Chili: van zuid naar noord

We zijn nog steeds onverdeeld enthousiast over Chili. De mensen zijn hier zo schattig, en net als de Bolivianen erg lief. Elk hostel waar we tot nu toe gelogeerd hebben wordt gerund door op z’n minst een overactieve halfgare homo, of een goedlachse grappige omafiguur. In Puerto Natales stonden we ‘s morgens om 9u op om alle deuren open te vinden en het bordje van het kantoor ‘abierto’ (open). Gezien het personeel lag te snurken een paar deuren verder, hebben we maar braaf het bordje omgedraaid naar ‘cerrado’ (gesloten) en de voordeur dicht gedaan. Dat ze de deuren hier niet sluiten is normaal.

Onze gezellige badkamer in Puerto Natales

Soms is deuren sluiten nutteloos
De hostel-homo liep de ene dag rond in zijn boxershort en een soort nonnenkap in een vreselijk kleur, terwijl hij met wijdse gebaren toeristen uitleg gaf over Torres del Paine; de andere dag droeg hij een iets te netjes gestreken hemd met een al even te deftige, zelfs lange, broek. Maar in geen van beide outfits kon hij langer dan 10 seconden blijven zitten. Zijn gezicht – en dito reactie – toen we veel vroeger als verwacht van onze trektocht terug in zijn hostel aankwamen zal ik nooit vergeten. En hij giechelde erbij als een schoolmeisje. Geniale gast.
Het is misschien raar om zeggen maar vele Chilenen lijken homo. Een van de bekendste is de TV advocaat die elke morgen over fait divers op erg overtuigende manier zijn zegje mag doen. Wat er ook gebeurd, ze roepen hem erbij. Zo krijg je beelden van een interview waarbij hij nog vlug zijn haar kamt of in zijn papieren kijkt, de micro van de journalist uit handen neemt en van alles begint uit te leggen. Grappig is dan hoe de Chilenen verrast ah en oh doen, en er onderling over discussiëren.

Na nog even van alle gastvrijheid te genieten in Puerto Natales (trouwens een zeer leuk stadje en dé ideale uitvalsbasis voor de Torres) vertrokken we richting de meest zuidelijke grote stad ter wereld: Punta Arenas.
Zuidelijker, dus kouder, en dat werden we al snel gewaar. De windvlagen bliezen onze bevroren oren er bijna af. We bleven hier 5 dagen (en ik at elke dag zeevruchten :-)). In het begin kon ik niet begrijpen hoe de mensen het uithielden in zo’n bar klimaat te wonen. Maar je wordt het eigenlijk snel gewoon en het buitengewone prachtige landschap, de rust en de gezellige cafeetjes en dito sfeer in de stad maken veel goed. Voor zo’n grote stad is er weinig hoogbouw, de huisjes hebben verschillende kleuren en zoals de andere Chileense steden en dorpen heerst er een Boliviaans tintje. Je voelt je er meteen thuis; je voelt dat er geleefd wordt. Het is er vaak rommelig, maar daar trekt niemand zich iets van aan. Het is nu eenmaal belangrijker een kop thee met vrienden te drinken dan je gazon af te rijden…

In een verlaten estancia zijn nog honderden schapenvellen te vinden
In Punta Arenas kwamen we terug in zo’n gezellig nest terecht. Al was het een beetje een vreemd nest. Er stonden 2 chique zetels die eigendom waren van de 3 poedels des huizes. Er hing een ingekaderde foto met de naam van de familie én met handtekening van de vorige paus aan een schamele muur. In een kast stond de kerstman keurig uitgestald naast een pinguïn. En wij waren de enige niet-Chilenen. Amusement verzekerd! De eerste dagen hadden we onze handen vol aan het op punt zetten van onze nieuwe laptop, die we eindelijk in de taxfree zone hadden gevonden. Er was uiteraard wel tijd voor belangrijke zaken als lekker gaan eten op Valentijn (op reis doe je dingen die je thuis nooit doet) in La Marmita, een begrip in Punta Arenas én terecht. Reserveer wel op voorhand. Op een zonnige dag deden we een daguitstap naar het Pali Aike Park. Met een busje vol Chilenen, dus alweer was amusement verzekerd. Daar konden we nog es onze benen strekken en zagen we na lange tijd terug vulkanen.


Ramon, onze gids in Pali Aike


Vos in Pali Aike


Pali Aike
Kleine vulkaan


Prachtige stenen tijdens een wandeling in Pali Aike

De volgende dag was het hoogtepunt in de krant (die hier El Pinguino heet) dat het 23 graden was geweest (!), met foto’s van hard zwetende mensen als bewijs.


Op Maartens verjaardag wilden we naar de bekende pinguïnkolonie van Isla Magdalena gaan. Helaas bleek de boot sinds de dag ervoor een week in reparatie, dus moesten we het stellen met een paar tientallen ipv een paar tienduizendtallen pinguïns, in Seno Otway. Het was zoeken naar een pinguïn, en ook nog es duwen en trekken op de viewpoints. In duwen en trekken zijn de Chilenen meesters, zoals ik een paar dagen later zou ondervinden in Castro…

Ondanks deze teleurstelling was het toch een fijne verjaardag, want Maarten wilde graag a volonté eten en het gegrilde lamsvlees was subliem lekker. Bovendien kreeg hij bij heuse happy birthdaymuziek applaus en champagne. Ook kregen we nog es 2000 pesos korting (kleine 4 euro). Dat alles omdat ik een kaarsje was gaan vragen om op een stuk taart te zetten, en zelf dacht happy birthday te zingen. Ze lieten me echter niet zomaar gaan, er moest een ober mee en de nodige tierelantijn.

We verlieten Ely Hostel en de 3 poedels om het vliegtuig naar Puerto Montt te nemen. Het was de mooiste vlucht van mijn leven, met zicht op alle gletsjers die we de voorbije weken gezien hadden. Grappig was dat de piloot voor de toeristische uitleg zorgde: ‘aan de rechterkant ziet u Torres del Paine, sky clear’.
Vliegen kon hij naar mijn gevoel minder.

In Puerto Montt vonden we een hotel dat er niet als een hotel uitzag. (Hoe vinden we het toch altijd…?) Voordeel is dat je dan in een gezellig huis logeert, nadeel is dat als de eigenaar niet thuis is en vergeet een sleutel te geven, je niet binnen kan. Gelukkig is Maarten inventief en vond hij een open venster om binnen te breken. Dan kon hij netjes voor mij de voordeur openen. Gelukkig maar, we waren zeevruchten gaan halen aan de haven en anders moesten we die zonder onze gekoelde wijn opeten.
In Puerto Montt zagen we voor het eerst een reuzemossel
Er was nog een Chileense familie te gast die we ontmoetten tijdens het avondeten. Zij overtuigden ons naar Castro op het eiland Chiloë te gaan, waar dit weekend een folklorefestival plaatsvindt. We besloten de volgende dag samen te vertrekken, en zo liep ik een dag later niet alleen met mijn 17 kg aan bagage te sleuren, maar ook nog es op z’n minst met 5 kg van oma Carmen. Ik hoopte dat ze zo wat sneller zou lopen. Aan dit gruwelijke trage tempo zouden we nooit een kamer vinden, er waren er al zo weinig vrij en dat aantal slonk met de minuut. Natuurlijk vonden we niks, behalve bordjes ‘volzet’. Gezien een Chileense familie nooit uit elkaar gaat, zelfs niet als het traagste lid van de familie duidelijk puft en zo snel mogelijk op bed gelegd moet worden, zaten we met een probleem.
Na veel vijven en zessen besloten we onze eigen weg te gaan, kwamen 3 minuten later iemand tegen die kamers had die ‘normaal alleen voor familie waren, muy familiar!’ en bevonden ons in een prachtig huis met zicht op de zee.
Castro ligt dus aan zee, dan moet ik toch wel zeevruchten eten, niet? Voor de 7e dag op rij… We hadden die dag heel wat vertraging opgelopen, dus gingen we maar kort even naar de feesten zien. Het spectaculairst was zonder twijfel de tentoonstelling van een Belgische stier! Iedereen stond zich eraan te vergapen terwijl wij bloosden van trots. Ik moest natuurlijk aan mijn familie denken en ga ze zo snel mogelijk een foto mailen. Ze hadden er ook het grootste varken dat ik ooit gezien heb, een beest dat de hele tijd gepest werd door stomme mensen die aan z’n staart trokken. Voor de rest waren er vele artisanale en biologische producten.

Onze Belgische stier kreeg veel belangstelling (dat wit 'vlekje' op de achtergrond)

Het monsterlijke varken

Na nog wat lekkere empanadas en een stuk (wat anders) lamsvlees gingen we naar het centrale plein. Daar stond een podium dat vreselijke reggaetonklanken brulde, terwijl kleutermeisjes erop stonden te dansen en de sponsor Pf (ja echt, zo heet die) nu en dan ballen in het publiek smeet. Die ballen waren enorm populair en er werd om gevochten. Ik dacht mezelf in veiligheid te stellen door achteraan te gaan staan, maar toen sloeg het noodlot toe. Een bal kwam namelijk recht op mij af, en daarmee ook een hele horde wilde Chilenen. Het was de eerste keer dat ik voor mijn leven vreesde. Ik kreeg stampen langs alle kanten en kon maar net recht blijven staan. Geheel onschuldig en redelijk van slag sleepte ik mezelf nog verder, naar waar ik hoopte er geen ballen zouden vliegen. 1 Chileen kwam zich verontschuldigen, de rest zag terug ballen vliegen…


Achja, Castro is een charmant stadje. En dat was gisteren.


Schattig bruidspaar in Castro

Vandaag deden we een leuke tour naar Dalcahue en het bijgelegen eilandje, Quinchao. Normaal zijn we niet zo voor tours, want dat is vaak weinig persoonlijk en saai. Maar toen Maarten hoorde dat we gingen zien hoe curanto al hoyo (een plaatselijk gerecht dat ze in een put bereiden) gemaakt werd was de beslissing snel genomen.
Het maken van de curanto (gekookt door stenen)

De kok showt trots met zalm

Onze tafelgenoten vonden dat we zo smakelijk van de curanto zaten te eten dat ze er een foto van namen

De hele streek heeft van die mooie gekleurde houten huisjes en kleine dakpannen, een beetje Engels aandoend. En kerken, veel kerken. Blijkbaar is Chiloë hiervoor bekend; wij wisten natuurlijk van niks. Gelukkig zijn ze mooi, en volgens de gids hebben we de oudste houten kerk en de grootste houten kerk ter wereld gezien! Ze zijn alleszins werelderfgoed. Eentje hebben ze ooit versleept met tractors. Dat is hier een gewoonte, huizen verslepen. Minga is een lokale gemeenschapsdienst. Jij helpt mijn huis verslepen en ik geef jou sterke drank en eten. We hebben wel meer grappige verhalen gehoord. Zo was er de spoorlijn waar de locomotief als de sporen glad waren de heuvels niet op kon. Dus dan moest de 2e klasse uitstappen en de trein omhoog duwen. In 1960 eindigde dit, want dan werd Chiloë, samen met gans Chili, getroffen door de zwaarste aardbeving ooit gemeten. Je kan zowat overal in Chile sporen zien van aardbevingen uit verleden tijden. Het hoort bij het leven hier.

2e klasse duwt de trein omhoog

Tot slot wil ik mijn oma graag een hele gelukkige verjaardag wensen, we proberen al 2 dagen te bellen maar het lukt maar niet. Morgen proberen we nog eens, voor we de bus nemen naar Villarica.

1 opmerking: