Kangaroo Island

Op de folder staat in het groot KANGAROO ISLAND, met een foto van een zeeleeuw eronder. Er is maar 1 maatschappij die er naartoe vaart en daar belachelijk veel geld voor vraagt. Er loopt maar 1 verharde weg in een lus langs het eiland, alle zijwegen zijn onverhard en in zeer slechte staat. En wat is er nu eigenlijk meer te zien als op het vasteland, vroegen we ons af.
Toch is het de populairste bestemming van South Australia, en staat in elke reisgids dat je er moet geweest zijn. Sommige Australiërs nemen hun boot mee op de ferry (Huh??? Het is maar 40 minuten varen!) en elke dag zitten de peperdure tours naar de highlights van het eiland vol.

Omdat de overtocht zo duur is had ik 3 volle dagen op dit eiland geboekt. Kunnen we maar beter elk hoekje en elke steen gezien hebben, dacht ik.
Toen we es goed naar de kaart keken werd al snel duidelijk dat dat geen probleem zou zijn. De eerste dag deden we expres zeer kalm aan, en bezochten zelfs een eucalyptusdistilerij. Daar pakten ze het zo aan dat we niet durfden nee te zeggen, dus deden we maar de 'selfguided tour', en betaalden we maar 8 dollar voor rond te zien op hun belachelijk klein erf, waar niks te zien was. Zelfs niet in de hoekjes.

De eucalyptus-trucker
Gelukkig konden we ons in een haventje, de nadruk op tje, een tijd bezighouden met het kijken naar de pelikanen. Het waren echt mooie exemplaren, en zeker niet mensenschuw. Op een strand deden we een wandeling, maar we bleken al snel niet verder te kunnen.

Zwanen kopje onder in de zee, ook zij vonden het maar saai
De stilte van het strand op het eiland
Mijnheer Peli Ketaantje
Dan maar naar het eerste nationale park. Onze auto viel bijna uit elkaar door de slechte staat van de weg, en dan vonden we ook nog het begin van de wandeling niet. Ondertussen begon het lichtjes te regenen. Toen we dachten terug te keren, zagen we verscholen tussen het gras het gezochte bordje staan. Blij stapten we uit en maakten een mooie, maar ook weer korte, wandeling naar een moeras.

Het grootste meer van het eiland droogt langzaam uit
De regen leek maar niet over te gaan en onze volgende stop heette 'Little Sahara'. We maakten ons klaar voor een woestijnwandeling in de regen, maar het klaarde een beetje op. Gelukkig, het is een mooi plekje en in de regen hadden we er niet veel van gezien.

Maarten ingegraven in de duinen
Ondanks onze efforten om zo traag mogelijk te gaan waren we toch al om 4u in de trekpleister van Kangaroo Island: het Flinders Chase NP. Zoals gevreesd moest je per dag (en niet zoals meestal, per 24 u) entree geld betalen. Nu was het aan het gieten, dus zat er niks anders op dan terug te rijden en te hopen op beter weer de volgende dag.

Onder een fel bewolkte hemel bezochten we de Remarkable Rocks en de Admirals Arch. Beiden zeer mooi, en zij maakten ons bezoek op Kangaroo Island uiteindelijk de moeite waard. Rond Admirals Arch zat de grootste verzameling zeeleeuwen die we al gezien hebben. En dat wil wat zeggen, want naast de hond, de mus en de valk hebben we die dieren gedurende onze reis het meest gezien. We zagen zelfs een zeeolifant die achterna gezeten werd door jonge zeehonden. Of het om te spelen was, of omdat hij niet welkom was, hebben we het raden naar.

Een vroege vogel
Remarkable Rocks
Ondertussen werd het wolkendek dichter en dichter, maar Maartens droom om een vogelbekdier te zien was genoeg motivatie om de wandeling naar de platypushole te maken. Dat wilden we de dag ervoor doen, maar toen regende het te hard. Na anderhalf uur wachten aan het hole regende het echter nog harder en liepen we doorweekt en ontgoocheld (de enige levende dieren die we gezien hadden waren vogels en een paar rivierkreeften) naar ons busje terug. Platypussen zijn heel schuw. Misschien hebben we te luid adem gehaald. En ik had eigenlijk ook geen idee waar ik moest naar zoeken. Ik weet dat ze een rare bek hebben, maar voor de rest…

Wat gebeurt daar in de bosjes??
Een warme douche en droge kleren later waren we opnieuw op weg, naar het noordelijkste deel van het eiland. De weg was echter zo lang en slecht, dat we halverwege rechtsom maakten. Door het slechte weer hadden we toch niet veel gezien. Voor de 2de dag op rij konden we uitgebreid aperitieven en lekker eten.

Onze laatste dag, en eindelijk liet de zon zich zien. We hadden echter alle viewpoints en highlights al gedaan (in de regen meestal) en behalve wat wijnhuizen bezoeken wisten we niet goed wat er nog te beleven viel. We vonden toch nog een viewpoint vanwaar we eindelijk goed kon zien hoe het eiland eruit zag, en gingen wijn proeven bij een zeer onvriendelijke wijnboer. De wijn was bovendien niet speciaal. We zijn goed opgevoed, dus ipv ons wijnglas op het hoofd van de onvriendelijke wijnboer te kappen, kochten we een fles en maakten dat we weg waren.

Uitzicht op het westen van het eiland van Prospect Hill
De rest van de dag vulden we met schaken, lezen en blogberichten schrijven. Die avond maakten de blauwe pinguïns onze dag helemaal goed. We kwamen ze reeds op verschillende plaatsen tegen in NZ en Australië, maar deden nu pas een geleide toer. En zoals alle pinguïns zijn ook deze superschattig en grappig. En ze kunnen luid roepen! Ongelooflijk wat er uit zo'n klein beestje komt.

Na een zeer uitgebreide kuisbeurt kregen we onze auto terug wit en namen we de volgende morgen de boot terug. We moesten ons haasten op tijd in Adelaide te zijn voor de camperruil.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten