Op, onder, in en naast het water/ijs

Na een rustige overtocht met de ferry, kon het tweede deel van onze tocht door Nieuw Zeeland beginnen. We namen een slingerweggetje langs de baaien van Marlbourough Sounds naar het westen. Het landschap was wel mooi, maar ik vermoed dat we na bijna 7 maand enkel nog enthousiast worden van echt spectaculaire zichten. Na veel bochten en hellingen arriveerden we in Nelson. Grootste vissershaven van het land, dus moesten we toch nog eens van de fish en chips proeven. Deze keer namen we er ook mosselen bij, gelukkig want de vis was minder dan in Tauranga. Wel vreemd gefrituurd mosselen, maar best lekker.

Zicht op de Marlborough Sounds

De volgende dag moesten we vroeg uit de veren voor een dagje kajakken op de zee. We kregen eerst 2 uur uitleg over hoe je moet kajakken, de golven, winden, stromingen en na een geslaagd examen mochten we het ruime sop op. Nogal een verschil met onze kayaktocht in Guatemala waar we eerst de kayakverhuurder in het dorp moesten gaan zoeken en hem ergens zat langs de waterkant vonden, nauwelijks in staat een kayak te gaan halen.
We peddelden langs goudgele baaien, donkergroene bergen en lichtbruine rotsen over de biljartvlakke zee in het Abel Tasman Nationaal Park. Na verloop van tijd kwam er een lichte deining opzetten, maar die zorgde ervoor dat we ons nog meer zen gingen voelen. Op de kliffen van een eiland zagen we zeeleeuwen zonnebaden (die komen later nog terug) en na de middag legden we aan op een verlaten strand. We probeerden de kleinst mogelijke schelp tussen de zandkorrels te vinden. In de branding was een meeuw zeesterren aan het oppeuzelen. Spijtig genoeg moesten we de kajak voor 4 uur terugbrengen, anders hadden we zeker tot zonsondergang rond gedobberd.

Zeekayakken in het Abel Tasman NP
Aangezien we toch nog een halve namiddag over hadden trokken we alweer langs een slingerend baantje over het Takaka massief naar Golden Bay. Niet om aan het strand te gaan liggen, maar naar de grootste bron van het land. Midden de bomen komt er glashelder water opgeweld en vormt het meteen een rivier van wel 10 m breed. Het water is zo helder dat je de via periscopen tot wel 60 m ver onder water kan zien. Wat je ziet lijkt wel een jungle van waterplanten. Donkerrode grassen, felgroene planten die op sla lijken, donkergroene wieren… Het opborrelende water doet bovendien de zilveren zandkorrels op de bodem dansen. Een mooie afsluiter van de dag.

De gevaren van Golden Bay :-)
Het helderste bronwater van het zuidelijk halfrond
Na een nachtje op een camping met hippies die de ganse nacht door trance muziek uit hun boxen laten knallen starten we de dag met een wandelingetje door een klein bosje vol met de vreemdste kalksteenrotsformaties, op twee plaatsen vormen ze zelfs en heuse kloof. Met al die bemoste bomen, palmbomen en boomvarens erdoorheen lijken wel in een sprookjeslandschap te wandelen. 's Middags hebben we onze eigen maaltijd gevangen. In een zalmkwekerij had Eline al na 5 minuten een vis van 1685 g aan de haak geslagen. In het aanpalende restaurant hebben ze de helft gerookt en de helft als sashimi versneden voor ons. Yummie!!

Een sprookjesachtig bos ...
... waar plots een luiaardje in de bomen hing
Maarten showt trots onze gevangen zalm
De volgende wandeling van de dag was op de top van de Takaka heuvel. Het landschap bestaat uit sterk verweerde marmerblokken, hier blauwgrijs van kleur en slechts zelden wit. Hier en daar zijn de rotsen zo verweerd dat er gaten zijn ontstaan van verschillende meters diep. Het gonst er van de bijen die zich te goed doen aan de nectar van de witte bloemtrossen van de vele struiken die overal staan. Spijtig genoeg groeien daartussen ook weer heel venijnige doornstruiken. We kunnen geen 10 m lopen zonder geprikt te worden. We besluiten dus sneller terug te keren naar de wagen en niet de hele wandeling te doen.

Zicht op de Takaka heuvel

Waar je moet oppassen voor diepe kloven
Voor de laatste wandeling van de dag moeten we eerst de Canaan Road afrijden. Dit is (hoe kan het ook anders) een slingerend wegje. Het landschap waar het doorslentert is echter heel hard de moeite. Je ziet de baaien van het Abel Tasman Park. Nog meer karstrotsen (verweerde marmer) en glooiende weiden die ook figureren in thé Lord of The Rings. De wandeling zelf gaat naar grootste "hole" van de streek. Met een doormeter van 50 m en een diepte van zeker 120 m is hij best wel indrukwekkend.

Wandeling door een Lord of the Ringsachtig bos naar een diepe kloof
De dag nadien keren we terug naar het Abel Tasman Park om te gaan zwemmen met zeeleeuwen. Mensen die beiden al gedaan hebben vertelden ons dat dit leuker is dan zwemmen met dolfijnen. We kijken er dus naar uit. We krijgen eerst een ganse outfit aan. We gaan immers een uur lang rondzwemmen in water van 18 graden, brrr. Vervolgens worden ons in een verdoken inham uitleg gegeven over wat we mogen en zeker niet mogen doen rond de zeeleeuwen. Op dit moment zijn er enkel nog vrouwtjes en hun jongen van 3 maanden oud. Een kwartiertje later mogen we voor de rotsen van het eiland Tonga proberen zonnende beesten in het koude water te lokken. Aanvankelijk komen er enkele aarzelend in het water, maar van zodra we ze te dicht naderen, zwemmen of duiken ze snel weg. Onze gids neemt ons dus mee naar een beschutte inham waar er heel wat baby's op de rotsen zitten. Na veel gezwaai met onze flippers kwamen er 2 het water in. Na een schuchtere verkenning durfden ze geleidelijk aan dichter bij te komen. Al gauw kwamen er meer kleintjes bij en zwommen ze als echte acrobaten rond ons heen. Ze kwamen met hun ogen zo groot als appels tot vlak voor ons gezicht zwemmen alsof ze wilden weten wie wij waren. Toen ik het wat kou begon te krijgen en op een rots in de zon was gaan zitten, kwam er zelfs eentje naast mij zitten zonnen. Als kers op de taart zagen we ook nog een jonge blauwe pinguïn (dat is de kleinste pinguïnsoort van de wereld, en behoorlijk schuchter) heen en weer zwemmen langs de oever. Wat een magische voormiddag. Een van onze kompanen op de zwemsessie was Vicky, die met haar ouders uit Waregem, op rondreis was door Nieuw Zeeland. Na afloop namen we hen mee naar hun verblijf en dronken we samen een Nieuw Zeelands pintje. Dat kan wel bij lange na niet tippen aan onze Belgische pintjes.

2 zeeleeuwtjes klaar voor de ontmoeting
Op aanraden van Vicky, Matty en Mia, reden we naar het afgelegen dorpje Karamea in het Noordwesten. Verscholen in het woud liggen daar heel wat kalksteenformaties. We bezochten enkel de Moria gate (niet gebruikt in de films van Lord of the Rings), die er veel feeërieker uitziet dan zijn naam laat uitschijnen,  en de indrukwekkende Oparara boog. Tussen de twee bogen in wandelden we ook langs de spiegelpoel. Het water was echt zo glad dat het bos en de lucht er prachtig in weerspiegeld werden. Misschien nog het leukste van gans deze wandeling waren de nieuwsgierige vogeltjes die overal langs het pad naar ons toe kwamen gevlogen. Eentje dacht zelfs even dat ze een nestje kon maken op mijn broek.

De prachtige Moria gate
Dezelfde gate van de andere kant

Jungle riviertje in het bos rond de Moria gate
Lief klein vogeltje
Na een lange rit zuidwaarts kwamen we te laat aan bij de pancakes. Hoogtij was al 2 uur voorbij dus moesten we het stellen met de pannenkoekvormige rotsen, maar zonder het spectaculair opspattende water dat deze rotsen zo speciaal maakt. Ook in het café aan de overkant hadden we pech: de keuken was al toe dus geen pannenkoeken meer te krijgen. Gelukkig was de kustweg hier uitzonderlijk mooi. Waarschijnlijk de mooiste weg die we tot nu toe in Nieuw Zeeland hebben gedaan.

De Pancakes, zonder het spectaculaire opspattend water
Nieuw Zeeland is een van de beste plekken om op gletsjers te gaan wandelen. Dit stond dus zeker ook op ons lijstje. Na lang twijfelen kozen we voor de duurste maar ook meest spectaculaire formule en de Franz Jozef gletsjer: met de helikopter tot op de gletsjer en dan daar een wandeling van ongeveer 2 uur op het ijs. We hebben het ons geen minuut berouwd. De vlucht was spectaculair, met fantastische zichten op de omliggende bergen, de gletsjer zelf, de rivier van smeltwater en de zee in de verte. Eline mocht vooraan naast de piloot zitten. Na een veel te korte vlucht landden we op het gletsjerijs. In een groep met mensen uit Sydney en Hong Kong (daar gaan we allebei nog naar toe) en met gids Rebecca trokken we over het ijs. Door onze speciale ijsschoenen ging dat wonderwel gemakkelijk. Het landschap van riviertjes, ijspieken, grotten en spleten is onbeschrijfelijk mooi. We zagen de zon opkomen boven de bergkam en meteen lag er een blinkende film van water over alles heen. Het ijs was niet alleen wit, maar ook blauw en op sommige plekken grijs van al het steengruis dat het van de bergen had gesleten. Rebecca leidde ons door twee door twee ijsgrotten en langs een ijsboog tot aan een kolkende waterval. Veel te vlug moesten we terug naar de helikopter. Als afscheid zagen we enkele honderden meters verderop een ijs- en steenlawine de kliffen afdonderen.

Zicht op de Franz Jozef gletsjer vanuit de helikopter
Verstopt in een ijsgrot
De bulderende waterval
Een ijslawine op de gletsjer
Omdat we nog niet genoeg hadden van al die gletsjers zijn we in de namiddag nog de uitlopers van de Franz Jozef en de Fox gletsjer gaan bezoeken. Die laatste was wel veel kleiner, maar je mocht wel veel dichterbij komen. Allebei hadden ze onderaan een grot waaruit een rivier kolkend smeltwater zijn weg zocht naar de zee.
Ssst, we sluipen achter zijn rug wat dichter!
De morenen van de fox gletsjer bij de laatste zonnestralen
En toen togen we voldaan en op het gemak op weg naar Haast.

Een voetnoot van Eline: de heli was in contact op de 118.6!! Voor al uw helicoptervluchten... ;-)

Van Hobbiton tot Mount Doom in 7 dagen

In Matamata leeft een hele industrie rond de Hobbitontoers, waarbij je in drommen met busjes naar de set van de voor ieder bekende Lord of the Rings film gebracht wordt. Ze hebben daar geluk dat MGM failliet is gegaan, zodat deze business nog meer toeristen kan lokken omdat je nu ook de nieuwe set kan bezoeken. Er was immers een nieuwe film gepland. Ik wou Maarten een plezier doen, dus tekende ik zonder morren de verklaring geen informatie te verspreiden, geen foto's op internet te zetten en dergelijke meer. Ik was wel benieuwd met welke informatie ze zouden afkomen die zo moeilijk te verzwijgen zou zijn.
Het is duidelijk, ik stapte nogal sceptisch in de Hobbitonbus. Ik denk dat elke niet Lord of the Ringsfan met dezelfde gevoelens aan boord zou gaan.
Maar het verging anders. Niet dat ik plots Lord of the Rings-gek ben geworden, ik wil toch wel es opnieuw die films bezien. En deze keer ga ik in het midden niet afhaken.

Het was liefde op het eerste gezicht met het Hobbitondorp, compleet nagemaakt (en je kan het echt zo gek niet bedenken hoe, ik mag echter niks zeggen...) op een boerderij vlakbij Matamata. De plek is niet zomaar gekozen, het ligt helemaal afgelegen en lijkt perfect op een Engels landschap. Het was als lopen door een sprookje, ik verwachtte elk moment een hobbit aan het werk in zijn groententuin (of heb ik nu al teveel gezegd?). Onze gids was een heel joviale grappige kerel en het was de hele tijd lachen. Dat we het kleine dorp met nog 20 andere uitgelaten toeristen moesten delen was zelfs geen probleem. Het deed niks af van de schoonheid van de plek zelf. Ik heb nooit meer genoten van een toeristische uitstap als toen. Ik denk niet dat we ooit 60 dollar (30 euro) beter besteed hebben. Allen daarheen! En als we thuis zijn allemaal komen kijken naar de foto's! Oh, ik moet me inhouden die niet op de blog te zetten :-)

Na Hobbiton zijn de Nieuw Zeelandse schapen mijn favoriete onderwerp. Ondertussen mocht ik al lammetjes melk met de papfles geven, een schaap scheren en als een echte herder de schapen op kleur sorteren. Stuk voor stuk ongelooflijke plezante opdrachten. Bovendien werk je samen met prachtige herdershonden in een mooie omgeving. Waarom zou ik niet van job veranderen? Omdat het niet goed gaat met de schaapindustrie. Steeds vaker verdrijven koeien de schapen uit het landschap. 10 jaar geleden waren er nog 60 miljoen schapen en nu slechts 40 miljoen (dat is 10 keer meer als inwoners). In de glorietijden bracht een schaap ongeveer 6 dollar op aan wol, nu nog een kleine 2 dollar. Een schaapscheerder moet al héél veel schapen scheren om rond te komen. Het wereldrecord ligt op 840 schapen op 8 u tijd. De meeste halen echter nauwelijks de helft. Vanaf 500 schapen mag je je bij de elite van de schaapscheerders rekenen.

De echte schapenherder met in de achtergrond een overactieve herdershond

Een koddig zacht lammetje met grote dorst

Schapen scheren onder het goedkeurend oog van de meester

Maar we deden de voorbije dagen meer dan schapen tellen. We genoten van een zalig ontspannende zeiltocht op Lake Taupo, met zicht op de 3 vulkanen van het Tongariro NP waar we later een van de mooiste wandelingen zouden maken.

Titanic poging op een erg schommelende zeilboot, in de film lijkt het eenvoudig, maar...

Rond Rotorua en Taupo zijn verschillende parken waar je bubbelende modderpoelen, thermische baden, geisers en meren in alle kleuren kan zien. Ze zijn echter ook duur, dus op basis van een paar foto's op internet kozen we er 1 uit: Orakei Korako (en niet de populairdere Wai-o-Tapu). We liepen er met onze mond open! We waren zo onder de indruk dat we ons bonnetje voor een gratis koffie vergaten af te geven.

Een van de vele bubbelende meertjes in Orakei

Actieve geiser, hij spuit misschien niet zo hoog als in Ijsland maar hij is wel prachtig

Een ander hoogtepunt was het bezoek aan het Kiwi house, vlakbij Waitomo. Dit is naar het schijnt de beste plek om de kiwi's in levende lijve te zien. En dat is zeker waar. Deze ongelooflijke schattige beestjes slapen 20 u per dag, en zijn enkel 's nachts actief. In het Kiwi house hebben ze een beurtrol, zodat je tijdens de openingsuren altijd wel 1 kiwi ziet rondhuppelen. Wij zorgden ervoor dat we er waren als ze gevoed werden. En kiwi Anu was een bijzonder exemplaar. Ze liep de hele tijd op supergrappige kiwi wijze op en neer en viel zelfs de opvoeder aan. De tranen rolden iedereen over de ogen van het lachen. Kiwi's hebben een onhandige manier van lopen die het midden houdt tussen een pinguòn en een struisvogel. Hun snavel is bijna even lang als hun poten. Ze zijn pluizig, dik en rond, en veel groter dan ik me had voorgesteld. Anu was de grote van een struise kip. In ieder geval, samen met alle Nieuw Zeelanders (die zichzelf kiwi's noemen) zijn ook wij verliefd geworden op deze bijzondere diertjes.

Maarten verliefd op kiwi Eline

In Waitomo is wel meer te beleven. Het is de plaats bij uitstek om onder de grond te kruipen, het krioelt er van de grotten. Eerst begrepen we er niks van, want we vonden telkens weer een ander bedrijf die een "glowworm cavetoer" aanbood. Wat was het verschil? Uiteindelijk ontdekten we dat de eigenaar van de grond waaronder een grot (liefst met glowwormen) ligt, ook eigenaar is van die grot. Iedereen met een beetje geluk biedt de mogelijkheid aan naar die lichtgevende wondertjes te gaan kijken. Veel verschil is er dus niet. We kozen lukraak voor Caveworld, en gelukkig maar. Waitomo Caves, een ander die hetzelfde doet (en het meest reclame maakt), is echt degoutant toeristisch. Wij waren helemaal alleen met onze gids, in een grot die nog maar een paar maanden open was. Echt veel glowwormen waren er niet, maar we hadden ze wel voor ons alleen en we kregen alle tijd. In zo'n grot rondlopen en boven jou allemaal piepkleine lichtgevende puntjes zien is toch wel een belevenis. Feitelijk zijn het geen wormen, maar larven van een vlieg die met die lichtjes insecten lokken. Onder het lichtpuntje hangen ragfijne onzichtbare draadjes (even kleverig als spinnenwebben) waaruit het ongelukkige slachtoffer niet kan ontsnappen. We kregen ook een demonstratie van antieke zaklampen, waarbij vooral het maori exemplaar gemaakt van haaienvet en mos indruk maakte.
Je kan ook zelf op stap te gaan in de prachtige omgeving van Waitomo. We deden er de mooiste korte wandeling tot nu toe in Nieuw Zeeland, en 's nachts kan je op dezelfde wandeling glowwormen zien. Ondertussen weten we nog beter: bijna overal in Nieuw Zeeland kan je glowwormen zien, zolang het donker en vochtig genoeg is.

Detail uit het Waitomo Forest

Een andere erg mooie wandeling deden we in de Karangahake Gorge. Normaal een plaats van historisch belang (iets met goudzoekers) maar daar had ik maar weinig aandacht voor :) Al gaf het feit dat je door oude mijnwerkerstunnels en over oude spoorlijnen liep wel iets extra. Het is vooral een erg mooie kloof met een rivier omgeven door het typische Nieuw Zeelandse junglebos.

Hier zochten ze vroeger naar goud, ze wisten hun plekjes wel te kiezen! Prachtige streek.

En toen was ons geluk bij wandelingen even op. Dat was bij Mt Egmont, de berg die bij The Last Samourai werd gebruikt als nep Fiji omdat hij er zo op lijkt (en omdat het filmen in NZ goedkoper was dan in Japan). We wilden hem beklimmen maar omdat het bordje vermeldde dat het 8 à 10 u wandelen was twijfelden we toch even. Dat was 's morgens vroeg, toen de berg nog in al zijn glorie perfect zichtbaar was. Raar dat we nog steeds aan onszelf als wandelaar twijfelen terwijl we ondertussen al bij elke wandeling bewezen hebben dat we sneller zijn dan "de bordjes". Maarten overtuigde me uiteindelijk toch, en om 8 u togen we op pad. Een half uur te laat, zoals op de top zou blijken... Al na een 2 tal uur zagen we de bui hangen.

Nog geen 2u aan het klimmen en we werden al ingehaald door de wolken -:(

Het was een zware beklimming, met voor elke stap omhoog een halve terug naar beneden. We zagen niks (niks gezien, alleen afgezien!). Op een half uurtje van de top hoorden we dat de andere kant van de berg nog vrij van wolken was, maar toen wij boven aankwamen konden we evengoed op de maan staan. Met wat verbeelding konden we ons knarsetandend voorstellen wat een mooi zicht het moet geweest zijn... En dan was de afdaling nog erger. Ik ben wel 20 keer gevallen, en viel 1 keer pijnlijk op mijn elleboog. Gelukkig hield ik er enkel een blauwe plek aan over. Normaal is het leuk om vulkanen af te glijden, zoals de Tongariro, maar deze had een te harde glibberige ondergrond. Gelukkig stonden we al na 7 u terug op de parking en hadden we nog tijd voor een bakje troost in een leuk cafeetje. En kon ik nog eens lachen met Maarten, die tijdens de klim plots tegen mij had gezegd: 'Als ik dorst heb lek ik aan mijn snor.' We hadden te weinig water mee, en dankzij de mist hingen er inderdaad druppels in ons haar!

Toen we buitenkwamen verging het lachen ons echter snel, want daar lag Mt Egmont... terug te stralen in de zon!

Mt Egmont... Zoals hij altijd zou moeten zijn!

De weg naar Mt Doom (in Tongariro NP waar hij Mt Ngauruhoe ofzoiets heet) ging via de Forgotten world highway. Het is inderdaad een weg om snel te vergeten. Kilometers lang hetzelfde landschap, zoals we het al vaak gezien hebben. We hadden dringend water nodig maar konden het nergens vinden. Deze weg is echt de definitie van niks te beleven. Het enige leuke is dat je door de onafhankelijke republiek Whangamamoma passeert - inderdaad, echt waar je het zou verwachten - die bestaat uit een hotel, een postkantoor en een camping. Het interessantste, het hotel, was gesloten. Het staat te koop, iemand?

Forgotten highway... Yess. Stond daar plots een koe, die NIET uit de weg wilde gaan

We wilden graag in het Tongariro NP, dat staat aangeschreven als een van de mooiste van Nieuw Zeeland, een meerdaagse trekking doen om de platgelopen 1daagse wandeling (de Tongariro Alpine Crossing) te vermijden. Het weer besliste er echter anders over. Want ondertussen hadden we gemerkt dat inspanningen doen tijdens nihil zichtbaarheid weinig voldoening geeft. Dus was het wachten op beter weer. De volgende dag werd ook slecht weer voorspeld maar toen ik 's morgens vroeg de lucht bestudeerde (met mijn luchtverkeerscapaciteiten hmm) dacht ik dat we toch een kans maakten. We vonden gelukkig 1 busmaatschappij die er ook zo over dacht, de meesten hadden hun busdienst afgelast, en gingen op weg naar het startpunt van de Tongariro Crossing. In het begin was het nog mistig, maar al gauw konden we de top van Mt Doom zien! Uitgelaten van vreugde liepen we de Red Crater op, terwijl het weer terug slechter werd en we door de wind bijna in de krater gesmeten werden. Ik voelde me echt deel van de film. Gelukkig vond er een soort Föhn verschijnsel plaats want eenmaal op de top bleek de andere kant van de berg een tropisch paradijs. Het zicht op de Emerald lakes was fan-tas-tisch. Jammer dat we de rode krater niet gezien hebben, die uiteraard, na de afdaling ook in de zon ging liggen schijnen. (Op Mt Egmont een half uur te laat, op Mt Tongariro een half uur te vroeg) Die meren waren zo mooi dat ik spijt kreeg dat ik geen geologie maar kunst gestudeerd heb. Als er iets is dat ik op deze reis ontdekt heb, is het wel dat echte schoonheid in de natuur ligt, en niet in kunst. Een mens kan nooit zoiets moois en perfect maken.

Wij voor de Emerald Lakes (er zijn er 3, de andere 2 zijn verstopt achter Maartens dikke kont :p)
De Red Crater, in de zon. Toen wij er al even voorbij waren. Zucht.

Iedereen die naar Nieuw Zeeland gaat moet de Tongariro Alpine Crossing doen. Het is zeker de moeite waard op beter weer te wachten, en de wandeling is helemaal niet zwaar. Na de meren wordt het wel eentonig, dus ideaal zou zijn om daar rechtsomkeer te maken, terug naar de start. Zo spaar je ook nog es het dure busvervoer uit. Hou er ook rekening mee dat het zeer druk belopen is, dus ga heel vroeg, of heel laat. Wij ontmoetten 2 Nieuw Zeelandse koppels, ze leken mij een eind in de 60, die vlakbij woonden en voor het eerst de trek deden. Ongelooflijk dat je zo lang kan wachten! Ze kijken al heel hun leven naar deze bergen vanuit hun achtertuin. 1 koppel had wel een goed excuus, zij hadden bijna 20 jaar in Engeland gewoond. Veel Nieuw Zeelanders gaan lange tijd ergens anders wonen, of gaan op wereldreis zoals wij. Niet te verwonderen dat je je gaat afvragen wat de rest van de wereld doet als je op zo'n afgelegen eiland woont. Het Engels/NZ koppel waarmee we aan de praat raakten omdat ze ons toeriepen: 'We absolutely love your energy!' vond België 'absolutely fabulous!' en toen waren we trots natuurlijk! We horen vaak dat mensen ons landje leuk vonden omwille van het bier en de sympathieke bevolking. Ik denk niet dat ze een treinticket aan een NMBS loket gekocht hebben...

Nu we op Mt Doom het kwade overwonnen hebben, waren we klaar voor het Zuideiland. Onderweg zijn we nog even gestopt in Rangitikei. Daar liggen verscholen in het bos een aantal boulders, ronde grote keien die je ook in het Zuideiland vindt. De plek is zo magisch en mooi, dat het mijn favoriete plekje in het Noordeiland is geworden. Ik vond er toevallig een foto van in een folder, en toevalligheden komen nooit alleen want de dame van het infokantoor was er toevallig een paar dagen geleden geweest. Anders hadden we het nooit gevonden. Op onze strooptocht werden we begeleid door fantailvogeltjes die echt heel dichtbij kwamen en zelfs op een stok kwamen zitten die Maarten vasthield. Het bos ligt langs de Rangitikei rivier die zich een ravijn baant door krijtrotsen.

Luilekker tussen de boulders

Het perfecte yingyang exemplaar

Het meest sociale vogeltje van het oerwoud, vliegt de hele tijd met je mee! Hier op stok die Maarten vasthoudt

Onderweg naar Wellington werden we opnieuw verrast door de uitnodiging van een sympathieke familie bij hen te komen kamperen. We hadden een gezellige avond samen. Ze waren van Zuid-Afrika en 7 jaar geleden in Nieuw Zeeland komen wonen. En daar nog geen moment spijt van gehad. Niet verwonderlijk als je zag hoe wonderlijk mooi hun stuk grond was. Hier en daar konden we wat woordjes Afrikaans uitwisselen, zoals 'lieveheersbeestje'.

Een deel van de leuke familie (vader was al gaan werken helaas)

Ondanks de valse start hebben we erg genoten hebben van ons verblijf op het Noordeiland. En het Zuideiland belooft nog mooier te worden. Wat was die wereldreis toch een goed idee!

Hieronder nog een paar foto's van andere plekken die we bezocht hebben. Het zijn er teveel om allemaal te beschrijven.

Cruisin' New Zealand... Vanuit ons open dak YIHAA

NZ hoogste bungy (80m), helaas stonden er alleen toeschouwers die hoopten op iemand die zou springen (nee, danku)
Voor de vliegtuigkenners: welk vliegtuig is dit? (een DC3!)

De cockpit -:)

Maori's en kauri's

Het is hier in Nieuw Zeeland niet eenvoudig om (betaalbaar) internet te vinden. Het zal dus maar sporadisch zijn dat we een berichtje zullen posten. Er is wel veel te doen, dus vaak zal het heel wat ineens zijn.
Na de eerste geldloze dagen aan de saaie oostkust van Northland reden we naar de westkust. We stopten voor een koffie in een slaperig havendorpje. Het lag nog wel 30 km van de zee, maar in het noorden heb je diepe baaien.
's Avonds ontmoetten we op een parking langs de kant van de weg Dallas een halve Maori. Ze stelde ons voor om bij hun te komen slapen en douchen. We konden zelfs onze was doen als we die hadden. Na een verkwikkende douche werden we voorgesteld aan haar man Shannon en de kinderen. Samen met Shannon gingen we verse melk halen bij de vader van Dallas. Onder de Maori's in het noorden is gastvrijheid belangrijk. Een gans dorp is op de een of andere manier wel met elkaar verwant en vormt een stam. Dat kan ook moeilijk anders met families tot 16 kinderen (toch tot 20 jaar geleden). De Maori zijn trots op hun afkomst, op het feit dat ze nooit veroverd zijn en op hun eigen marae. Dat is een soort buurthuis dat gebruikt wordt voor stammenraad, begrafenissen, vieringen...


De marae vlakbij het Treaty House, de belangrijkste historische plaats van NZ
Een grappige pukeko vogel op weg naar het Treaty House
De sympathieke en ultra gastvrije maori familie
Een heel boeiende maori voorstelling, waarbij we vooral onze lach probeerden in te houden
De volgende ochtend gingen we op de boerderij van de vader van Dallas kijken naar de houthakkerswerken. Naast melkkoeien en vleeskoeien verdient hij ook een aardig centje met de verkoop van hout aan Japan, China en Korea. De dennen hier bereiken op 25 jaar dezelfde dikte als bij ons in 60 jaar.
Houtzager aan het werk, geen gemakkelijke klus
Eline Croft op een maori boerderij
Met een zak vol verse en overheerlijke perziken trokken we verder naar het Waipoua reservaat. Hier groeien de oudste en omvangrijkste bomen van Nieuw Zeeland, de kauri. Ze zijn werkelijk indrukwekkend. De oudste is zeker 2000 jaar en heeft een stam van 17 m omtrek. Als je er naar opkijkt, voel je je nietig als een mier. De Maoris gebruikten de stam van jongere bomen om kano's uit te houwen. Toen de Europeanen in het begin van de 19e eeuw kwamen waren zij ook meteen weg van de goede kwaliteit van het hout. Daarom zijn de kauri een bedreigde boomsoort en komen er zeker van de oudste exemplaren nog maar weinig over. 
De imposante oudste kauriboom van de wereld, Tane Mahuta
De volgende dag hielden we halt in sheepworld. Eline zal hier later meer over vertellen. Eline had op de luchthaven al in enkele fotoboeken de mooiste plekjes van het land opgezocht. Het eerste daarvan op onze tocht zou Cathedral Cove worden. Een strand omgeven door rotsen, eilandjes en grotten. We stonden vroeg op om bij het licht van de ochtendzon de mooiste foto's te kunnen nemen. Grote teleurstelling toen we op de parking aan de start van het pad naar de cove toekwamen. Omdat het te gevaarlijk was door losse rotsen was het tijdelijk gesloten. We hebben ons dan maar in het zonnetje op het strand gezet. Tegen laagtij haasten we ons naar het nabijgelegen dorp, Hot Water Beach. Bij eb kan je een putje graven op het strand om een eigen warmwaterbadje te bekomen. Een gasgeiser onder het strand warmt het water en het zand op tot temperaturen tot 60 graden. We groeven bij gebrek aan een schop met een pan ons eigen putje tussen de drommen toeristen.
Maarten aan het werk, terwijl de rest (met beter werkgerief) eigenlijk vooral toekijkt
En dan was het eindelijk tijd voor onze eerste echte wandeltocht in Oceanië. Een klim naar de Pinacles. Door een bos van palmbomen, boomvarens langs kabbelende riviertjes, over kolkende watervalletjes, oude houthakkerspaadjes klommen we naar deze pieken. Het uitzicht boven was schitterend. De rotsen in de omgeving zijn gevormd door de gestolde lava van oude vulkanen. De vulkanen zelf zijn al weggeërodeerd. Er bleven dus enkel steile hellingen over bedekt met groen-zwarte bossen. In de verte zagen we ook de diep ingesneden baaien van de stille oceaan. Het was echter niet echt rustig, want het was juist de dag waarop de toiletten van de boshut werden opgehaald door een helikopter. Die vloog zowat elk kwartier heen en weer over het reservaat.
Zicht op de top van de Pinnacles