De eerste dagen in Nieuw-Zeeland


Tot nog toe hebben we niet veel geluk mogen ondervinden in Nieuw-Zeeland. Het enige lichtpuntje was de douanecontrole, waar we in het Zuidafrikaans een welkom en een goeie reis gewenst werden. Niet meteen iets wat we verwachten na een lange, vermoeiende vlucht (en zo’n vluchten hebben meestal vertraging). Ondanks die vertraging waren we toch nog schandalig vroeg, om 5u, in Auckland. Het verhuurkantoor waar onze camper op ons wachtte ging pas open om 8u. We probeerden tevergeefs onze koerier Mark te contacteren, want we wisten niet zeker of hij zoals beloofd onze rijbewijzen bij het kantoor had afgeleverd. Daar waren ze ook nog eens allesbehalve vriendelijk en op koele toon kregen we te horen dat Mark niet bij hen was langsgeweest. Uiteindelijk vonden we gelukkig zijn telefoonnummer, nam hij op, en kwam een uurtje later met al ons gerief binnengewandeld. Alles speelde zich af terwijl ik in Maartens oor moest fluisteren, want ik was al een tijdje mijn stem kwijtgeraakt door die vervelende verkoudheid.

Nu we eindelijk ons rijbewijzen hadden konden we onze campervan inrichten, en vertrekken, dachten we… Alleen nog gauw even betalen. Na een paar minuten lag de toonbank echter vol briefjes 'denied'. We stonden een beetje met de handen in het haar, we hebben slechts 3 bankkaarten en geen enkele werkte. Dit allemaal onder het donderwolkhoofd van de vriendelijke mevrouw aan de toonbank.
Nog een uur ofzo later slaagden we er gelukkig in het verschuldigde bedrag bijeen te sprokkelen. Daarna waren we wel zo goed als blut, en de douane controle in Nieuw Zeeland is van die aard dat je echt met niks van eten het land binnengeraakt. We waren uitgehongerd en oververmoeid, en moesten verder.

De eerste geldautomaat die we vonden was half kapot. De aanwijzingen waarop je moest klikken stonden buiten het scherm zelf, dus ‘WI…’ leek ons withdrawal. Toen we daarop duwden kwam er met groot geratel een briefje van 20 dollar uit de automaat, tot grote hilariteit van onszelf. Na al die problemen van daarvoor ging dit wel heel gemakkelijk. Helaas lukte het ons niet er meer dan 20 dollar uit te krijgen, wat ons totaal overlevingsbudget op 100 dollar, zijnde een 40tal euro, bracht.
Met zo’n rijkdom op zak moet je in de supermarkt heel goed uitkijken wat je koopt. We wisten niet hoe lang het zou duren eer we weer geld konden afhalen. De eerste dag in Nieuw Zeeland hebben we dus veel brood en eieren gegeten.

We hadden wel nog een volle tank en gingen op weg, noordwaarts. Zoals verwacht is het landschap mooi, al ben ik niet echt enthousiast. Naar mijn gevoel klopt er iets niet. Het is precies geschapen door een goddelijke zakenman, die dacht aan het geld dat de horden toeristen zouden binnenbrengen. Hij wilde zoveel mogelijk soorten natuur op zo’n klein mogelijke oppervlakte. Daardoor is er van alles wat, maar nooit voluit. Hier en daar lijkt het op de jungle, maar een paar meter verder meer op een Zweeds bos. De echte jungle, of het echte Zweedse bos, zijn veel mooier. Duizenden huizen werden daar nog eens tussen gezet, met elk hun bordje, wegwijzer of reclamepaneel. Zodat het rondrijden lijkt op een kermismolen. Kijk, daar, een kaasmakerij! Een café in de vorm van een vogel! Een chocoladefabriek! Oh, wat een mooi zicht op dat meer! En daar, die heuvel! Een museum! Een gallerij! Een wijngaard! De zee! Ahnee, de zee is weg. Oh, die rots! Alleen in het noordelijke puntje zijn er 74 stops als je 1 van de tientallen uitgestippelde routes volgt.
Het resultaat is een paradijs voor de gefortuneerde Duitse gepensioneerde, die hier in de watten gelegd wordt op chique zeilboten of in resorts. Ik zou eerlijkgezegd eens opgelucht ademhalen mocht ik, al is het maar een klein, mankementje tegenkomen. Een piepklein roestvlekje op een boot ofzo. Voor ons is een paradijs eerder iets zonder al die hotels, 'farm experiences' of dure restaurants.

Typische haven aan de oostkust van Northland

Toerist is het enige beroep, althans in het noorden. Of je bent een toerist, of je werkt in het toerisme. Andere Nieuw-Zeelanders zijn we nog niet tegengekomen. Hun reputatie van vriendelijke mensen te zijn klopt vaak maar tot een bepaalde hoogte. Ze zeggen bij alles 'Thank you dear!' of 'My love' en 'How are you today?', maar als ik dan gebaar dat ik niet kan spreken betrekt hun gezicht. Je ziet ze denken: 'Met dat raar mens wil ik niks te maken hebben, ga maar gauw weg'. Ok, helemaal kwalijk kan je ze dat ook niet nemen...

Bovendien verzamelde ik de eerste dag al meer muggenbeten dan in Guatemala en Costa Rica samen. Onze eerste nacht in de camper heeft Maarten er zeker 30 doodgeslaan, en een paar uur later nog eens evenveel.

Sinds vandaag lijken onze tegenslagen gelukkig te keren. Deze morgen konden we eindelijk geld afhalen, en dat hebben we gevierd met de fan-tas-tisch lekkere koffie die je overal kan vinden (gemakkelijker als bier). De temperatuur is aan het zakken, er staat nu zelfs een licht briesje. We hebben het noordelijke puntje verlaten, het landschap is opener en de huizen schaarser geworden. Af en toe rijden we zelfs alleen op de weg. We vonden een gezellig cafeetje waar we naar een concert luisterden van een oude hippie met grijze dreadlocks en een rood/wit geschilderd gezicht. Af en toe krijg ik al een paar woorden uit mijn keel, ik hoop tegen overmorgen terug inorde te zijn. Maarten mist mijn gezaag ondertussen al hevig, ik kan hem dus echt niet langer in de steek laten.

Een al mooiere haven aan de westkust van Northland

Geen opmerkingen:

Een reactie posten