Kerst in Villa Serano: het verslag

Ffw, waar te beginnen...? De busrit naar dit kleine afgelegen dorpje was een van de ergste uit onze reisgeschiedenis. 6-7u ineengekrompen op de slechtste zetels die je je kan voorstellen, terwijl de bus onophoudelijk heen en weer schudde, is nefast voor de rug-en nekwervels en het knie-en heupgestel. Om 22u op kerstavond kwam onze groep aan, we kregen de speciale Boliviaanse kerstsoep Picana (een afkooksel van de Costa Ricaanse olla de carne die Guillermo ooit voor ons maakte). We konden onze kamer niet in omdat de man die de sleutel had zoek was in een dorp van 5 straten groot. Dus bleven we tot ver na middernacht in dat restaurant zitten staren naar onze lege soepborden. Wij, dat zijn ook nog 3 gidsen, 4 Fransen en 1 zotte Zwitserse die ook Frans sprak. Het is geen geheim dat zowat alle nationaliteiten samenklitten als ze elkaar in het buitenland tegenkomen (vooral de Fransen en de Israëli) BEHALVE de Belgen. Zij lijken elkaar zelfs te mijden.

Zotte Zwitserse met zatte Boliviaan

Maarten en ik werden al dat gefrans beu en wilden wel eens gaan kijken naar dat fameuse traditionele gedans dat in het hele dorp zou plaatsvinden. Op straat was het heel kalm. Jaz, een toffe jongen en een goeie gids, nam ons mee naar een huis waar een orkestje speelde en de hele familie in de living danste. Dat was wel leuk, na een uurtje socializen gingen we slapen want de volgende dag wilden we fit zijn voor de 'tour' in de omgeving en het 'echte' feest in het dorp.
Onze groepgenoten kwamen ladderzat rond 5u die morgen ons kamer ingestrompeld.

In vele huizen is de woonkamer omgevormd tot danszaal

De tour de volgende dag werd dus bemoeilijkt, een gids had een kater, een andere een bijverdienste met het spelen in een bandje, en onze 5 reisgenoten waren niet meteen in topvorm. We zijn dan met Jaz een wandeling langs de rivier gaan maken.
Om 4u in de namiddag kwam er leven in het dorpje. Verschillende orkesten liepen langs het plein, begeleid door dansende Bolivianen. Het was heel mooi om zien hoe ze met nauwelijks iets aan middelen mooie muziek speelden, en hoe straatarme mensen dolgelukkig en onbezorgd ronddansten op straat. In de huizen staan prachtige kitscherige kerststalletjes. Op kerstavond laat men poppen zegenen en die leggen ze dan met veel pracht en praal midden in de kerststal.

Overal op straat werden dansende groepen begeleid door typische Boliviaanse muziek

Iedereen, jong en oud, speelt muziek, en ze spelen goed!

Niet voor kinderen... Volwassenen lopen hier met poppen rond

Een voorbeeld van een huiselijke kerststal

We hebben ook wat meegedanst, tot we terug in groep moesten avondeten en het uitdraaide op drinken, roken, drinken en roken. Onze gids (die met de bijverdienste) kwam even langs met zijn bandje om ons een privéconcert te geven maar de bijhorende zatte bedoening was niet ons ding.

We strekken de beentjes, en ik vind dat de fotograaf dat kunstig heeft vastgelegd

Het privéconcert - let op de emmer chicha vooraan

We waren zowat de enige van het hele dorp die niet onophoudelijk bier of chicha aan het drinken waren en 's morgens snurkend op straat te vinden waren. Chicha is de lokale drank gemaakt van gefermenteerde maïspulp. Hoe langer hij blijft staan hoe sterker hij wordt. En je krijgt die niet in glazen, maar in emmers. Echt waar! Ik denk dat de Fransen de het Boliviaanse drinktalent ferm onderschat hebben. Zij kunnen echt liters verzetten, 2u slapen, en opnieuw beginnen dansen en muziek spelen. Misschien zitten de cocablaren er voor iets tussen.

Dag en nacht feesten de Bolivianen door

Enfin, na deze wilde nacht was de groep de volgende en laatste dag nog in ergere staat. De ene gids lag in het ziekenhuis, de andere was niet wakker te krijgen en Jaz moest dus alles en iedereen helpen waardoor de tour andermaal niet door kon gaan. Gelukkig hebben we geleerd in elke situatie ons plan te trekken. We zijn zelf de omgeving wat gaan verkennen en hebben nog wat in het stadje rondgedwaald. Overdag is er een gezellig sfeer met de dansende groepen en vriendelijke mensen. Er was ook een voetbalcompetitie aan de gang waar we heel wat vrienden gemaakt hebben. Franse of Zwitserse vrienden hebben we daarentegen niet gemaakt. Jammer.

Al van 6u 's morgens wordt de kater afgeschud om te voetballen

Even uitrusten voor een klein winkeltje

In Villa Serano hebben ze de grootste charrango ter wereld

Ondertussen zijn we terug bij Rene in Sucre. Er is hier net voor het eerst (eindelijk) een geweldig onweer losgebarsten. Bovendien is er een algemene busstaking (de regering heeft haar subsidie van brandstof stopgezet waardoor de brandstofprijzen meer dan verdubbeld zijn), dus onze busrit die gepland was voor deze namiddag gaat niet door. Benieuwd hoe lang we hier gaan vastzitten...

¡Een zalig kerstfeest!

We wensen al onze lezers, vrienden, familie en huisdieren een zalig kerstfeest! Geniet er vollop van en eet jullie buikje maar goed rond. Jullie hebben geluk dat het een witte kerst is. Wij moeten dat weer missen en zullen dan maar genieten van veel dans, eten en drank bij 25 graden in Villa Serano. Gelukkig zijn hier ook nog de kerstlichtjes om het gemis nog een beetje te verzachten.
Drie kussen van Eline en Maarten!
De kerstlichtjes in Potosi

Potosi of Potono?

We hebben net twee dagen in Potosi achter de rug. Het is de hoogstgelegen stad (4050m) van enig formaat. Het is een stad van tegenstellingen. Vooral tussen de rijkdom van bodem, die zit vol zilver, tin, lood, zink, en de armoede van de meeste mensen die er leven. Wie naar Potosi gaat, bezoekt haast zeker de zilvermijnen van de Cerro Rico (rijke berg) die de stad haar faam, en de Spanjaarden gedurdende de koloniale periode hun rijkdom gaf. Onze gids was een oud mijnwerker, Julio en hij nam ons eerst mee naar zijn opslag plaats. We kregen er allemaal een mijnwerkersplunje.
De Cerro Rico
Klaar om de mijn in te duiken!
Vervolgens togen we naar de markt. Daar moesten we dynamiet, cocablaren en vooral alcohol voor de mijnwerkers kopen. De mijnwerkers kauwen gans de tijd (6 tot 10 uur) dat ze in de mijn zijn op cocabladeren om hun honger en vermoeidheid te vergeten. De volgende stop was een zicht op de extractiebedrijven. Hier worden de ertsen een eerste maal bewerkt met veel chemicaliën, dus uiterst vervuilend voor de omgeving, voor ze worden geëxporteerd naar het buitenland. Bolivia heeft zelf blijkbaar niet de kennis om de verschillende metalen van elkaar te scheiden, te smelten en te verwerken. Het grootste deel van de winst wordt dus ook gemaakt in het buitenland en niet in Bolivia zelf. Het lijkt een beetje op het verhaal van Congo, maar dan toch iets minder schrijnend.
De laatste stop was de mijn zelf. Eerst moesten we mee bier drinken op de verjaardag van twee mijnwerkers van een groep die voor de schacht stonden te vieren. Bij elk glas of elke fles moet je eerst wat op de grond gieten voor de Pachamama (moeder aarde). Wij hielden het bescheiden, maar onze gids dronk gretig mee. Uiteindelijk konden we dan toch via de donkere gang de berg betreden. Na goed 500 meter kwamen we de eerst groep werkende mijnwerkers tegen. Ze duwden een mijnkarretje, net als in een oude western, met z'n drieën richting de uitgang. De twee jongsten waren 18 en 19 en wat geld aan het verdienen om hun studies te kunnen betalen. Met een gewone job in de stad kan iemand zonder hogere opleiding 500 a 600 bolivianen (55 a 66 euro) per maand verdienen. In de mijn is dat het dubbele.
Even verderop was een groep mijnwerkers een deel van de gang van nieuwe stutbalken aan het voorzien. Wij hebben ook geholpen om een van de stammen door te zagen. Dat gebeurt nog op de oude manier: met een handzaag en mankracht. Ondertussen zat onze gids met een deel van de mijnwerkers te drinken van de alcohol die wij hadden meegebracht. Hij raakte hoe langer hoe meer in de wind en begon hoe langer hoe meer zichzelf te herhalen. Gelukkig was het tijd om naar buiten te gaan. Een honderdtal meter voor de uitgang kregen we nog een laatste wauwelpreek bij de Tio. Dit is een soort duivel die volgens het geloof van de mijnwerkers over de wereld onder de grond en dus ook de mijn heerst. Hij krijgt elke vrijdag offers van cocabladen, sigaretten en alcohol. En vervolgens drinken de mijnwerkers ook een flinke borrel. Door de uitleg van de gids leek het net of dat het belangrijkste in het leven is, veel drinken. Hij was alleszins goed dronken op het einde en hoorde zichzelf vooral graag praten. Hem zouden we aan niemand aanraden, maar een bezoek aan de mijnen is zeker niet te missen.
Tijdens de pauze coca kauwen en sterke drank drinken
Stutbalken zagen is zwaar werk

Avontuurlijke dag in foto's - opgedragen aan mijn papa!

Vandaag maakten we een mooie wandeling. Om er te geraken moesten we eerst 2u mee met de lokale camion, waar je zo erg op elkaar geplakt wordt dat het net een spelletje twister lijkt. Ik voelde me net een Egyptisch hiëroglief, zo gewrongen stond ik om de 2 baby's die aan mijn voeten lagen niet te raken, de 3 oude vrouwtjes die op mijn voeten zaten wat plaats te geven, de oude man die aan mijn rug stond te trekken niet te veel pijn te doen en mijn eigen handen ook nog ergens aan vast te kunnen houden. Maarten kan getuigen, het was vechten voor elke centimeter. Tot overmaat van ramp regende het voor de eerste keer sinds we in Bolivia zijn toegekomen. De wandeling zelf was heel gemakkelijk en wonderschoon. Helemaal anders dan alles wat we tot nu toe gezien hebben. Een groot deel ging door een rivier, die tegenwoordig zo droog staat dat je er heel gemakkelijk door kan. De vele nutteloze bruggen getuigen van andere, en betere, tijden. Onze gids Alberto had zoals elke Boliviaan zijn eigen muziek mee. In de bus probeerden er al enkelen hun aftands radiootje aan de gang te krijgen, model jaren 20. Alberto had een gsm met 4 liedjes die de hele dag (redelijk vals) onze stappen begeleidden. Hij vond het geweldig, en euh, wij na een paar uur iets minder :-). De rest van de reis gaan we zeker nog vaak 'No me buscas' en 'Que paso' in onze dromen horen. Maar kom, tis beter dan de TV gekheid waarmee de andere Zuid-Amerikanen hun tijd verdoen. In Bolivia is muziek het allerbelangrijkste, en vaak is het nog goeie ook.
We deden een paar zeer primitieve dorpjes aan, waar de nieuwsgierige kinderen ons stiekem aanstaarden. Zodra we hun blik kruisten staken ze zich vliegensvlug weg. Grappig.

Deze avond hadden we nog een leuk gesprek met Rene, de Belgische eigenaar van Casa Verde. We hebben samen met hem en redelijk wat Singani (lokale sterke drank) het welverdiende pensioen van mijn papa gevierd. Genoeg gewerkt, eindelijk rust! Voor het eerst vind ik het jammer niet in België te zijn om het samen te vieren. En papa, Rene is zelf ook met pensioen en waarschuwt dat het drukste nog moet komen...

Onze pick-nickplaats, en mocht het beter weer geweest zijn ook zwemplaats (helaas)

Een verlaten hacienda is nu voer voor de varkens

Na enig twijfelen kustte ik een kikker, want je weet maar nooit...
En zie, stond daar plots een boodschap op de stenen geschreven
En lag de prins van mijn dromen op mij te wachten!
Zoek het dier in deze foto (niet alleen de kinderen staken zich weg)
Een van de vele ezels, vanuit een andere hoek


Alweer een ezel verstopt

The impossible is possible and vice versa...

Deze slogan is wel op het lijf van Bolivia geschreven. De voorbije dagen zagen we onze netjes opgemaakte planning telkens in rook opgaan. De bus naar een heel mooi nationaal park reed pas twee dagen later (de Bolivianen doen echt geen moeite hun toeristische trekpleisters te promoten). Daarna bleek dat de trektocht die we in Sucre graag wilden doen niet door kon gaan want er was geen enkele gids beschikbaar die zijn familie in de kerstperiode kon missen. Als troost hadden we een quadtocht met een lokale motorcrosser geregeld, toen hij op het afgesproken uur niet kwam opdagen kregen we te horen dat zijn enige quad een technisch probleem had. Dat was op een zondag, wanneer er echt niks, NIKS te doen is in Sucre. Het enige wat we die dag gedaan hebben is wegvluchten van een Hollands meisje die ons naar haar restaurant wou lokken waar de kostprijs het dubbele was (niet gemakkelijk in een stad die nog kleiner is dan Leuven en waar je de hele tijd dezelfde mensen tegenkomt), en gezocht naar het laatste Twilight-boek waarmee ik de vele busuren vul (en die ze in Peru gestolen hebben).
Maar dit hoort er allemaal bij, en we ondergaan het met de glimlach! Bolivia is nog steeds een fantastisch land en we genieten met volle teugen van alles wat we hier zien en horen.

Trouwen is hier heel populair

Sucre is klein, maar heel gezellig en helemaal anders dan de andere steden die we tot nu toe in Bolivia gezien hebben. Vooral veel rustiger. Het klimaat is zalig. Bovendien hebben ze hier hele lekkere chocolade. Meestal mag je Bolivianen niet geloven als het over eten gaat; ze vertellen vol trots over hun lekkere hotdogs, hamburgers en frieten, maar de chocolade en het bier zijn goed te doen.

Een typisch straatje in Sucre, de witte stad

Op het gezellige centrale plein vind je niet alleen kerstlichtjes in de palmbomen maar ook een heuse kerstlichtstal!

De enige straathond met een huisje

We hebben in het gebouw waar de onafhankelijkheid van Bolivia werd uitgesproken een interessante uitleg gekregen over de hoofstadproblematiek La Paz-Sucre. Ook bleek dat ze hier een bewogen presidentsverleden hebben, maar liefst 20% is vermoord sinds de onafhankelijkheid. Dat maakt een gemiddelde van elke 2 jaar een nieuwe president. Sommigen konden maar 4 dagen aanblijven. Met Evo Morales lijkt het te veranderen, hij is heel populair.

Ondertussen is the impossible possible geworden, en hebben we op aanraden van een Boliviaanse, stel je voor, een tof Belgisch hotelletje gevonden! Het doet zelfs deugd een Antwerps accent te horen. En hier zijn warempel deurklinken, en een thermostatische douche. We voelden ons meteen helemaal thuis.

Bovendien hebben we een leuke uitstap op Kerstavond. We gaan meevieren in een dorpje iets verderop (Villa Serano), gekend voor zijn dagenlange Kerstfeesten. Benieuwd wat dat gaat geven. De Bolivianen kennende zal het de moeite zijn, want in feesten en drinken zijn ze de beste.

Kiekeboe

Latino's blijven macho's, zodra ze mij zagen wilden ze van zo hoog mogelijk naar beneden duiken

Impressies van Bolivia

Ondertussen zijn we aangekomen in La Paz, na een aangenaam verblijf in Copacabana. De tegenstelling met Peru kon niet groter zijn, en daar waren de andere toeristen het in Copacabana mee eens. Het was even wennen aan de nieuwe sfeer en andere manier van dagelijks leven. Wat het eerst opvalt is het gezapige en levenslustige tempo waarop de Bolivianen de dag doorbrengen. Hoewel dit het armste land van Zuid Amerika is, lijkt het dat ze hier het rijkst zijn aan levenswijsheid. Hetzelfde gevoel krijg je in La Paz. Niet meteen de mooiste stad die we al gezien hebben, maar wel de diegene waar het echtst geleefd wordt. Hier gaan we alleszins meer tijd doorbrengen dan we gepland hadden. Het is een belevenis om hier door de straten te lopen die in sommige buurten lijken op een langgerekte bruisende markt, in andere buurten even gezellig zijn als de kleine straatjes in Brussel, of die gewoonweg lelijk maar toch heel interessant zijn.

Van Erika kreeg ik mijn eerste les kledij maken. Ze maakt zelf heel mooie kleren.
Bovendien is het hier een shoppersparadijs! Ze hebben hier de mooiste dingen voor de goedkoopste prijzen, en de verkopers zijn helemaal niet opdringerig wat het shoppen een heel andere dimensie geeft. Eindelijk kan ik me helemaal uitleven ;-)
Het eten is iets minder lekker als in Peru, maar ondertussen is het wel al duidelijk dat al de andere dingen die Bolivia te bieden heeft dat ruimschoots goedmaken. We zien het terug helemaal zitten en zijn er zeker van dat ons verblijf hier fantastisch wordt.

Dit gelooft niemand, maar het is toch echt gebeurd!

We hebben een paar bijzondere verhalen te vertellen. Het eerste gaat over onze ontsnapping uit Peru. Na een nachtelijke busrit kwamen we zaterdagochtend toe aan de grens Peru-Bolivia. Met onze gloednieuwe paspoorten stapten we opgelucht het douanekantoor van Peru binnen. Over een half uurtje zouden we in Bolivia zijn! Maar dat was buiten de Peruaanse douanebeambten gerekend. In onze nieuwe paspoorten stonden uiteraard geen stempels van aankomst in Peru. En dus wilden ze ons geen stempel geven voor het verlaten van het land. We zouden terug moeten keren naar Puno (2u van de grens vandaan) om daar bij de dienst migratie een stempel te halen. Natuurlijk ging die dienst pas op maandag open. Dus zouden we nog een weekend extra in Peru moeten blijven. Dat zagen we helemaaaal niet zitten. Er was even hoop toen een corrupte ambtenaar 40 dollar vroeg om ons die stempel te geven. Knarsetandend waren we bereid, maar plots was hij verdwenen en zijn collega weigerde pertinent een stempel te zetten. Ongelooflijk. We hebben dan maar onze stoute schoenen aangetrokken en zijn zonder stempel naar de migratiedienst van Bolivia gestapt, in de hoop daar vriendelijker mensen aan te treffen. Gelukkig bleek dit het geval, na ons volledige verhaal gedaan te hebben stelde Daniel (de Boliviaanse douanebeambte) ons een oplossing voor. We moesten een verklaring afleggen en ondertekenen over de corrupte Peruviaanse beambten en kregen ons ticket voor Bolivia. In plaats van 40 dollar heeft het ons een half pakje chocolade gekost. Het gevolg is wel dat we niet meer naar Peru terugkunnen zonder een zware boete te betalen. We hebben immers illegaal het land verlaten. Maar we waren toch niet van plan terug te keren :-).

Op 2 dagen tijd hebben we al een hoop emailadressen van Bolivianen verzameld. Eerst die van Daniel, dan van de mevrouw die ons vervoer naar de grens regelde, en gisteren botsten we op een sympathieke Boliviaans familie die we moesten beloven dat we met hen een paar uitstapjes in La Paz zouden doen.
We zagen hen het eerst toen ze hun auto lieten zegenen aan de kathedraal in Copacabana. Toen boden ze ons al bier aan. (Het wordt blijkbaar traditie dat we op bier getrakteerd worden de eerste dag we in een nieuw land toekomen. In Lima hadden we het ook voor.) Een paar uur later, toen we naar de prachtige lucht boven het Titicacameer aan het kijken waren vanop de calvarieberg, kwamen we ze opnieuw tegen. Dat zagen ze als een teken van God dat we bestemd waren elkaar beter te leren kennen. Ze waren de berg opgekomen om een voorspoedige aankoop van grond en huis te vragen aan de Maagd van Copacabana. Daar hoorde een hele ceremonie bij, waarvoor ze getuigen nodig hadden. Je raadt het al, wij waren de gelukkigen. Het was een hele belevenis. De 'pastoor' (die al goed in de wind was, maar het koppel ook) rammelde een litanie af en goot af en toe bier rond een perkje dat de aan te kopen grond moest voorstellen. Daar stonden wat kleine boompjes in. Het werd ook versierd met serpentines. Wij, als getuigen, moesten de plantjes water, maar vooral bier geven. Niet alleen de planten kregen bier, veeel bier, maar ook alle deelnemers van de ceremonie: de pastoor, wij, Benito en Marita (het koppel) en Isidro (de vader van Benito). Tegen het einde van de avond hadden we een kleine 20 flessen bier (van 1 l) opgedronken. We zouden het niet erg vinden om nog meer van zulke ceremonies te moeten bijwonen! Het was de speciaalste dag tot nu toe op onze reis. We voelden ons zeer vereerd meteen als vrienden onthaald te worden, en niet als toeristen zoals in Peru. Hier zijn ze trouwens ook niet al te positief over Peru, ze hebben ons al gewaarschuwd dat hier veel Peruanen zijn waarvoor we moeten opletten.

Zonsondergang aan het Titicacameer

De pastoor spreekt de zegeningen uit

Alle deelnemers van de ceremonie, inclusief het bier op de voorgrond

Vandaag hebben we Isla del Sol bezocht, volgens sommigen zijn daar de stamvader en moeder van de Inca's uit de rots geboren. We hebben ze niet gezien, maar we hebben wel een hele mooie wandeling gemaakt. De boottocht terug bracht ons langs de Boliviaanse versie van de Uros (drijvende eilandjes). Echt een toeristengrap die dingen. Maar daardoor misschien zelfs interessanter dan de echte Uros. Excuses aan onze sponsor Brecht dat we die links hebben laten liggen en vervangen hebben door deze uitstap. We hopen dat een foto van de Boliviaanse versie je kan bekoren. Maar we zijn zeker van wel, zo grappig zijn ze.

Het hoogste punt op onze wandeling op Isla Del Sol: 4076 m.

Op naar Bolivia

Het was een emotioneel afscheid van Delfina, Cesar en Ana, die erg goed voor ons gezorgd hebben. Nadat Cesar ons gisteren de beste kookles die we ooit kregen (en ook de lekkerste) gaf, probeerden we hem te evenaren met een Belgische schotel van stoofvlees, appelmoes en puree als Laatste Avondmaal. Iedereen vond het heel lekker, en het recept zal nog wel eens in dit gezellige plaatsje in Peru geserveerd worden.

Deze morgen zijn eindelijk (na een week) onze paspoorten uit Lima in Cusco toegekomen. Om het te vieren zijn we speciaal naar Pisac gegaan om van de lekkere taart die we de vorige keer in een cafeetje hadden zien liggen te smullen. En het heeft gesmaakt! Gezien we geld opzij hadden gezet om naar het Titicacameer te gaan (en dat wegens al het paspoort-tijdverlies niet meer gaan doen) hadden we bovendien extra centjes om op te gebruiken. Ik heb me helemaal mogen laten gaan aan het kopen van souvenirs :-)

We zijn vast en zeker de enige toeristen in Peru die niet naar Macchu Picchu, noch naar het Titicacameer gaan. Beschouw het maar als een statement. Op naar Bolivia!

Vast in Cusco

Normaal waren we gisteren al vertrokken naar het Titikaka meer, maar we zitten nog steeds in San Jeronimo. De schuldige. een koerierdienst die er maar niet in slaagt om onze paspoorten van de ambassade in Lima naar Cusco te brengen. Dinsdag moesten ze er zijn. Ondertussen is het donderdag en houden we ons hart vast dat ze er vandaag wel zullen zijn. Gelukkig is Delfina, de eigenares van het hotel waar we logeren, supervriendelijk. We mogen hier zolang blijven tot onze paspoorten er zijn zonder ook maar iets te moeten betalen. Gisteren was er bovendien feest, want het hotel (Fuente de Agua), werd 1 jaar. We werden uitgenodigd voor het avondeten en kregen zelfs een glaasje Peruaanse champagne. We zijn blij dat we het op dat vlak zo goed getroffen hebben.
Tijdens de namiddag hebben we alle straatjes en pleintjes van het historische centrum van Cusco afgeschuimd. Best gezellig al moesten we wel om de vijf stappen jongedames van ons afslaan die ons graag wilden masseren (tegen betaling natuurlijk). Toen we even uitrustten op een bankje onder een treurwilg kwam een norse politieagente (met haarnetje) ons streng terecht wijzen dat het verboden is op de bank te liggen. Daar houden ze zich mee bezig in plaats van dieven te pakken. Tis hier nog erger dan in Belgie.
Met de voeten omhoog op een bankje  = streng verboden
Even uitrusten op een van de vele smalle en steile steegjes van Cusco
Flower Power!
Straks krijgen we nog kookles van het manusje van alles, Cesar. Eerst nog naar de markt om alle ingredienten te kopen.

Peru, Valle Sacrado Part II en andere dingen

Ondertussen hebben we al een hoop extra sites en stadjes bezocht, te veel om op te sommen. Ze hebben allemaal echter 1 ding gemeen: ze zijn supermooi. Prachtige, mystieke locaties, mooie ruines, kortom kleine Macchu Picchus.
Hieronder een kleine poging jullie wat te laten meegenieten van al dat moois.
Zicht op de Andes vanuit Maras

Het landbouwexperimenteercentrum van de Inca's in Moray

Pikillacta, de stad van de Wari
Maarten met zijn 2 vriendinnen
Maarten met nog een andere vriendin... Delfin, de eigenares waar we verblijven
Hoedenmakerij in San Jeronimo

Peru heeft veel te bieden en is een mooi land. Het eten is zeer lekker en goedkoop.Wij zullen er echter na alle miserie die we hier ondervonden, niet snel terugkeren. We zijn met vele aspecten van Peru in aanraking gekomen en behalve de vele sympathieke mensen die we ontmoet hebben is niet alles bijzonder meegevallen. Nergens hebben we zovele verhalen over criminaliteit gehoord, ook onder de Peruanen zelf. Veel dingen zijn hier gevaarlijker dan in Centraal - Amerika; van de baan oversteken (auto's hebben op alles voorrang), tot een straathond strelen en een foto nemen.

Ze geloven rotsvast in de economische opleving van hun land, waarvan ze denken dat het binnenkort het meest welvarende van Zuid-Amerika zal zijn. (op de kop van de arme, brave Peruaan uiteraard, zoals ze zelf toegeven) Het is dan ook niet vreemd dat we sinds onze aankomst hier al 5 betogingen hebben meegemaakt. Over gewone dingen, een tekort aan water, een hoger pensioen. Overal kan je zien hoe de arme Peruaan gediscrimineerd en zelfs uitgelachen wordt.
Dit is een land van enorme contrasten en we blijven met gemengde gevoelens zitten.

Oproep tot het sturen van emailadressen

Ik zit een beetje verveeld met het verlies van een hoop emailadressen. Willen vooral de sponsors en de mensen die we onderweg ontmoetten hun mailadres aub naar mij sturen?
felinn@gmail.com. Anders kan ik jullie niet meer bereiken.
Bedankt!

Die Incas konden er wat van!

We hebben een vast stramien gevonden om onze dagen te vullen. In de voormiddag bezoeken we inca sites, in de namiddag werken we in het project.
Eergisteren zijn we Tipon gaan ontdekken. Het was al een klein avontuur. Van de grote baan moesten we een taxi nemen tot aan de site. Maar halverwege hadden de dorpelingen een irrigatiekanaal dwars door de weg gegraven! Ik ben dus samen met de taxichauffeur uitgestapt om met stenen een brugje voor de taxi te maken. Dat ging best vlot en een kwartier later konden we aan de ontdekking van Tipon beginnen. Dat is een heel uitebreide site die een ganse berg bedekt en bestaat uit verschillende kernen.
Samen bij een van de aquaducten
De meeste toeristen blijven steken bij de minutieus opgebouwde terrassen en aquaducten bij de ingang van de site. Die zijn inderdaad impresionant. Wij klommen ook hoger de berg op en volgden een klein aquaductje dat ons door het woeste landschap naar de agrarische kern van de site aan de andere kant van de berg leidde. Daar waren ze nog vollop bezig met het opgraven en restaureren. We kregen er uitleg van de antropoloog, Ronald, (er werken ook nog een archeoloog en architect) en hij gaf ons ook een blad mee met extra uitleg over de legendes en geschiedenis van de site. Spijtig genoeg hadden we niet meer tijd om die kern volledig te bezoeken.
Na een steile maar mooie afdaling kwamen we terug bij de grote weg aan met een grote honger. Het eerste restaurantje dat we zagen serveerde "cuy" (koei uitgesproken). En dat wilden we wel eens proberen. Bij ons noemen ze dat diertje cavia. We mochten in de "keuken" gaan kijken hoe het werd klaar gemaakt. Eline had er eerst bedenkingen bij. Het dier wordt immers gewoon gevild en met hoofd en poten gegrild. Op ons bord zag het er wel veel smakelijker uit. Door de kruiden smaakte het een beetje zoals escargot. Best lekker!

Traditionele bereidingswijze van cavia

Ons klasje



Bovenaan van links naar rechts: ik, Maarten, Kevin, Janet, Lydia, Janet, Ana.
Onderaan van links naar rechts: Mitchel, Dario, Rodrigo, Daniel, Ruth, Romel.
Romel is een van de verantwoordelijken van Urpi Sonqocha.

Valle sacrado Part I

Gisteren hadden we voor het eerst tijd voor een uitstapje. Cuzco ligt vlakbij de Valle Sacrado, waar onder andere ook Macchu Picchu in ligt. En Pisac, zoals jullie op de foto's kunnen zien. We deden er bijna een ganse dag over om alle charmes van dit dorpje te ontdekken. Zeker iets om naar terug te keren!

De Incaterrassen van de archeologische site van Pisac

Drie sloebers die fluit spelen op de site

Op de achtergrond een Inca eetplaats en op de voorgrond cactussen in bloei

We waren niet alleen op de site, vele scholen brachten extra sfeer

Een eenzame koe op de terrassen