Die Incas konden er wat van!

We hebben een vast stramien gevonden om onze dagen te vullen. In de voormiddag bezoeken we inca sites, in de namiddag werken we in het project.
Eergisteren zijn we Tipon gaan ontdekken. Het was al een klein avontuur. Van de grote baan moesten we een taxi nemen tot aan de site. Maar halverwege hadden de dorpelingen een irrigatiekanaal dwars door de weg gegraven! Ik ben dus samen met de taxichauffeur uitgestapt om met stenen een brugje voor de taxi te maken. Dat ging best vlot en een kwartier later konden we aan de ontdekking van Tipon beginnen. Dat is een heel uitebreide site die een ganse berg bedekt en bestaat uit verschillende kernen.
Samen bij een van de aquaducten
De meeste toeristen blijven steken bij de minutieus opgebouwde terrassen en aquaducten bij de ingang van de site. Die zijn inderdaad impresionant. Wij klommen ook hoger de berg op en volgden een klein aquaductje dat ons door het woeste landschap naar de agrarische kern van de site aan de andere kant van de berg leidde. Daar waren ze nog vollop bezig met het opgraven en restaureren. We kregen er uitleg van de antropoloog, Ronald, (er werken ook nog een archeoloog en architect) en hij gaf ons ook een blad mee met extra uitleg over de legendes en geschiedenis van de site. Spijtig genoeg hadden we niet meer tijd om die kern volledig te bezoeken.
Na een steile maar mooie afdaling kwamen we terug bij de grote weg aan met een grote honger. Het eerste restaurantje dat we zagen serveerde "cuy" (koei uitgesproken). En dat wilden we wel eens proberen. Bij ons noemen ze dat diertje cavia. We mochten in de "keuken" gaan kijken hoe het werd klaar gemaakt. Eline had er eerst bedenkingen bij. Het dier wordt immers gewoon gevild en met hoofd en poten gegrild. Op ons bord zag het er wel veel smakelijker uit. Door de kruiden smaakte het een beetje zoals escargot. Best lekker!

Traditionele bereidingswijze van cavia

Geen opmerkingen:

Een reactie posten