Hasta la vista Bolivia, het hart van Zuid-Amerika

Bij elke grensovergang ben ik telkens weer verbaasd hoe snel de verschillen zichtbaar zijn tussen het land waar je vandaan komt en de nieuwe bestemming. In dit geval is de verbazing des te groter, want de verschillen tussen Bolivia en Argentinie zijn enorm. Het kostte ons heel wat tijd om Argentinie binnen te geraken (een 5 tal uur aanschuiven aan de douane), waardoor we de eerste nacht moesten overnachten in Tilcara. Het was even slikken: de prijzen tot 5 keer zo duur, hippe bars en restaurants, BMW's in het straatbeeld, goeie wegen en bussen, Argentijnen die evengoed Belg zouden kunnen zijn, fabrieken en huizen die ook in Belgie niet zouden misstaan. Dit is zeker het land die het dichtste bij ons thuisland staat van de hele reis (tot nog toe).

Bolivia daarentegen...

Die eerste nacht in Argentinie voelde ik me toch niet zo op mijn gemak meer bij al die luxe. We waren gewoon geraakt aan douches zonder water, bedden die eerder de titel hangmat verdienden, kapotte dingen, (letterlijke) bergen vuilnis, stinkende uitgedroogde rivieren, bussen waarvan je nooit zeker weet of ze het einde van de rit halen, schamele huisjes, zwart-wit TV's, en in het beste geval een plastieken stoel als je ergens ging eten.
Geen spoor meer van dit alles. Het enige wat sinds we in Argentinie zijn toegekomen aan Bolivie doet denken zijn hier en daar een cocabladeren kauwende indiaan en de Boliviaanse pulls die ze hier (uiteraard stukken duurder) in de winkels verkopen en waar de hippe Argentijnen fier mee rondlopen. Ik had bij de aankoop van de mijne in La Paz geen flauw idee dat ik daardoor later nog modieus zou zijn!

Ondanks het ons overvallen vakantiegevoel missen we het vaak moeilijke reizen in het arme maar heel interessante Bolivia. Het is geen land om even een tweetal weekjes te bezoeken en fluitend terug naar huis te vliegen. Neen, neem je tijd. Je hebt het nergens meer nodig dan daar.
Bolivia is geen gemakkelijke toeristische bestemming, zoals deze kapotte toeristeninfo aantoont
In Bolivia is tijd een ander begrip. En het kan hen niks schelen als jij in een andere, hoogstwaarschijnlijk rappere, dimensie leeft. Adem diep in en jaag je niet op. Het kan hen eveneens niks schelen je de grootste leugens wijs te maken, zelfs al ligt het er duimvingerdik op. Adem diep in en wordt niet kwaad. De kans is groot dat ze gaan drinken; en dat je ze een paar uur later hun roes uitslapend op de stoep tegenkomt. Ze hebben de grootste mond maar het kleinste hartje van heel Zuid-Amerika, lijkt me. Ze zijn de enige bevolkingsgroep die het bloed onder je nagels kunnen halen maar waar je toch niet kwaad kan op blijven. Alcoholisme is helaas een groot probleem. Soms te begrijpen als je ziet in wat voor een miserie ze hun leven moeten doorbrengen. Soms helemaal niet te begrijpen, zoals het overdreven zatgeleurter tijdens de feestdagen.

We verwonderden ons gedurende onze 30 dagen in Bolivia vaak over hoe het komt dat een land met zoveel rijke grondstoffen toch zo arm kan zijn. Neem nu Potosi, enorme hoeveelheden lood, zink, tin en zilver worden door straatarme mijnwerkers onder erbarmelijke omstandigheden geind, om zo snel als maar kan naar de rijke landen te verdwijnen. Op onze vraag waarom ze niet zelf de grondstoffen verwerken waardoor ze veel meer zouden kunnen verdienen, was het antwoord eenvoudig: 'We weten het niet. We hebben de kennis niet om dat te doen.' Met andere woorden, ze willen niet. De bevolking wordt dom gehouden. En het lukt, de gemiddelde intelligentie van de Boliviaan is niet bepaald hoog te noemen. Een keer had een ober pas na 15 minuten door dat we koffie wilden. Hij zei de hele tijd 'Ja, er is koffie' 'Koffie, ja, ja' maar maakte geen aanstalten die te gaan halen. We hebben ook vaak ondervonden dat elk gevoel voor ironie ontbreekt. Engels is evenmin hun beste vak. Er zijn geen goeie scholen, ze zijn niet gewoon te studeren en een heel groot deel kan niet lezen. Velen hebben geen TV. Wat kan je dan verwachten? Geen vlot Engels sprekende, opgeleide man op de straat maar een enorme hartelijkheid, nieuwsgierigheid en warme vriendschappelijkheid als je een beetje Spaans spreekt. Zonder Spaans mis je de essentie van Bolivia. We zijn meerdere keren tolk geweest voor andere toeristen die zich anders niet konden behelpen. Op de laatste dag van onze driedraagse trekking in Sucre bijvoorbeeld, was ik wat ziekjes waardoor ik liever ipv 3u te wandelen tot aan de rivier, meereed met de lokale camion. Ze zijn al jaren aan het bouwen aan de brug over de rivier, maar daar komt niet veel beweging in. Aan de andere kant van het water stond voor de hele groep een bus klaar die ons terug naar Sucre zou brengen. De lokale camion zat echter - zoals altijd - stampvol kippen, kinderen, vrouwen (vooral venijnige oude vrouwtjes), mannen en bagage allerlei. De gids houdt de camion tegen en smeekt plaats te maken voor 1 arme, zieke toerist. Ik doe er natuurlijk nog een schepje bovenop en probeer er groen, zoniet geel uit te zien. De mannen roepen dat het geen probleem is, en wijzen een plaats aan waar ik me in de laadbak kan heisen. Beginnen de vrouwen op die plaats te protesteren! Gelukkig kan ik ze een beetje sussen en kan ik me op de rand wringen, 1 been in de laadbak, 1 been erbuiten. Niet meteen een comfortabele positie, maar het is beter dan lopen denk ik dan. Na wat koetjes en kalfjes gepraat ontdooit de mij omringende vrouwengroep enigszins. De beschaamde onder hen durven mij iets vragen, de kwaaie bieden mij vriendelijk wat meer plaats aan. Ik kan met beide voeten op de grond. Al snel blijkt dat ze allemaal goedlachse en vriendelijke vrouwen zijn. Dan komt het moment dat ik flauwval, geveld door de hitte en de plakkende zwetende lijven langs mij heen. Lang kan het niet geduurd hebben want ik word wakker met een hoop bezorgd geroep, en vooral, plaats! Ik lig op patatten, kippen en tomaten. Wel honderd keer moet ik zeggen dat het nu echt wel goed gaat, danku. Als de camion aan de rivier toekomt stap ik met een hoop nieuwe vrienden uit en moet ik me bijna aan een rotsblok vasthouden om niet meegesleurd te worden de rivier over naar Sucre. Ik had Maarten beloofd te wachten, dus dat kan ik echt niet maken. Ik denk niet dat ik het er zo goed vanaf had gebracht zonder me in het Spaans te kunnen uitdrukken.

De prachtige natuur moet in geen enkel opzicht onderdoen voor Peru. Vaak lijkt het op de grote nationale parken in de VS, met het verschil dat zij hier niet weten wat een nationaal park precies is en uiteraard is het onmogelijk met een campervan tot de top van de berg te rijden. In Bolivia moet je moeite doen er te geraken, maar de beloning is des te groter. Je kan er bijvoorbeeld gevaarlijk dampende modderpoelen van meer dan 90 graden in close-up fotograferen. Er staat wel ergens een veroest bordje dat het gevaarlijk is. In de VS laten ze je op nog geen 5 meter naderen. Overal in het landschap zie je kleine kapelletjes staan waar de ongelooflijk-gelovige Bolivianen veel belang aan hechten. (Van de 7 hoofdzonden trekken ze zich echter niet veel aan, hadden we de indruk.)


Van de folklorische muziek hebben we ons een paar cd's aangeschaft. We gaan proberen jullie te laten meegenieten van ons favoriete nummer. (Alleen nog een manier vinden dat op onze blog te krijgen) We hebben het in Villa Serano een paar keer live horen spelen en het was echt wondermooi. De rest van het muziekrepertoire bestaat uit jaren 80 muziek, en bijhorende afschuwelijke videoclips. Elke gids die naam waardig bezit ook een 'toeristencd', met liedjes waarvan ze denken dat iedereen die goed vindt om de sfeer erin te houden. Ik heb dus meermaals moeten luisteren naar U2 en REM. Pijnlijk. Gelukkig is Coldplay hier nog niet zo bekend. En 'Panamericana', die we al maanden bijna dagelijks te horen krijgen, is hier uiteraard ook populair. Pan pan americana...

Dit is een niet te missen videoklip van Mara: No me dejes.

Dat het eten er op niet veel trok, bewees onze eerste biefstuk in Argentinie. We waren vergeten dat vlees naar vlees kon smaken! Maar de Bolivianen zelf zijn zeer trots op hun keuken, en raden je de beste restaurants aan om te gaan eten. We hebben ons 1 keer laten vangen en moesten kippevleugels met friet of van die vieze blikworsten (ook met friet) eten. Heerlijk.

Bolivia is ook het land waar we ons eindelijk terug veilig voelden, ook al moet je natuurlijk blijven opletten. Maar van de Peruaanse paranoia is hier geen sprake. We voelden ons ook nooit bedrogen, hier nauwelijks toeristenprijzen of andere oplichterij.
Het was ook fijn telkens bij Rene van Casa Verde terecht te kunnen. Rene, bedankt voor de leuke gesprekken en de huiselijke ontvangst!

Aan creatieve oplossingen geen gebrek!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten