Op, onder, in en naast het water/ijs

Na een rustige overtocht met de ferry, kon het tweede deel van onze tocht door Nieuw Zeeland beginnen. We namen een slingerweggetje langs de baaien van Marlbourough Sounds naar het westen. Het landschap was wel mooi, maar ik vermoed dat we na bijna 7 maand enkel nog enthousiast worden van echt spectaculaire zichten. Na veel bochten en hellingen arriveerden we in Nelson. Grootste vissershaven van het land, dus moesten we toch nog eens van de fish en chips proeven. Deze keer namen we er ook mosselen bij, gelukkig want de vis was minder dan in Tauranga. Wel vreemd gefrituurd mosselen, maar best lekker.

Zicht op de Marlborough Sounds

De volgende dag moesten we vroeg uit de veren voor een dagje kajakken op de zee. We kregen eerst 2 uur uitleg over hoe je moet kajakken, de golven, winden, stromingen en na een geslaagd examen mochten we het ruime sop op. Nogal een verschil met onze kayaktocht in Guatemala waar we eerst de kayakverhuurder in het dorp moesten gaan zoeken en hem ergens zat langs de waterkant vonden, nauwelijks in staat een kayak te gaan halen.
We peddelden langs goudgele baaien, donkergroene bergen en lichtbruine rotsen over de biljartvlakke zee in het Abel Tasman Nationaal Park. Na verloop van tijd kwam er een lichte deining opzetten, maar die zorgde ervoor dat we ons nog meer zen gingen voelen. Op de kliffen van een eiland zagen we zeeleeuwen zonnebaden (die komen later nog terug) en na de middag legden we aan op een verlaten strand. We probeerden de kleinst mogelijke schelp tussen de zandkorrels te vinden. In de branding was een meeuw zeesterren aan het oppeuzelen. Spijtig genoeg moesten we de kajak voor 4 uur terugbrengen, anders hadden we zeker tot zonsondergang rond gedobberd.

Zeekayakken in het Abel Tasman NP
Aangezien we toch nog een halve namiddag over hadden trokken we alweer langs een slingerend baantje over het Takaka massief naar Golden Bay. Niet om aan het strand te gaan liggen, maar naar de grootste bron van het land. Midden de bomen komt er glashelder water opgeweld en vormt het meteen een rivier van wel 10 m breed. Het water is zo helder dat je de via periscopen tot wel 60 m ver onder water kan zien. Wat je ziet lijkt wel een jungle van waterplanten. Donkerrode grassen, felgroene planten die op sla lijken, donkergroene wieren… Het opborrelende water doet bovendien de zilveren zandkorrels op de bodem dansen. Een mooie afsluiter van de dag.

De gevaren van Golden Bay :-)
Het helderste bronwater van het zuidelijk halfrond
Na een nachtje op een camping met hippies die de ganse nacht door trance muziek uit hun boxen laten knallen starten we de dag met een wandelingetje door een klein bosje vol met de vreemdste kalksteenrotsformaties, op twee plaatsen vormen ze zelfs en heuse kloof. Met al die bemoste bomen, palmbomen en boomvarens erdoorheen lijken wel in een sprookjeslandschap te wandelen. 's Middags hebben we onze eigen maaltijd gevangen. In een zalmkwekerij had Eline al na 5 minuten een vis van 1685 g aan de haak geslagen. In het aanpalende restaurant hebben ze de helft gerookt en de helft als sashimi versneden voor ons. Yummie!!

Een sprookjesachtig bos ...
... waar plots een luiaardje in de bomen hing
Maarten showt trots onze gevangen zalm
De volgende wandeling van de dag was op de top van de Takaka heuvel. Het landschap bestaat uit sterk verweerde marmerblokken, hier blauwgrijs van kleur en slechts zelden wit. Hier en daar zijn de rotsen zo verweerd dat er gaten zijn ontstaan van verschillende meters diep. Het gonst er van de bijen die zich te goed doen aan de nectar van de witte bloemtrossen van de vele struiken die overal staan. Spijtig genoeg groeien daartussen ook weer heel venijnige doornstruiken. We kunnen geen 10 m lopen zonder geprikt te worden. We besluiten dus sneller terug te keren naar de wagen en niet de hele wandeling te doen.

Zicht op de Takaka heuvel

Waar je moet oppassen voor diepe kloven
Voor de laatste wandeling van de dag moeten we eerst de Canaan Road afrijden. Dit is (hoe kan het ook anders) een slingerend wegje. Het landschap waar het doorslentert is echter heel hard de moeite. Je ziet de baaien van het Abel Tasman Park. Nog meer karstrotsen (verweerde marmer) en glooiende weiden die ook figureren in thé Lord of The Rings. De wandeling zelf gaat naar grootste "hole" van de streek. Met een doormeter van 50 m en een diepte van zeker 120 m is hij best wel indrukwekkend.

Wandeling door een Lord of the Ringsachtig bos naar een diepe kloof
De dag nadien keren we terug naar het Abel Tasman Park om te gaan zwemmen met zeeleeuwen. Mensen die beiden al gedaan hebben vertelden ons dat dit leuker is dan zwemmen met dolfijnen. We kijken er dus naar uit. We krijgen eerst een ganse outfit aan. We gaan immers een uur lang rondzwemmen in water van 18 graden, brrr. Vervolgens worden ons in een verdoken inham uitleg gegeven over wat we mogen en zeker niet mogen doen rond de zeeleeuwen. Op dit moment zijn er enkel nog vrouwtjes en hun jongen van 3 maanden oud. Een kwartiertje later mogen we voor de rotsen van het eiland Tonga proberen zonnende beesten in het koude water te lokken. Aanvankelijk komen er enkele aarzelend in het water, maar van zodra we ze te dicht naderen, zwemmen of duiken ze snel weg. Onze gids neemt ons dus mee naar een beschutte inham waar er heel wat baby's op de rotsen zitten. Na veel gezwaai met onze flippers kwamen er 2 het water in. Na een schuchtere verkenning durfden ze geleidelijk aan dichter bij te komen. Al gauw kwamen er meer kleintjes bij en zwommen ze als echte acrobaten rond ons heen. Ze kwamen met hun ogen zo groot als appels tot vlak voor ons gezicht zwemmen alsof ze wilden weten wie wij waren. Toen ik het wat kou begon te krijgen en op een rots in de zon was gaan zitten, kwam er zelfs eentje naast mij zitten zonnen. Als kers op de taart zagen we ook nog een jonge blauwe pinguïn (dat is de kleinste pinguïnsoort van de wereld, en behoorlijk schuchter) heen en weer zwemmen langs de oever. Wat een magische voormiddag. Een van onze kompanen op de zwemsessie was Vicky, die met haar ouders uit Waregem, op rondreis was door Nieuw Zeeland. Na afloop namen we hen mee naar hun verblijf en dronken we samen een Nieuw Zeelands pintje. Dat kan wel bij lange na niet tippen aan onze Belgische pintjes.

2 zeeleeuwtjes klaar voor de ontmoeting
Op aanraden van Vicky, Matty en Mia, reden we naar het afgelegen dorpje Karamea in het Noordwesten. Verscholen in het woud liggen daar heel wat kalksteenformaties. We bezochten enkel de Moria gate (niet gebruikt in de films van Lord of the Rings), die er veel feeërieker uitziet dan zijn naam laat uitschijnen,  en de indrukwekkende Oparara boog. Tussen de twee bogen in wandelden we ook langs de spiegelpoel. Het water was echt zo glad dat het bos en de lucht er prachtig in weerspiegeld werden. Misschien nog het leukste van gans deze wandeling waren de nieuwsgierige vogeltjes die overal langs het pad naar ons toe kwamen gevlogen. Eentje dacht zelfs even dat ze een nestje kon maken op mijn broek.

De prachtige Moria gate
Dezelfde gate van de andere kant

Jungle riviertje in het bos rond de Moria gate
Lief klein vogeltje
Na een lange rit zuidwaarts kwamen we te laat aan bij de pancakes. Hoogtij was al 2 uur voorbij dus moesten we het stellen met de pannenkoekvormige rotsen, maar zonder het spectaculair opspattende water dat deze rotsen zo speciaal maakt. Ook in het café aan de overkant hadden we pech: de keuken was al toe dus geen pannenkoeken meer te krijgen. Gelukkig was de kustweg hier uitzonderlijk mooi. Waarschijnlijk de mooiste weg die we tot nu toe in Nieuw Zeeland hebben gedaan.

De Pancakes, zonder het spectaculaire opspattend water
Nieuw Zeeland is een van de beste plekken om op gletsjers te gaan wandelen. Dit stond dus zeker ook op ons lijstje. Na lang twijfelen kozen we voor de duurste maar ook meest spectaculaire formule en de Franz Jozef gletsjer: met de helikopter tot op de gletsjer en dan daar een wandeling van ongeveer 2 uur op het ijs. We hebben het ons geen minuut berouwd. De vlucht was spectaculair, met fantastische zichten op de omliggende bergen, de gletsjer zelf, de rivier van smeltwater en de zee in de verte. Eline mocht vooraan naast de piloot zitten. Na een veel te korte vlucht landden we op het gletsjerijs. In een groep met mensen uit Sydney en Hong Kong (daar gaan we allebei nog naar toe) en met gids Rebecca trokken we over het ijs. Door onze speciale ijsschoenen ging dat wonderwel gemakkelijk. Het landschap van riviertjes, ijspieken, grotten en spleten is onbeschrijfelijk mooi. We zagen de zon opkomen boven de bergkam en meteen lag er een blinkende film van water over alles heen. Het ijs was niet alleen wit, maar ook blauw en op sommige plekken grijs van al het steengruis dat het van de bergen had gesleten. Rebecca leidde ons door twee door twee ijsgrotten en langs een ijsboog tot aan een kolkende waterval. Veel te vlug moesten we terug naar de helikopter. Als afscheid zagen we enkele honderden meters verderop een ijs- en steenlawine de kliffen afdonderen.

Zicht op de Franz Jozef gletsjer vanuit de helikopter
Verstopt in een ijsgrot
De bulderende waterval
Een ijslawine op de gletsjer
Omdat we nog niet genoeg hadden van al die gletsjers zijn we in de namiddag nog de uitlopers van de Franz Jozef en de Fox gletsjer gaan bezoeken. Die laatste was wel veel kleiner, maar je mocht wel veel dichterbij komen. Allebei hadden ze onderaan een grot waaruit een rivier kolkend smeltwater zijn weg zocht naar de zee.
Ssst, we sluipen achter zijn rug wat dichter!
De morenen van de fox gletsjer bij de laatste zonnestralen
En toen togen we voldaan en op het gemak op weg naar Haast.

Een voetnoot van Eline: de heli was in contact op de 118.6!! Voor al uw helicoptervluchten... ;-)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten