Indonesië: de laatste woorden.

Toen we ondertussen meer dan 2 jaar geleden met de voorbereidingen van de reis begonnen spraken de kleurrijke beelden over Indonesië ons zo aan dat we besloten hier 2 maand voor uit te trekken. Geen overbodige luxe, het land bestaat uit 13000 eilanden en is indrukwekkend groot (5100 km lang). Sumatra, Kalimantan en Irian Jaya behoren tot de grootste eilanden ter wereld. En dan hebben we deze nog niet eens bezocht!

Er zijn 130 etnische groeperingen, onder 250.000.000 mensen. Getallen die ons, uit het kleine Belgenlandje, doen duizelen. We zijn wel gewend aan dichtbevolkte steden maar Indonesië is duidelijk van een ander niveau. Wie houdt van rust en uitgestrekte, lege landschappen met als enig gezelschap een toevallig passerende berggeit kiest beter een andere reisbestemming. Voor ons was de overgang tussen 2 landen nergens zo groot als tussen Australië en Indonesië. Voor het eerst in mijn leven ervaarde ik wat als cultuurschok wordt omschreven. We waren voordien al in Azië geweest en toen had ik er geen last van. Het contrast met het peperdure, zure en door kangaroos bewoonde koalaland was zo fenomenaal dat we de eerste week een beetje verloren liepen.

Hoewel de periodes waarin we ons als vreemde eenden in de vijver voelden met onvermijdelijke regelmaat terugkeerden leerden we na enkele dagen toch van de Aziatische drukte en levensvreugde houden. Omdat een lat-relatie moeilijk is met een land dat omringd wordt door woeste oceaan bleef het een hardnekkige haat - liefde verhouding tussen ons, enthousiastelingen van de Latijns Amerikaanse cultuur en zij, de vertegenwoordigers van de compleet andere Aziatische cultuur.

Ik zal beginnen met de aspecten die onze liefde voedden, in de eerste plaats letterlijk: de Indonesische keuken. Wat je er allemaal op straat kan eten is echt om je handen van af te likken. Drie keer per dag nasi campur is telkens weer een feest. Je wordt het nooit beu. Ze toveren bovendien de lekkerste sapjes en sausjes uit hun straatkeukens zodat we elke dag uitkeken naar het moment dat het tijd was om te gaan eten.

Ook liepen onze harten over van liefde voor de gewone mensen. Zij die nog niet vergiftigd zijn met de drang tot geldgewin, en die vooral uit toeristen willen slaan. Onvindbaar in Bali, maar in Java, Sulawesi, Sumba, Flores en Lombok in overvloed aanwezig. Hun vriendelijkheid en openhartigheid zullen we nooit vergeten.

Een andere reden om Indonesië te bezoeken zijn de culturele en natuurlijke bezienswaardigheden. In Prambanan genoten we van de prachtige tempels en in Ijen van de prachtige natuur. Sulawesi heeft een schitterend meer en bouwt indrukwekkende schepen. Rondzwerven tussen de traditionele dorpen van Sumba is een fantastische ervaring. Flores is prachtig groen en biedt mooie zichten op omliggende vulkanen. Lombok is weer helemaal anders maar opnieuw een lust voor het oog. Zelfs van Bali moet ik toegeven dat het er mooi is.

Tot slot liepen onze harten over van liefde op 'van die speciale momenten'. Een geit op het dak van een bus die uit niet veel meer dan 4 wielen bestaat. Indruk maken op toeristen en Blink182 knalhard uit de boksen laten schallen, maar tergend traag de talloze putten in het wegdek proberen te ontwijken. Playboy stickers op het mobiele marktkraampje van een tandeloos oud vrouwtje. "Vanilla ice ice baby" totaal verkeerd meezingen terwijl de rijstvelden stilaan overgaan in schare stukjes regenwoud. Naakte kinderen lachend en joelend in de rivieren: 'Ada turis!' (Er zijn toeristen!). Spelend op een manier zoals alleen zij dat nog kunnen. Hun lenigheid, hun innemende lach. Het onvermijdelijke trage tempo van de tijd.

Ja, dat alles zullen we missen.

Maar langs de andere kant moet de toerist die zich een weg door Indonesië baant over een hoge frustratie-tolerantie beschikken. Je komt er wel eens iets tegen die je bloeddruk doet stijgen en je handen doet zweten. Het vaakst komt dat voor tijdens verplaatsingen. 99% van de toeristen lost dit op door shuttles of toeristenbussen te nemen. Je zal vaak horen dat dit de enige haalbare manier is om van A naar B te geraken. Niets is echter minder waar. Alle eilanden (behalve Bali) beschikken over een uitgebreid bussen - en ojeknetwerk waarmee je overal kan geraken. Maar vergeet je portie geduld niet.

Hoe omgaan met de (uit de pan) swingende en schommelende prijzen voor hetzelfde produkt was ons dagelijkse vraagstuk. Je wil de arme mensen helpen, en niet de bedriegers. Zij zijn al rijk genoeg en dragen zakken vol oplichtersgeld terwijl hun brave landgenoten sleuren met zware zakken vol rijst. Wie als groentje een bus neemt in Indonesië mag er zeker van zijn dat er dezelfde avond ergens gefeest wordt. En niet met tempe of nasi, maar met kip en buffelvlees. Op zich geen probleem, maar het onrecht dat de buren die toevallig niet voor een busmaatschappij werken alleen rijst op hun bord krijgen knaagde vaak aan ons.

Meestal rekenen ze bij het zien van een toeristenkop slechts 2 of 3 keer de normale prijs aan. In Bali, en soms in Java, ging dat tot het tienvoudige. Hoe langer we in het land waren, hoe beter we de prijzen gingen kennen en hoe vlotter het ging. Maar toch nog werden we vaak in het zak gezet en dat is geen leuk gevoel. Reizen in Indonesië vraagt veel energie omdat je altijd op je hoede moet zijn, en bij alles moet afbieden. Neem niks aan zonder eerst de prijs te vragen. Een getalenteerd onderhandelaar kan wel erg goede koopjes doen.

Wij deden vooral ervaring op met het openbare vervoer. Ik zal proberen enkele tips te geven, maar alles hangt af van de situatie. Het komt erop aan die goed aan te voelen. Als de persoon in kwestie je begint uit te lachen als je een prijs vernoemt wil dat meestal zeggen dat je recht op de lokale prijs zit. Lach dan gewoon mee en vraag de volgende bus die prijs verhoogt met 5000 rp. Diegene die je uitlacht zal niet meer willen onderhandelen.
Vermijdt busstations. Het probleem is dat ze je er altijd afzetten en dat je zo een makkelijke prooi bent voor de haaien die je daar staan op te wachten. Wij omzeilden die door te zeggen dat we hier gingen blijven (Where you go? Disini!).
Ze vergeten je snel en dan kan je stiekem een paar meter verderop, best op straat, een andere bus tegenhouden.
Toon nooit ook maar de minste vorm van gehaastheid. Ook al vertrekt je vliegtuig over een uur, zeg dat je oceanen van tijd hebt. Het is bovendien de beste les in onthaasting die je je kan voorstellen. Het helpt geen te hoge verwachtingen te koesteren. Als wij ergens naartoe wilden, dachten we: ' Het zou mooi zijn als we er vandaag nog geraken, maar morgen is ook goed'. Een opleiding dramaturgie komt van pas. We trokken vaak pijnlijke gezichten en deden alsof we bijna flauwvielen als de prijs te hoog was. Dat is geen probleem want zij liegen ook dat ze zwart zien. Vreemd dat ze geen langere neuzen hebben. Maar de echte kunst is te weten te komen hoeveel de lokale bevolking betaalt, daar iets bij te doen, en met een aanstekelijke glimlach gevolgd door 'Ok?' en een schouderklopje die prijs te zeggen. De slaagkansen zijn in dit geval erg hoog. Het is helaas een bijna onmogelijke opdracht omdat iedereen in het complot zit. Als iemand je naar iets doorverwijst, hoe onschuldig hij er ook uitziet, altijd komt er geld in zijn broekzak terecht. Vertrouw niemand. Geloof niemand. Behalve oude vrouwtjes als ze geen tanden hebben. Die kunnen niet zo goed liegen.
Oja, een belangrijk woordje is 'tidak'. Je kan het gebruiken voor alles wat je niet wil. En geloof me, dat heb je vaker nodig dan eenvoudigweg 'ja'.

Indonesië is een land waar alles mogelijk is. Zoals al gezegd kan je voor hetzelfde product 1 euro betalen, maar evengoed 10 euro of 100 euro. Zo is het ook met het eten. Wij aten altijd erg lekker op straat, maar de meeste toeristen gaan naar dure toeristenrestaurants. Dat zijn echte toeristengetto's waar ze westers eten of in het beste geval ondermaats Indonesisch serveren. Vaak vind je er frieten. Komaan, Indonesiërs eten geen patatten! Laat staan dat ze frieten kunnen maken. In Lombok aten we 's avonds een erg lekkere maaltijd aan een kraampje voor 5000 rp, terwijl we 's middags 35000 rp betaalden voor een spaghetti die naar afwasproduct smaakte. Bovendien moet je in de restaurants erg lang wachten. We aten porties rijst van 1000 rp, maar evengoed van 10000 rp. Een stuk kip kostte ons eens 1000 rp en een andere keer 35000 rp. Beiden even lekker. Je vraagt je dan af wat de eigenaar van de laatste kip met al dat geld doet, of hoe de sukkelaar van de eerste kip rondkomt. Alleszins kan je met 34000 rp in Indonesië een dag eten als een koning.

Eerlijkheid wordt hier niet beloond en dat is jammer. Daar zijn wij zelf voor een groot deel schuldig aan: toerisme heeft veel kapot gemaakt. Erg veel. Niet alleen maakte het de bevolking kapitalistisch, ook de natuur heeft er onder te lijden. Als je hoort dat er hotels gebouwd zijn met kostbaar koraal kan je toch niet anders dan hoofdschuddend zo snel mogelijk het land verlaten.

Voor ik hoofdschuddend dit bericht afsluit nog even iets over Wayan uit de bestseller van Elisabeth Gilbert, Eat Pray Love. Ik kreeg het boek toevallig in handen tijdens een boekenwissel in Peru. Het laatste deel gaat over Bali en is lovend over een paar Balinezen waaronder de genezeres Wayan en haar dochter. 2 dagen Bali waren genoeg om me ervan te overtuigen dat de schrijfster zich de hele tijd behoorlijk in het zak had laten zetten. Ik was wel benieuwd naar Wayan en ging bij haar langs. Onbegrijpelijk dat Elisabeth Gilbert aan die vrouw zoveel geld heeft gegeven. In Bali is niemand arm. Wayan is niet meer dan een geslepen zakenvrouw met veel kennis over allerlei kruiden en kwakzalverijen maar vooral bedreven in het versieren van eenzame of niet al te snuggere vrouwen. De waarheid staat niet in het boek, het staat hier.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten