De Outback: The Real Thing!

Het Australische binnenland stelde ik me voor als oneindig lange zandwegen door niks anders dan rode woestijn, misschien hier en daar wat droog gras, met in de verte jihaa roepende cowboys die ganser kudden uitgehongerde schapen naar vruchtbaardere grond probeerden te dwingen. Langs de weg liggen dode kangoeroes en cirkelen roofvogels afwachtend tot de kust veilig is om hun karkas op te peuzelen.
Toen we uit Mildura vertrokken om naar het midden in de outback gelegen Mungo National Park te rijden moest ik vaststellen dat mijn fantasie alweer het verkeerde pad had ingeslagen. De weg was stoffig, vol putten en in verschrikkelijke staat, dat wel (de gordel was levensnoodzakelijk om op onze stoel te blijven zitten), maar het landschap was prachtig afwisselend groen, rood, geel en bruin. Er stonden dode bomen als vogelverschrikkers op een heuvelkam, maar we zagen ook levendige bossen en hier en daar een klein meer.

Zicht op de Outback
De rit naar het park was wel mooier dan het park zelf, zo bleek toen we er bij aankomst niemand aantroffen en dus maar op goed geluk naar de trekpleister 'The walls of China' reden. Ik had er een foto van gezien bij volle maan. die recht uit een schilderij van Dali leek te komen. Maar bij avondlicht hadden ze niks van hun magische karakter. Het waren maar kleine hoopjes steen eigenlijk. Bovendien mocht je sinds de overstroming van januari niet zonder gids het gebied in. Ik vroeg er een hoeveel het zou kosten als ik me bij zijn groep aansloot, en hij antwoordde niet al te vriendelijk 25 'bucks'. Enigszins ontgoocheld zetten we ons dan maar op het enige uitkijkpunt, een heel stuk van de eigenlijke wall, tot we het beu waren te wachten op iets spectaculairs dat niet zou komen.

De fameuze 'Walls of China'. Gelukkig is de echte hoger
De volgende dag bedachtten we dat we op deze manier een omweg van 200 km niet konden rechtvaardigen, dus schreven we ons op het nippertje in voor de Aboriginal Bush Tucker's toer. Het park wordt gerund door Aboriginals, die, zoals we de vorige dag hadden ondervonden, niet zo'n groot organisatietalent hebben. Maar hun getover met planten en kruiden interesseert ons wel. Je kan op verschillende plaatsen in Australië zo'n toer doen, maar we waren nu zover naar dit park gereden… Ter verduidelijking, met ver bedoelen we vanaf nu nooit meer in afstand (200 km is helemaal niks), maar wel in tijd.
We hadden 3 gidsen die elkaar zeer vlot (hum) afwisselden. 1 van de 3 kon ik nog redelijk verstaan, de andere 2 waren nogal kort van woorden. Gelukkig kon er een goed zingen, en zijn deuntje 'Mungoman, Mungolady' gaan we nog lang zingen. De derde sprak in volzinnen als: 'Red kangaroo, feet (doet een teken), them black (maakt ander teken), they kno them Aboriginals'. En dan: 'Them peppel thinks emu stupid, but emu knows come back where is nest.' Het was een hilarische toer en we moesten ons vaak inhouden van lachen. Dus al bij al verlieten we Mungo NP met de glimlach! En we leerden ook een beetje bij over lokale planten.

Singing Aboriginal!
Dan was het hobbel de bobbel richting Broken Hill, een mijnersstad sinds (volgens de Australische tijdrekening) historische tijden. Vanaf Mildura veranderde de weg gelukkig in een van de betere geasfalteerde die we hier al gehad hebben. De meeste wegen in de Outback zijn van redelijk goede kwaliteit, en je kan er zalig altijd maar rechtdoor cruisen. De enige keer dat je echt op de baan moet letten is als je een vrachtwagen voorbij moet steken. Dat zijn vaak gevaartes bestaande uit 4 delen (!), en het lijkt een eeuwigheid te duren eer je ze voorbij bent. Langs de kant van de weg zag ik ook een tractor met 16 grote wielen (8 aan de voorkant, 8 aan de achterkant), hoe zot is dat! Die zijn zo breed dat ze de volledige weg innemen denk ik.

Maar rijden door de Outback werkt zeer ontspannend, vooral voor de geest dan. Het lichaam wil na uren rijden wel eens stijf zijn. Je hebt alle tijd van de wereld om te genieten van de prachtige landschappen, en te stoppen waar je maar wil. En wat je dan allemaal niet hoort! Tientallen vogels vechten om gehoord te worden. De beeldschone Australische kraaien, die je altijd in een koppeltje ziet, komen steevast kijken wie daar nu toch langs de kant staat. De eerste keer dat ik er een hoorde dacht ik dat er ergens een kind aan het jammeren was. Ze maken een geluid alsof ze de hele tijd pijn hebben, een hoog 'aiaiai'. Hun veren zijn zo mooi en blinkend zwart en ze hebben heldere blauwe ogen.
Ja, we voelden ons wel een beetje op een kleine safari. Op een bepaald moment reden we een hele tijd door zwermen libellen, onmogelijk te ontwijken. Iedere keer ik er een zag afkomen voor een dodelijke smak tegen de voorruit bukte ik me. Nutteloos natuurlijk en tot groot vermaak van Maarten. Gelukkig hebben we er een kunnen redden die in de ruitenwisser bleef plakken. Ze waren bijna een hand groot. Ook voor vogels moet je opletten. Hoe groter de vogel, hoe slimmer. Als ze opgeschrikt worden vliegen die tenminste van de auto weg. De kleintjes vliegen er eerder recht naartoe. Ook emu's lopen, ondanks hun slechte reputatie van stom beest, op grappige wijze weg. Helaas liggen er nog veel te veel dode dieren langs de weg. Af en toe zie je een paar schapen in een dorre wei. Er zitten er evenveel als in Nieuw Zeeland, alleen veel meer verspreid door de schaarse aanwezigheid van gras. Hier kweken ze geen witte wol, maar bruinrode :-). Amai, begin daar es aan te wassen.

The Gang of Four (Emu's)
Na al dat slechte weer in New South Wales, en ook af en toe in Victoria, doet het zonnetje deugd! 's Morgens is het wel frisjes, maar tegen de middag staan alle bloemen open, liggen de schapen in de schaduw onder een eucalyptusboom, en zitten wij te genieten op een bankje, in de zon. Zo hadden we ons Australië alleszins meer voorgesteld.

Prachtige bloemen vind je overal in de Outback

Het was even wennen aan al dat zonnegeweld
Onze entree in Broken Hill zette meteen de toon. Aan een grasveld stonden een bruid en haar bruidsdame, beiden echt ongelooflijk dik en opgetut, kwaad kijkend te wachten. We reden lachend verder en hadden medelijden met de bruidegom. Het was de eerste keer dat ik Australiërs zag met een hoop kilo's te veel. Ofwel kunnen ze het goed wegsteken, ofwel is een dieet van wijn, lekker eten en genieten van het leven goed voor de lijn :-) Ze zijn alleszins veel meer met het culinaire bezig dan in Nieuw Zeeland, en dat merk je niet alleen aan de kookboeken in de boekenwinkels. Er zijn ook een aantal bekende Australische topchefs - waarvan ik nu wel niet meteen op de naam kan komen…

We kwamen aan het Visitor Center toe vlak na sluitingstijd, maar dat belette de bediende niet om ons supervriendelijk nog naar het toilet te laten gaan, uitleg te geven en brochures te overhandigen. De volgende dag zouden we het iets verderop gelegen dorpje Silverton bezoeken en natuurlijk ook wat rondhangen in Broken Hill zelf.

In Silverton was niet echt veel te zien, maar het was er wel leuk rondwandelen en kijken waar mensen die in zo'n afgelegen gebied wonen zich mee bezighouden. Velen maakten 'kunst' die ze proberen aan toeristen te verkopen. Er zijn ook een aantal musea die we maar geskipt hebben.

Een museum in Silverton

Zoals u kan lezen, John Dynon, local artist of Silverton
In Broken Hill is veel meer te beleven. Het voelt er echt Western, en in de straat rijden bijna niks anders dan Oldtimers rond. Je kan er een mijn bezoeken, maar dat hebben we al in Potosi gedaan. In de plaats gingen we naar de basis van de Flying Doctors. Da's naar het schijnt een serie, waarschijnlijk kende ik de naam van daar. In ieder geval, het ligt naast de luchthaven, dus ik wou er wel heen. En wat een goeie beslissing was dat! We waren allebei enorm onder de indruk van ons bezoek aan de Flying Doctors. Wat zij doen is echt ongelooflijk. Met onze nog maar korte kennismaking met de Outback is het makkelijk te begrijpen dat het onmogelijk is de mensen die hier wonen fatsoenlijke medische hulp te bieden zonder een vliegtuig. En zij bieden die service volledig gratis! Hoeveel mensen hebben ze al niet gered!
Als je het niet gezien hebt is het moeilijk je voor te stellen hoe uitgestrekt de Outback is. De meeste boeren hebben een eigen vliegstrip. Maar ze landen ook gewoon in het veld, op de weg of gelijk waar de piloot een mogelijkheid ziet. Dat is nogal avontuur!
Onze gids vertelde dat hij en zijn vrouw vaak op zaterdagochtend voor dag en dauw vertrokken voor een 8u durende rit naar hun familie. Dan komen ze iets na de middag toe, en blijven tot de volgende middag. Om dan terug 8u naar huis te rijden. Zo'n dingen vinden ze hier gewoon. 8u rijden, das nikske. G'day mate!

Een Broken Hill straatbeeld
2 parkieten zijn ook fan van de Flying Doctors

Omdat we zo'n fan zijn van de fantastische landschappen in het binnenland, besloten we op 't gemak naar de bekendste wijnstreek van het land, de Barossa Valley, te rijden en de Flinders Range over te slaan. Zo kwamen we in het dorpje Petersborough terecht, waar we kennismaakten met de compleet gekke Eldon en zijn vrouw Maria. Zij zijn in de streek beroemd voor hun miniatuurkoetsen die ze minuscuul en perfect op schaal kopiëren van verdwenen of half kapotte antieke koetsen. Wat ze daarvoor niet allemaal van gereedschap en mini ditjes en datjes hebben! De ene grap na de andere uitslaand toonde Elton ons trots zijn hele verzameling en knikte ik bewonderend toen hij demonstreerde hoe je een mini karrenwiel ineen kan steken. En toen was de rondleiding nog niet gedaan. In wat ze bij ons een veranda noemen, stond het nagebouwde oude treinstation van Petersborough. Netjes gemetseld met mini zelf uit oude baksteen van het oude treinstation gekapte baksteentjes, mini verlichting en mini deurtjes. Een groot poppenhuis, maar dan met archeologische waarde.

Maarten en Eldon in de werkplaats

Een stukje uit het museum van Eldon

Het hele stadje is in de ban van alles wat antiek is. Behalve in de supermarkt kan je er zelfs nergens iets nieuw kopen. Van kleren tot auto's had alles er al een eigen geschiedenis opzitten. Op hun treinverleden waren ze het trotst. Op de 4 invalswegen staan 4 miniatuurtreinen tentoongesteld, het infokantoor is in een oude trein en ze hebben er een standbeeld van Bob, de 'railwaydog'.

Zo rijd je Peterborough binnen

Bob, de bekendste hond van Australië
Na Petersborough rijd je al snel de wijnstreek van Zuid Australië binnen. De heuvels zijn goudgeel van de verkleurde wijnranken, slechts hier en daar hingen nog wat blauwe druiventrossen. De nacht ervoor hadden we niet zo goed geslapen, dus besloten we hier even te rusten en pas de volgende dag wijnen te gaan proeven in de Barossa Valley. We profiteerden ook nog even van de goeie infrastructuur in de staat South Australia. Hier vind je properder toiletten, goed uitgeruste bibliotheken en gratis douches. De sfeer is ook anders dan in New South Wales of Victoria. Moeilijk te beschrijven, maar we vinden het alleszins fantastisch. Een mengeling van de sfeer in Zuid Frankrijk en Toscane, met een grote G van Genieten.

De volgende dag kwamen we midden in het jaarlijks feest van Tanunda aan. Een aangename verrassing… Overal hing de geur van Frankfurter Wurste met zauerkraut. We vluchten naar goede gewoonte een boekenwinkel binnen waar een ietwat vreemde eigenares bij elke handeling heel luid riep wat ze ging doen. Behalve de vele Duitse 'specialiteiten' was het een leuke braderie om rond te lopen, en naar de mensen te kijken.

Feest in Tanunda, en daar kunnen geen Oldtimers bij mankeren
Vanuit Tanunda begint een rondrit die je langs de wijngaarden van de Barrossa Valley voert. We vergaapten ons aan zijn omvang, kilometerslange velden vol druiven, en sommige wijnhuizen groter dan de brouwerij van Stella in Leuven. Ondertussen werd het al laat, en we mochten onze overtocht naar Kangaroo Island niet missen. We besloten dus maar 1 wijnhuis echt te bezoeken, en welk is bekender in de streek dan Jacob's Creek? (Penfold's misschien). Ze hebben een chic uitgebouwd bezoekerscentrum, maar we waren toch ontgoocheld als we hoorden dat we de kelder zelf niet konden bezoeken wegens 'te druk'. Gelukkig konden ze ons troosten met gratis degustaties van al hun wijnen, en zelfs een tiental die je alleen hier kan vinden. Een hele lange lijst dus! Ze schonken de glazen zonder problemen goed vol, en als we nog maar naar een fles keken kregen we er al een slok van. Onze favoriet was helaas ook hun duurste: een shiraz cabernet genaamd Johann. Het goede nieuws is dat ze hem exporteren naar België, dus allen naar de winkel! Ideaal om een speciale gelegenheid te vieren, zoals de terugkeer van de dochterlief of zoonlief, of van een paar goede vrienden…

De Barossa Valley

Op onze wenken bediend bij Jacob's Creek
Nu rest ons nog een driedaagse op Kangaroo Island alvorens opnieuw de Outback in te trekken richting Alice Springs.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten