die we hadden liep het pad nog verder en dat leek ook zo. Na 200 m ging het steil om hoog langs een bergbeekje zodat we bijna op handen en voeten verder moesten. Na een half uur klauteren zaten we boven de boomgrens en hadden we een prachtig zicht op de ganse vallei en de meren en het landschap in het zuiden. We waren echter de enigen die daar zaten, niemand anders kwam omhoog geklommen. Toen we terug langs die eerste hoop stenen kwamen bleek dat daar eigenlijk het uitkijkpunt was en dat wij zonder te weten een echt bergbeklimmerspad hadden genomen!
Lago Pehoe, met  onheilspellende wolken 
Een typisch stukje bos waar een heel groot deel van de wandeling door gaat
De laatste dag was nog even afzien, maar het was zeker de moeite! We hebben wel reuze geluk gehad met het weer. Meestal stralende zon en enkel de laatste dagen wat drupjes regen. Ik ben ongelofelijk trots op Eline dat ze ondanks haar slechte knieen toch zo een zware tocht heeft doorstaan. Bovendien zijn we veel sneller rondgegaan dan verwacht en dan de meeste mensen het doen. Een dikke proficiat voor haar! Ik ben zeker dat we nog veel tochten gaan maken samen, al zullen we het de volgende keren misschien iets trager doen.
Knappe verschijning op de boot terug naar de bewoonde wereld