Het wijdse Westen

Tijdens de vlucht van Alice Springs naar Perth konden we de rotsen van Uluru en Kata Tjuta vanuit de hoogte zien liggen. Dit gaf een heel ander gevoel. Uluru leek haast nog indrukwekkender vanuit de lucht. Net een beetje een asymmetrische praline.

Vanuit de lucht zie je nog beter hoe speciaal Uluru is
We waren vergeten dat we geen fruit mee mochten nemen naar Perth, want dat ligt in een andere staat. In Australië is het verboden om fruit en groenten tussen twee staten te vervoeren tenzij met speciale documenten. Dit is om de verspreiding van de fruitvlieg tegen te gaan. We moesten dus nog snel een pompelmoes opeten voor we onze bagage konden ophalen. Maar best want als we bij de bagagecarousel toegekomen waggelt er een vriendelijke beagel kwispelend op Eline af. Blijkt dat we ook geen honing mogen meehebben. We moeten dus onze boterhammetjes in de vuilbak gooien. Na veel rondgebel boeken we via de toeristische infobalie een hotel in het centrum. Het is duur voor wat je krijgt (enkel een kamer met dubbel bed, maar geen handdoeken, wifi of ontbijt), dat was in Sydney toch beter. We vinden Perth wel een gezellige stad. Ons hotel is in de Aziatische wijk. Vol met Aziatische supermarkten, kruidendokters, massagesalons en natuurlijk restaurants. Er hangt een rustige sfeer, zeker niet de drukke grootstad zoals Sydney, Melbourne of Adelaide in het oosten. We gaan op zoek naar een cafeetje met gratis wifi want ik wil graag mijn vader bellen om hem te feliciteren met z'n verjaardag. Als we bij het toeristisch kantoor een lijst krijgen blijkt die helemaal niet te kloppen. Sommige cafés bestaan zelfs niet meer. Op het plein tussen de staatsbibliotheek, het museum en het kunstencentrum zit het vol met mensen met een laptop. Hier is gratis internet voor iedereen die het wil. Als we bellen blijkt Va aan het tennissen. Hij moet het dus doen met de groetjes en drie kussen van ons Moe. Janneke probeerde ook 2 keer voor ons een liedje te zingen, maar telkens viel net op dat moment de verbinding uit. Spijtig! Ik ga zonder Eline ook nog snel naar de tentoonstelling over AC/DC in het museum. Het is wel leuk om te zien, maar vooral de muziek maakt het de moeite.

"Home is where we live now" stond op deze bank
De volgende dag gaan we onze camper ophalen. We stonden eerst op het verkeerde adres, opnieuw foute info van het toeristisch kantoor. We hebben opnieuw dezelfde problemen als in Nieuw Zeeland. Er staat zogezegd onvoldoende geld op onze creditkaarten. We gaan die van Argenta toch eens hun nek omringen als we terug in België zijn. Gelukkig stellen ze in het verhuurkantoor een oplossing voor zodat we toch kunnen vertrekken. Het is ondertussen al onze derde camper in Australië. Ook de derde keer een met een nummerplaat van Queensland, de enige staat op het vasteland waar we niet naar toe gaan. Deze camper is een soort 4x4 busje. Het is beschilderd met de gezichten van U2, we hadden liever AC/DC gehad. Met een lege portefeuille trekken we dan maar naar het Noorden. Na een uur rijden vraag ik aan Eline of ze de batterij van de camera mee heeft. Ai, nee, paniek! Die is ze in het hotel vergeten. Als we weer een uur later terug in het hotel zijn steekt de batterij nog steeds in het stopcontact en is ze gelukkig helemaal opgeladen. We maken van de gelegenheid gebruik om nog wat inkopen te doen en drie uur later zijn we weer 80 km ten noorden van Perth. De volgende dag gaan we naar het klooster in New Norcia. Onderweg maken we kennis met de vriendelijkheid van de Westaustralische chauffeurs. We cruisen rustig aan 80 per uur, dit spaart ons veel uit aan brandstof en we hebben toch tijd. Het werkt blijkbaar wel mateloos op de zenuwen van de autochtonen. De vorige avond was er al een road train die met zijn lichten knipperde en claxoneerde omdat hij ons niet durfde voorbijsteken en vond dat we maar wat sneller moesten. En nu was het een gewone auto waarvoor Eline even langs de kant ging maar toen die ons niet voorbij wilde en ze terug de baan opreed begon hij hevig te toeteren en smeet hij zelfs met een blikje naar ons en stak hij zijn middelvinger op toen hij ons uiteindelijk wel voorbijreed. In tegenstelling tot in de outback in het centrum groet hier ook bijna niemand terug als je zwaait.  Maar we zijn dus op weg naar New Norcia. Onze reisgids is er lyrisch over. Het is een klooster in Spaanse stijl met Moorse minaretten gebouwd door de benedictijnen rond de jaren 1860. De architectuur is helemaal niet zo speciaal, zeker niet als je uit Europa komt. Het zijn gewoon bakstenen gebouwen met een bepleisterde façade. Ook de minaretten zijn wel zeer ver te zoeken. Het enige dat misschien in aanmerking komt zij enkele vierkante hoektorentjes. De Australische historische architectuur is het niet echt waard om voor rond te rijden. 

Poserend voor het klooster dat echt niet veel voorstelt
We proberen of we ondertussen al terug geld kunnen krijgen met onze creditkaart. Maar we vangen bot. Na het tanken is onze cashvoorraad ook geslonken tot 80 $. Dan maar naar de kust, als we ergens moeten wachten tot we terug geld hebben is het daar ten minste aangenamer. We raken zonder problemen op een halve tank tot in Namburg NP. Tegen zonsondergang rijden we de "pinnacles discovery dessert" binnen. Dit is een duinengebied dat bezaaid is met een bos van kalksteenrotspunten. Het lijken wel versteende reuzentanden van aboriginals die hier in de woestijn de uitdrogingsdood zijn gestorven. De zonsondergang kleurt de rotsen eerst geel dan rood en vervolgens paars om te eindigen bij grijs als de nacht volledig valt. 

De Pinnacles van het Namburg NP
Laatste stralen voor de zonnegod
Verkleurde Pinnacles bij laat avondlicht
De volgende dag rijden we verder naar het noorden om in Geraldton een bericht naar België te kunnen sturen in de hoop dat onze moeders ons bankkaarten probleem kunnen oplossen. We laten met ons laatste geld onze tank nog eens volgooien, in drie keer om toch zeker te zijn dat we toekomen met ons geld. Na vier keer te zijn doorverwezen vinden we ook iemand die onze gasfles van het fornuis kan bijvullen. En we gaan weer verder noordwaarts.

Weg van de autostrade via een aardeweg komen we na ongeveer 40 km bij het kleinste land van het continent, het provinciaal Hutt River. We worden verwelkomd door prins Leonard hemzelf. Hij leidt ons rond op zijn prinsdom. Hij heeft eigen munten, postzegels, een vlag, een oude Mercedes en Rolls Royce en nog veel meer. Hij laat ons ook op eigen houtje de koninklijke kapel ontdekken en de infokiosk waar uitgelegd staat waarom en hoe hij onafhankelijk is geworden. Hiervoor heeft hij op een gegeven moment zelfs de oorlog aan Australië verklaard. Hij toont ons ook trots een wereldkaart waar in Australië geen enkele stad vermeld staat maar zijn prinsdom wel. We krijgen ook nog een stempel in ons paspoort als bewijs dat we in Hutt River Province geweest zijn. 

Klik op de foto om te zien dat Hutt River het enige is wat op de kaart staat
16u. De dag zit erop voor Prins Leonard en hij laat de vlag neer.
Met een glimlach op het gelaat trekken we verder naar het Kalbarri NP waar we de zon zien ondergaan boven de Indische oceaan (de eerste keer dat we die zien) die lustig bizarre formaties beukt in de veelkleurige zandsteen rotsen. 

De Indische Oceaan
De volgende morgen maken we nog een wandeling langs de prachtige rotskust. Tegen de middag gaan we naar het dorpje Kalbarri om de computer op te laden, want ondertussen heeft ook onze oplader voor de wagen of misschien is het de sigarettenaansteker van de wagen zelf (meer waarschijnlijk) het begeven. We brengen het heetste moment van de dag in de bib door. Tot onze grote vreugde kunnen we ondertussen weer aan geld. Dat is een serieus pak van vooral mijn hart. Als het al wat koeler begint te worden rijden we naar de kloven van de Murchison rivier in het NP. Er is geen ranger te bekennen aan de ingang, dus moeten we geen entree betalen. Het zit ons eindelijk eens mee. Het wegje tot aan de rivier is zo hobbelig dat we blij zijn met onze 4x4 camper. Het eerste gedeelte van de kloof dat we te zien krijgen maakt wel heel speciale bochten. De rivier heeft zich in de barsten van een zandsteenmassief ingesleten. Die barsten lopen loodrecht op elkaar en dus neemt de rivier ook op sommige plaatsen bijna loodrechte bochten. Meer stroomafwaarts heeft de rivier bijna een volledige lus uitgesleten. Op de plek waar de landtong het dunst is, zijn de rotsen verweerd tot een raam. Je hebt er een prachtig zicht door op de omgeving. De ondergaande zon hult alles in een warme gloed. We kunnen terug met volle teugen genieten van onze trip.

Nature's Window 

Een stukje van de Z - Bend

Geen opmerkingen:

Een reactie posten